God is kennis  

HET GOEDE NIEUWS ZENDING

Bijbelstudie van Genesis 21-30

Genesis 21 - Geboorte van Isaak

Verzen 1-3 De vervulling van Gods belofte in Genesis 18:10 en 14.

Vers 4 In gehoorzaamheid en in overeenstemming met Gods verbond en gebod in Genesis 17:10 besnijdt Abraham zijn zoon Isaak op de achtste dag na zijn geboorte.

Verzen 5-6 De geboorte van Isaak is een geschenk van God. Abraham is honderd jaar oud wanneer zijn zoon Isaak geboren wordt. Sara was onvruchtbaar en menstrueerde niet meer, desondanks was zij op negentig jarige leeftijd zwanger geworden van haar man Abraham.
Ieder die het hoort, zal lachen. Lachen vanwege blijdschap dat Sara toch nog een zoon heeft ontvangen uit Gods hand. Het krijgen en hebben van een zoon is iets wat zeer belangrijk is in het Joodse leven, getuige de incest van de dochters van Lot en hun zwangerschap.

Vers 7 Niet alleen had Sara een zoon mogen baren, God laat de natuur zich voltooien. Sara mag OOK zelf borstvoeding aan haar eigen zoon geven. Wat een vreugde, zelf nog zwanger worden, een gezonde zoon baren op hoge leeftijd en borstvoeding geven. Abraham en Sara zijn zeer beproefd geweest en nu na 70 (?) jaren van wachten, een gezonde zoon die een groot volk gaat worden.

Vers 8 De betekenis van dit vers is onduidelijk. Heeft het even geduurd voordat Sara in staat was borstvoeding te geven? En er grote vreugde was toen de dag bereikt werd dat Sara borstvoeding ging geven? Dat op die dag Abraham en Sara zo blij waren, dat Abraham zijn vrienden (en dienstknechten) uitnodigde om het te vieren?

Verzen 9-10 De slavin had haar les van 13 jaar terug niet geleerd. Toen moest ze de tent van Abraham verlaten en stierf bijna haar zoon. Opnieuw drijft ze de spot met Sara. Hoe is dit mogelijk? Haar zoon was uit het vlees. Door overspel met de echtgenoot, een puur natuurlijke gang van zaken. Nu ziet ze Gods wonder, de geboorte van haar eigenares Sara op hoge leeftijd, die ook nog eens onvruchtbaar was. Kortom, ze drijft de spot met God. Sara heeft GEEN andere keus dan haar man te vragen om opnieuw de spottende slavin weg te sturen. Ofschoon de vrouw zeer onderdanig aan haar man moest zijn, was dit ongetwijfeld door Gods Geest ingegeven om haar man te vragen om de spottende slavin weg te sturen. De uit het vlees geboren broer, mocht niet blijven bij de door God beloofde zoon.

Verzen 11-13 God had duidelijk aan Abraham gezegd, dat de beloofde zoon Isaak was, en NIET de uit het vlees geboren zoon Ismaël. Die door eigen kracht (en overspel) was verwekt. Abraham had geen enkele reden om mishaagd te zijn. Puur menselijk, puur omdat hij de vader was van deze zoon Ismaël. God moet helaas ingrijpen en Abraham tot de orde roepen. Ja, God gaat zo ver dat Hij zegt: IN ALLES WAT SARA TOT U ZEGT, moet gij naar haar luisteren. Hier zien wij duidelijk de betekenis van onderdanigheid van de vrouw aan de man. Man en vrouw dienen te overleggen en de WIL VAN GOD te zoeken.
God herhaald Zijn Belofte dat ook Ismaël een grote natie zal worden, maar NIET zal delen in de belofte van Isaak.

Verzen 14-16 Abraham wacht tot de morgen. Mogelijk een nacht van emotionele spanningen en overdenkingen. Abraham geeft slechts een brood en een zak water. Niet een ezel beladen met voedsel en drinken. Niet vergezeld met een van zijn vele knechten om de slavin bij te staan. Was zijn doel dat de slavin en zijn zoon dicht in de buurt bleven. Hij hen kon bezoeken? Geen antwoord geef de Bijbel, waarom Abraham slecht een brood en een zak water gaf.
Spoedig is het brood en het water op. De slavin gaat op afstand zitten om het geroep van haar kind niet te horen. Zij had haar les van dertien jaar terug niet geleerd en de belofte die God haar toen gegeven had.
God had haar geboden om onderdanig te zijn aan haar eigenaresse Sara. Opnieuw was de slavin ongehoorzaam geworden. Had zij zich verheven boven haar meesteres. Opnieuw moest God haar straffen voor haar hoogmoedigheid. Opnieuw moest zij het sterven van haar kind aanzien. Hoe dwaas was zij. Drijf de spot met God. Had de vervulling van Gods belofte gezien dat Sara een zoon kreeg. Totaal vergeten dat God haar dertien jaar gelden had beloofd dat haar kind een grote natie zou worden. Ja om haar eigen zonde moest zij lijden.

Verzen 17-18 God luistert niet naar de stem van de slavin. De omstandigheden waren een consequentie van haar eigen ongehoorzaamheid, haar hoogmoed en geen vertrouwen in God. God hoort de stem van haar zoon van dertien jaar oud. Waarom hij niet zijn moeder achterna gegaan is, is een raadsel. Was hij reeds uitgeput van honger en dorst? Maar ook hij had geen vertrouwen in God. Een kind van dertien jaar is reeds verantwoordelijk voor zijn daden en geloof in God.
De engel Gods roept tot de slavin: God heeft de stem van je kind gehoord. Een duidelijk verwijt, niet naar jouw stem heeft God gehoord, MAAR naar de stem van je kind. Opnieuw wordt de beloft herhaald: Hem zal God tot een groot volk maken.

Vers 19 De slavin was ongehoorzaam, daardoor was zij blind en verstoten. En zag zij de nabij gelegen waterput niet. Wanneer de gelovige in ongehoorzaamheid wandelt, ziet hij of zij de zaken niet meer scherp. Ja sluit God de ogen en wandelt de gelovige in blindheid. Pas na berouw en belijden van zonden, kan de gelovige weer helder denken en handelen.

Verzen 20-21 God gedenk dat dit een zoon is van Abraham en Zijn belofte aan Abraham. De jongen groeit op en zijn Egyptische moeder kies een vrouw voor hem uit haar geboorteland Egypte.

Verzen 22-24 De koning Abimelek had Abraham toegestaan om in zijn land te wonen. Nu ziet de koning dat God een eigen zoon aan Abraham is geschonken door God. Geen wonder dat de koning bezorgd is. Want nu eindigt de bewoning niet bij de dood van Abraham. Zijn zoon zal in het land blijven wonen. Een zoon die niet aanwezig was toen de koning en Abraham met elkaar een verbond sloten. Daarom de vraag van het zweren dat Abraham niet bedrieglijke zal handelen met hem NOCH MET ZIJN NAGESLACHT. Ook de koning weet dat hij gaat sterven. Hij wenst vrede tussen zijn kinderen en het nageslacht van Abraham. De koning en Abraham maken een nieuw verbond onder ede.

Verzen 25-26 Nu er beloften zijn gegeven, maakt Abraham de koning attent op het feit dat de knechten van de koning zich een waterput had toegeëigend, die door hem was gegraven. Water is een absolute noodzaak voor zijn huishouden en zijn vee.
Abimelek antwoord dat hij onwetend is van dit feit en verwijt Abraham waarom heb gij dit niet eerder aan mij gemeld? Ik ben onbewust van dit feit. Je had mij dit eerder moeten melden. Les voor de gelovige, als er foute dingen gebeuren, dient men dit spoedig aan de oudsten of voorganger van de kerk te melden. Men mag dingen niet op zijn beloop laten. Iedereen is verantwoordelijk tegenover Jezus Christus en de oudsten en voorgangers zijn de personen die Jezus Christus op aarde vertegenwoordigen.

Verzen 27-30 Men kan betwisten of Abraham het recht had om een waterput te graven op een stuk land dat niet van hem was. Echter de koning had aan Abraham toegezegd dat hij overal in zijn land mocht wonen. Nu het in aanwezigheid van de koning de zaak beslecht is, en voor alle inwoners de toestemming van de koning heeft gekregen, koopt in feite Abraham de rechten van zijn waterput met de schapen en runderen. Het aanvaarden van de zeven lammeren is het bewijs van de koopprijs.

Tamarisk boomVerzen 31-34 Berseba betekent: "put van de eed" of "put van de zeven". Het Hebreeuwse word kan zowel met eed als met zeven worden vertaald. Vaak werd een eed gezworen in aanwezigheid van zeven getuigen.
Nu er een duidelijk verbond is gesloten, verlaat de legeroverste Pikol het gebied van Abraham.
Beer-Sheba bevond zich op de zuidelijkste grens van Palestina, aan de rand van de woestijn, ongeveer 50 mijl ten zuidwesten van Jeruzalem.
Abraham voelt zich meer gerust en veiliger en gaat over tot het planten van bomen (tamarisk).

Terug naar topTerug naar boven


Genesis 22 - Isaak als brandoffer

Vers 1 Eindelijk hadden Abraham en Sara hun lang beloofde zoon ontvangen. God had Zijn belofte waar gemaakt. Nu zal het geloof van Abraham op de proef worden gesteld, of na alles wat God aan Abraham getoond had, hij werkelijk op God vertrouwde. God had hem beloofd dat Isaak een grote natie zal worden. Zou Abraham dit geloven en op God vertrouwen? Zou hij het kunnen opbrengen om in vertrouwen in God zijn eigen zoon te doden en als offer aan God te brengen? Of zou hij gaan twijfelen? Is er misschien innerlijke strijd geweest van hoe kan ik mijn zoon offeren en God heeft beloofd dat hij een groot volk zal worden?
Als jouw zoon gedood wordt door een ongeluk, ziekte of in de strijd, dat is een moeilijk moment. Maar je eigen zoon doden en met vuur verbranden als offer aan God dat moet wel wel moeilijk zijn. Het is een zware beproeving van Abrahams geloof. Isaak was geen jonge jongen meer, want hij moet sterk genoeg zijn geweest om drie dagen (vers 4) te wandelen en het hout te dragen (vers 6).
Jakobus 1:13 zegt dat niemand door God verzocht kan worden, maar in het verband van Jakobus moeten wij denken dat God zonde toe laat om te testen. God stond satan binnen limieten toe om het geloof van Job te testen. Hier wordt het geloof van Abraham getest. God had Abraham de overwinning en bevrijding van zijn neef Lot geschonken. Tweemaal de bevrijding van zijn vrouw Sara, nadat Abraham haar aan Farao en Abimelek had verloren. Zijn vrouw was onvruchtbaar maar had op hoge leeftijd toch een zoon gekregen. Nu zal God zijn geloof testen. Een test zonder zonde, zonder invloed van satan, want God wist dat Hij zou voorkomen dat Abraham zijn zoon Isaak zal offeren. God zou uitredding geven in vers 13.
Het is een persoonlijk gesprek en directe opdracht van God. God zei tot Abraham en hij antwoordde: Hier ben ik. Abraham is zeker dat GOD met hem sprak. Hij weet dat het niet satan is, en dus de opdracht niet behoeft uit te voeren. Voor de gelovige is dit de les uit Jakobus 1:13. De gelovige mag niet in de valkuil van satan vallen door te zeggen van Gods wegen werd ik verzocht. Satan is arglistig en probeert de gelovige op allerlei wegen te misleiden. Te misleiden met valse opdrachten. Naar (gevaarlijke) plaatsen te sturen zodat de gelovige gewond of de dood vindt. Enkele voorbeelden: Een voorganger die gaat werken in het rode gebied, terwijl hij weet dat hij snel seksuele gedachten heeft. Logisch dat hij ten val komt, dat is geen test en opdracht van God. Een oudste die gaat werken in een drugswijk. Hij moet zeker zijn, dat het Gods Wil is. Zo niet dan zullen de drugsleiders hem vermoorden.
Let op de opdracht en test die gaat komen. Het is een tegenstelling. Abraham wordt gevraagd om zijn eigen zoon te doden. Terwijl God verbiedt iemand te doden. God had beloofd dat Isaak een groot volk zou worden. Voor Abraham moet dit zijn als een list en een opdracht van satan, en dus niet gehoorzamen! Daarom was het noodzakelijk dat God direct met Abraham sprak.
Hebreeën 11:9 laat een ander licht zien, Abraham had het vertrouwen in God, dat God in staat was, na het offeren van Isaak, om zijn zoon uit de dood op te wekken.

Vers 2 Abraham wordt zwaar beproefd. God legt nadruk met de woorden: "Jouw enige zoon" en "De zoon, die je lief hebt". Reis drie dagen zodat je bewust bent van wat je gaat doen en tijd hebt om te overdenken. Niet een onmiddellijk gehoorzamen en onmiddellijk doden, maar een wel overwogen besluit. De wond wordt zwaarder gemaakt, een zware test.

http://www.christipedia.nl/Artikelen/M/MoriaDe Joden zeggen dat de berg van Abrahams offer, de berg Moria van 2 Kron. 3:1 is, de tempelberg in Jeruzalem, aan de oostzijde van Jeruzalem, waarop Salomo de tempel bouwde. Zeker weten doen wij het echter niet. De Samaritanen en ook anderen beweren dat het de berg Gerizim is geweest, waar Abraham een altaar bouwde om zijn zoon te offeren.

Vers 3 Hier kan men de conclusie trekken dat God in de nacht met Abraham heeft gesproken. De nacht is ideaal om te bidden en te spreken met God. Dan is er alle rust en kalmte. Geen verstoring door lawaai van buiten en eventuele onderbreking door kinderen.
De nacht kan een bittere kwelling zijn geweest voor Abraham met allerlei verzoekingen van satan. Maar Abraham in geloof en standvastig staat in de morgen vroeg op. Hij zadelt zijn ezel met voedsel en brandhout. Klief hout voor het brandoffer. Hij gaat goed voorbereid op weg. Neemt twee van zijn knechten mee.

Verzen 4-5 Abraham ziet de plaats die God getoond heeft toen Hij met hem sprak in vers 1. Abraham laat zijn knechten achter, zodat deze niet in staat zullen zijn om hem te verhinderen om Isaak te offeren. In geloof zegt hij dat hij samen met zijn zoon zullen terugkeren. Wij gaan om God te aanbidden.

Vers 6 Abraham legt het hout op zijn zoon. Abraham was ouder dan honderd jaar en kon mogelijk het hout niet zelf dragen en Isaak moet voldoende oud zijn geweest om het hout te dragen, maar ook om dingen te begrijpen. Hij neemt vuur met zich mee. Was dat brandend vuur of vuurstenen om vuur te maken? In elk geval om het hout aan te steken.

Vers 7 Isaak stelt een pijnlijke en zware vraag aan zijn vader: Wij hebben vuur en hout, maar waar is het lam ten brandoffer? Een logische vraag van een jongen die reeds volwassen is om dingen te begrijpen. Zij vervolgen hun weg, nemen hout en vuur mee, maar waar is het lam?

Vers 8 Abraham houdt het antwoord voor zich, wenst zijn zoon niet te bezwaren met dat hij het offer is. Zijn zoon vraagt niet verder. Mogelijk bevreemdt dat zijn oude vader vergeetachtig is en het lam vergeten is. Hij neemt genoegen met het antwoord dat God Zelf zal voorzien in het lam. Of had Isaak reeds geleerd om op God te vertrouwen?

Verzen 9-10 Hoe lang en ver zij tezamen reisden, vermeldt de Bijbel niet. Maar genoeg om uit het gezichtsveld van de knechten te zijn. Mogelijk een stille reis en moesten zij de berg opklimmen.
Op de berg waren stenen aanwezig waarmee Abraham het altaar kon bouwen. Ook dat bouwen moet tijd in beslag hebben genomen. Een tijd van vraagtekens bij Isaak. Abraham legt het hout op het altaar en bindt zijn zoon. Mozes geeft geen enkele verklaring. Was de jongen sterk genoeg om zich te verzetten tegen zijn zwakkere oude vader? Gaf God voldoende kracht aan Abraham om sterker te zijn om zijn zoon te binden? Isaak werd bewust dat hij het offer was, dat zijn leven ten einde kwam. Was er reeds voldoende ervaring en geloof van Isaak dat hij op God vertrouwde en zich vrijwillig liet binden? In dat geval, waarom de noodzaak om hem te binden. Om te voorkomen dat hij van het altaar zou springen als het vuur aangestoken werd en knetterde?

Abraham offert zijn zoon Isaak

Toch moet Abraham sterk zijn geweest, want hij tilt zijn gebonden zoon op en legt hem op het altaar. In Exodus 27:1 9 is de hoogte van het altaar drie ellen, circa 1,5 meter hoog.
Wat moet er door Abraham en Isaak zijn heen gegaan toen Abraham het mes nam op zijn zoon te slachten. Abraham wilde in geen geval dat Isaak door het vuur de dood zou vinden, zoals in het geval van de dood op de brandstapel. Eerst persoonlijk zou hij zijn zoon doden met het mes. Een snelle dood en niet langzaam door brandwonden en verstikken.

Vers 11 De Engel des Heren riep tot Abraham vanuit de hemel. Abraham moet de stem van de Engel herkent hebben vanuit de vorige gesprekken met de Engel. Want het kon ook de stem van satan zijn, om hem ongehoorzaam te maken aan de opdracht van God.

Vers 12 God vraagt de eerste liefde van de gelovige. Indien nodig het opgegeven van kinderen, ouders, vrienden om God te dienen. Gescheiden te leven van geliefden. Sommigen verliezen hun man of vrouw door hun werk op het zendingsveld. Hier echter brengt God uitkomst en verhindert de dood van Isaak. Het bewijs is geleverd, Abraham geeft God de eerste plaats en onthoudt zijn zoon niet. In het verleden had hij zijn vrouw laten liegen tegenover Farao en de koning Abimelek, was er onvoldoende vertrouwen op God. Nu was zijn geloof gegroeid en vertrouwde volkomen op God dat Hij redding zal geven.

Verzen 13-14 Hoe de ram plotseling in het struikgewas is terecht gekomen, dat moet door Gods beschikking zijn. Een wonder door God. Abraham neemt Isaak van het altaar, doodt de ram en legt het op het altaar. Zoals Abraham geloofde: God zal Zelf voorzien. Ten tijde van Mozes was de naam van die berg veranderd in: "De Here zal erin voorzien". Het geloof wordt bevestigd door de werken. Geloof zonder werken, is dood geloof.

Verzen 15-17 De Engel des Heren roept opnieuw vanuit de hemel. Algemeen wordt aangenomen dat de Engel des Heren in het Oude Testament de Here Jezus Christus is. Jezus nam de plaats in van de gelovige om in zijn/haar plaats te sterven voor de zonde. Isaak werd rijkelijk gezegend en tot een nageslacht zo talrijk als de sterren aan de hemel. Jezus, als de Zoon van God, werd de basis van een groot volk. Een volk van geloof, die gelooft in het offer van Jezus aan het kruis van Golgotha. Dat redding brengt van de eeuwige straf en dood van de zonde. Een nieuw en eeuwig leven zonder zonde door het bloed van de Here Jezus Christus. Isaak ontving nieuw leven en de ram nam zijn plaats in. Het lam (de ram), Jezus Christus neemt de plaats in van de gelovige. De gelovige ontvangt nieuw leven (wedergeboorte). Ook de Gemeente van Jezus Christus is talrijk als de sterren aan de hemel.

Vers 18 Alle volken der aarde zullen gezegend worden. Hier is reeds de voorspelling dat het niet beperkt is tot de Joden en Israëlieten (Gods volk). Door het geloof in Jezus Christus zal het uitgebreid worden met de heidenen, alle volken der aarde. Het was de opdracht aan het volk van God om hun God aan de volken der aarde bekend te maken. Door hun dienen van afgoden en hun ongeloof, verloren zij hun taak tijdelijk. Nu is het de taak van de Gemeente om God de Vader en de Here Jezus Christus te verkondigen. Heden echter gaat de Gemeente op in zelfzucht van rijkdom, egoïsme en zwakheid van de evangelie verkondiging. De taak zal terugkeren aan de 144.000 Joden en Israëlieten om de GEHELE wereld het Koninkrijk van God te verkondigen (Openbaring 7:4).

Vers 19 Abraham keert met zijn zoon terug naar zijn woonplaats. Wees opmerkzaam dat Abraham niets verteld heeft aan zijn vrouw Sara. Hij heeft deze spanning en droefheid aan Sara willen besparen.

Verzen 20-24 Nachor leefde in Mesopotamië (Gen. 24:10). Welke grotendeels gelegen is in het huidige Irak. Het van Griekse oorsprong Mesopotamië heeft de betekenis van "het land tussen de twee rivieren", de Tigris en de Eufraat. De Tigris en de Eufraat ontspringen beide in de bergachtige regio's van Turkije en stromen naar de Perzische Golf. De broer van Abraham is Nachor, die een zoon Betuel verwekte. Uit Betuel werd de dochter Rebekka geboren, die de vrouw van Isaak zou worden.

Terug naar topTerug naar boven


Genesis 23 - Abraham koopt het land voor het graf van zijn vrouw Sara

Vers 1 De leeftijd van een mens was door God beperkt tot 120 jaar (Genesis 6:3). Sara had het geluk om 127 jaar te worden en 36 jaar te kunnen genieten van haar zoon Isaak. De onvruchtbare vrouw die toch op hoge leeftijd (90 jaar) een zoon gebaard had.

Vers 2 Kirjat-Arba, dat is Hebron (Jozua 15:54) lag in een gebied van tien steden. Er worden verschillende betekenis gegeven. Tripoli als een gebied. Decapolis gebied van tien steden. Arba een grote koning of stichter van de stad. Een plaats van vier, dat wil zeggen de aartsvaders Adam, Abraham, Isaak en Jacob. Waarom Sara in Kirjat-Arba stierf, wordt niet vermeld want Abraham (22:19) woonde in Berseba. In elk geval Abraham ging naar Kirjat-Arba om te wenen over de dood van zijn vrouw Sara. De afstand tussen Berseba en Kirjat-Arba is 42,4 km (26,4 miles).

Verzen 3-4 Abraham vermaand zichzelf in zijn rouwproces en gaat een graf zoeken. Hij was een vreemdeling in het land. Hij had geen eigendom rechten. Nu zijn vrouw dood is, dient hij te onderhandelingen met de eigenaars van het land om een stuk land te kopen voor het graf van zijn vrouw.
Abraham weet dat er leven is na de dood. Maar ook de heidenen geloofden in leven na de dood, denk aan de balseming bij de Egyptenaren en hun piramides. Hij wenst een graf voor zijn dode vrouw te kopen. Maar dat graf is niet alleen voor haar. Ook voor hem, zijn kinderen en hun vrouwen, voor zijn nageslacht. Het was de gewoonte van een familiegraf. Dus noodzakelijk om een groot graf te kopen van de landeigenaren.

Verzen 5-6 De landeigenaren, de Hethieten, behandelen Abraham met respect. Hun antwoord is, luister naar ons, een vorst van God bent u in ons midden. U mag een graf uitkiezen uit ons midden. Niemand van ons zal u dit weigeren. De Hethieten hebben gezien hoe de God van Abraham hem gezegend heeft. Mogelijk uit ontzag voor de God van Abraham willen zij hem ten dienst zijn. Wat een getuigenis, de Hethieten hebben het getuigenis van Abraham gezien. Hoe is dat van een gelovige? Zien de ongelovigen dat de christen God eert en dient? Of is het een schande, meedoen aan de wereld, zichzelf verrijken? Geen onderscheid in waarden en normen, maar meedoen aan het wereldse? Of onderscheid de christen zichzelf met Bijbelse waarden en normen die zich tonen in het leven van de christen? Een sociale hulp aan de medemens?

Verzen 7-9 Abraham wijst het aanbod van een gratis graf af. Volgens de heidense gewoonte buigt hij zich ter aarde en spreekt hen aan. Hoe wij dit neerbuigen dienen te zien, weten wij niet. Ook heden is dit een gebruikelijk gewoonte in sommige landen. Zoals Jezus zegt in Mat. 4:10 Alleen God zult je aanbidden en voor Hem neerbuigen.
Abraham had zich goed voorbereid en reeds een plek uitgekozen waar hij het graf wenste. Hij toont respect voor de Hethieten en wenst de volle prijs te betalen voor het stuk land. Hoe is de gelovige? Vraagt hij of zij dingen aan God in opwelling, zonder onderzoek gepleegd te hebben, zonder voorbereiding voor wat gewenst wordt? Wanneer de gelovige het werk van God wenst te doen, dient men eerst de kosten te berekenen. Nauwkeurig onderzoek te doen, wat men van plan is te doen en welke dingen noodzakelijk zijn. Wees de bouwer op de rots en niet de bouwer op het zand (Mat. 7:24-27).
Abraham vraagt de Hethieten te bemiddelen bij de eigenaar Efron om de spelonk van Makpela te verkopen voor de volle prijs. Het was een normale gewoonte dat de verkoper misbruikt maakte van het te verkopen deel, om de prijs te verdubbelen. Volgens oosterse gewoonte, is het normaal om te onderhandelen om de prijs te verminderen. Abraham wenst te kopen voor de volle prijs zonder onderhandeling. Hij is rijk en hij wenst een getuigenis van God te geven, geen onderhandeling maar de volle prijs betalen.

Verzen 10-11 Efron is aanwezig in deze vergadering. Hij had de eer aan zich zoals in vers 6 gesproken is, Abraham u mag een graf uitkiezen en niemand van ons zal het weigeren. Mogelijk een valstrik van de Hethieten om te testen of Abraham werkelijk een getuige is van God, en met zijn rijkdom door God geschonken, werkelijk de spelonk gaat kopen. Hoe wordt de christen niet misleid door valstrikken van satan om geschenken en giften van ongelovigen aan te nemen? Wat naderhand tot allerlei wereldse verplichtingen leidt. Mogen christenen dan geen gebruik maken van subsidies? Ja, zolang het van toepassing is voor iedereen. Maar de christen mag zich niet laten verleiden tot het aannemen van een gratis stuk land voor de bouw van een kerk. Maar wees voorzichtig bij het aannemen van een gratis stuk land voor de bouw van een kinder créche. Deze kinder crèche of internaat dient voor het welzijn van de ongelovigen. Bij een aanvaarding, mogen geen beperkingen door de regering of gemeente zijn opgelegd. Geen beperking van het in dienst moeten nemen van ongelovige leraren. Beperking van christelijke normen en onderwijs. Verplichting van vrijheid van Islam onderwijs. Wees op jouw hoeden en betaal liever de volle prijs.

Verzen 12-13 Abraham houdt de eer aan zichzelf en blijf een getuige van God. Uit de hand van Farao en de Hethittische koning Abimelek had Abraham rijke geschenken ontvangen (Gen. 20:14-16 schapen, runderen, slaven, duizend zilverlingen). Onmogelijk dat hij van een Hethittische eigenaar een stuk land kon aannemen. Volgens oosterse gewoonte buigt Abraham zich opnieuw voor de vergadering van Hethieten en wijst het gratis aanbod af. Hij geeft duidelijk te kennen het land te willen kopen.

Sikkelen zilverVerzen 14-15 Efron vraagt 400 sikkelen zilver. De broers van Jozef verkochten Jozef voor 20 zilverlingen. Judas verkocht Jezus voor 30 zilverlingen. De koopprijs van een Hebreeuwse slaaf was 50 zilverstukken. De sikkel had een waarde van vier daglonen. 400 sikkels vertegenwoordigt een waarde van 1600 daglonen.
Efron zegt: wat maakt dat uit tussen mij en u? Logisch wat Abraham had een gigantische rijkdom. Abraham had eerder van de Hethittische koning 1000 zilverlingen ontvangen, zo dit bedrag was gering. Let goed op dat Efron zegt: wat maakt het uit. Dit bewijst duidelijk dat de vergadering en Efron verwachte dat Abraham een gratis aanbod zou afwijzen en het land zal kopen. Een duidelijke les voor de christen, val niet in de valstrik van satan.

Vers 16 Abraham in tegenwoordigheid van de vergadering van Hethieten weegt het gevraagde bedrag af. Hiermede is de koop bevestigd met GETUIGEN. De koop kan naderhand niet ontkend worden, het is een koop in aanwezigheid van getuigen. De christen mag zich niet laten verleiden met mondelinge afspraken. Alles dient volgens wettelijke normen te worden vastgelegd. Notaris, advocaten, wettelijke belastingen, etc. moeten betaald worden bij koop en andere zaken. Geen illegale kerk, christelijke scholen, sociale steun, zonder wettelijk te zijn vastgelegd volgens de vereiste documenten.

Vers 17 Het is niet alleen de spelonk voor het graf die overgaat van Efron naar Abraham. Het gehele gebied rondom gaat over in het BEZIT van Abraham. De huidige Islamieten en Palestijnen hebben GEEN RECHTEN, het gebied is wettelijk in aanwezigheid van getuigen gekocht. Onwettelijk hebben zij land in bezit genomen wat NIET door hen gekocht is! Net zo min Nazi's recht hadden op het bezette Europa, zo ook hebben Palestijnen GEEN RECHTEN op Israël.

Vers 18 Let op het grote getuigenis van de overdracht: In tegenwoordigheid van Hethieten EN allen die de poort zijner stad ingingen. Er is geen ontkenning mogelijk van de overdracht. Hebron ligt op de door Israël bezette Westelijke Jordaanoever. Hebron valt grotendeels onder het bestuur van de Palestijnse Autoriteit (PA). De VN en Palestijnen zeggen dat Israël de Westelijke Jordaanoever bezetten. NIETS IS MINDER WAAR. Genesis 23 bewijst overduidelijk dat het gebied is gekocht en betaald in tegenwoordigheid van vele getuigen. De Palestijnen zijn de BEZETTERS, niet de Israëls!

Verzen 19-20 Abraham begraaft zijn vrouw Sara in de spelonk in het land Kanaän. Zo is het land aldaar OVERGEGAAN van de Hethieten aan Abraham. HET BEWIJS dat de PALESTIJNEN de ONWETTELIJKE EIGENAARS en BEZETTERS zijn van Hebron. Het wordt tijd dat de wereld overgaat tot erkenning van de rechten van Israël en een einde maakt aan de Palestijnse bezetting. De Hethieten erkenden de God van Abraham. De wereld ontkend het bestaan van God. De VN ontkent de God van Israël en de eigendomsrechten van Israël. Wees als christen op je hoede. God beschermt Israël, zoals bewezen in de oorlogen met de omringende landen. Het bestaan van Israël afwijzen, is een afwijzen van de God van Israël! Verwacht geen zegen van God, als je de Joden afwijst.

Terug naar topTerug naar boven


Genesis 24 - Het kiezen van de vrouw voor Isaak en zijn huwelijk

Vers 1 Abraham was hoogbejaard. Gen. 25:20 zegt dat Isaak veertig jaar was toen hij met Rebekka trouwde. Dus Abraham was 100 jaar (geboorte Isaak) plus 40 jaar is 140 jaar, toen Isaak trouwde.

Verzen 2-4 Als Hebreeuwse vader had Abraham de plicht een vrouw te zoeken voor zijn zoon Isaak. Geslachten mochten zich niet vermengen, dus was een vrouw uit zijn geboorteland noodzakelijk. De enige optie was een vrouw uit de familie van zijn broer Nachor. Een vrouw uit de Kanaänieten was verboden, afgezien dat dit volk andere afgoden dienden. Een Kanaänietische vrouw zou mogelijk Isaak afbrengen van het geloof in de ware God van Abraham en haar afgoden dienen.
Abraham roept zijn knecht, de oudste in zijn huis. Mogelijk de knecht die het langste bij Abraham verbleef en in wie Abraham het volste vertrouwen had. Abraham had de belofte van God dat Isaak een talrijk volk zou worden, daarom was een huwelijk noodzakelijk van een vrouw uit zijn familie. De knecht kende de God van Abraham, had de vele wonderen in het leven van hem gezien. Met een plechtige eed aan deze God, wordt de opdracht bevestigd. Volgens Israëlieten is het Abraham die de eed met zweren met de hand onder de heup heeft ingesteld. Wij zien dit terug bij Jakob met zijn zoon Jozef.

Verzen 5-7 De knecht bedenkt dat mogelijk de familie een dochter niet naar een onbekend land zou willen laten gaan. Of dat de dochter mogelijk niet haar familie wilde achterlaten om met een onbekende man te trouwen in een ver onbekend land. Wat moet hij dan doen, vraagt hij aan zijn heer Abraham. Abraham weet dat hij geroepen is door God om in het land Kanaän te wonen, dat is het beloofde land aan hem en zijn zoon. Dus mag zijn zoon niet terug naar het land zijner geboorte, het land waar Nahor woont. Abraham vertrouwt op God dat Hij voor de juiste vrouw voor zijn zoon zal zorg dragen. De engel des Heren zal met de knecht gaan en hem geleiden naar de juiste vrouw.

Verzen 8-9 Abraham ontslaat de knecht van zijn verplichting als de gekozen vrouw niet wil volgen naar het land van Abraham. Abraham blijft vertrouwen op zijn God, dat Hij zal voorzien, ook in de moeilijke situatie als een vrouw uit zijn familie niet wenst te komen. Hij vertrouwt op de belofte van God, dat zijn verblijfplaats het door God beloofde land is. Dat God Zelf zal voorzien, ook al weet hij niet hoe.
De knecht zweert na deze mogelijkheid van ontslag van het gevraagde.

Vers 10 De knecht gaat goed voorbereid op weg. Hij neemt tien kamelen en allerlei kostbaarheden mee. Dan kan hij bewezen aan de broer van Abraham dat zijn heer grote rijkdom heeft en de toekomstige vrouw geen leven wacht in armoede maar in welvaart.
Mogelijk een reis van 20 - 40 dagen, afhankelijk of hij door de woestijn trok of niet.

Vers 11 De knecht komt aan en kiest de meest waarschijnlijk plaats uit waar hij de toekomstige vrouw voor Isaak kan vinden, namelijk bij de waterput. De waterput was de plaats waar de vrouwen kwamen op tegen de avond water te putten.

Verzen 12-14 De knecht bidt tot de God van Abraham. Hij legt zijn opdracht van zijn heer voor aan God. Hier staat ik bij de waterput, help mij alstublieft. Geef mij een duidelijk teken zodat ik weet dat dit de vrouw is die U voor Isaak heeft bestemd. Velen zijn het oneens dat de knecht hier aan God de opdracht geeft hoe het gebed verhoord dient te worden, met welke woorden het meisje dient te antwoorden en hoe zij gaat handelen. Persoonlijk heb ik daar geen moeite mee, waarom zouden wij geen duidelijk bewijs mogen vragen? Pas op om het hardop te bidden, zodat satan het hoort en een valse verhoring geeft. Dit soort gebeden bidt men inwendig, niet hoorbaar, maar hoorbaar voor God. Dan alleen mag je weten dat als het EXACT wordt verhoord, dat het van God is. Let goed op, het moet EXACT worden verhoord, niet een deel van wat je vraagt, maar compleet op de gehele wijze zoals je het gevraagd hebt. Want anders is het geen verhoring! Maar wees wijs, geen extreme dingen vragen, het moet in volledige lijn liggen met Gods opdracht en Wil.
Wat de knecht vroeg, was om hulp bij de opdracht wat hij gezworen had aan zijn heer Abraham. De knecht bad niet uit lust, niet ondoordacht, maar wel overwogen, van wat was binnen de grenzen van mogelijkheden. De christen heeft de Heilige Geest ontvangen om de gelovige te helpen in zijn of haar gebed. Dus het gebed moet binnen de grenzen van Gods Woord zijn.

Vers 15 De knecht is nog niet uitgesproken of Rebekka komt er aan met de kruik op haar schouder. Hier zijn twee feiten. 1. Het gebed van de knecht is geïnspireerd door de Heilige Geest. 2. Rebekka had reeds haar ouderlijk huis verlaten en ging naar de waterput voordat het gebed is voltooid. Dit bewijst de goddelijke inspiratie en verhoring. Let wel, hier is een overduidelijk bewijs voor de knecht. Als christen ervaren wij dit weinig, en is het een tijd van geduldig wachten. Maar anderen hebben een gelijke ervaring als van de knecht.

Verzen 16-21 Hier is iets vreemd aan de hand. Dit vers is van de schrijver Mozes. De knecht kon onmogelijk weten dat het meisje maagd was. De knecht kon slechts constateren dat het meisje zeer schoon van uiterlijk was en op weg was naar de waterput, haar kruik vulde en naar boven kwam. De knecht spreekt haar aan en vraagt om een weinig water voor zichzelf en NIET voor zijn kamelen. De gebedsverhoring vindt plaats, zij geeft hem en uit eigen beweging ook de kamelen te drinken. Als een kameel drinkt, drinkt hij bijzonder veel, meer dan 100 liter achter elkaar, tot 60 liter per minuut. Voor tien kamelen heeft het meisje veel tijd nodig gehad om water te putten. Terwijl hij en zijn mannen NIETS doen om het meisje te helpen bij het waterputten.

Kamelen Drinken

De knecht slaat het zwijgend gade. Uiterlijk was zij zeer schoon. Maar haar arbeid om aan tien kamelen water te geven, bewijst dat zij niet te lui was om te werken. En dat op eigen initiatief, zonder dat de knecht erom gevraagd had. De les, laat je niet misleiden door uiterlijke schoonheid, kijkt naar het innerlijke karakter.
De knecht is overtuigd van de gebedsverhoring door God. Het gebed is verhoord exact zoals hij gevraagd heeft. Hij heeft geobserveerd en is bevestigd. In het volgende vers gaat hij over tot actie.

Verzen 22-25 Nadat water gegeven is aan de kamelen en de knecht dit ziet als een gebedsverhoring, gaat hij over tot een informatief gesprek die het gebed verder moet bevestigen. Wie is zij, is er plaats voor ons om te overnachten? Na bevestiging dat zij een dochter is van de broer van Abraham, gaat de knecht over tot het geven van geschenken. Hier moet een uitwisseling van gegevens hebben plaats gevonden, want anders zou een zeer schoon meisje geen geschenken aannemen van een wildvreemde man, die zij niet kende. De waarde van de neusring en twee armbanden is niet te bepalen. Het kunnen simpele voorwerpen zijn geweest, maar meer waarschijnlijk kunstig bewerkte voorwerpen van grote waarde.

Verzen 26-27 De knecht gaat op zijn knieën en hij dankt God voor de gebedsverhoring. God heeft hem geleid op de weg naar dit meisje en God heeft hem duidelijk bevestigd door een exacte verhoring van zijn gebed. Er is geen twijfel meer in het hart van de knecht, dit is de leiding van de God van zijn heer Abraham.

Verzen 28-29 De knecht blijft bij de waterput wachten, terwijl het meisje snel het nieuws gaat vertellen aan haar huis. Zij informeert haar moeder en haar broer Laban. Mogelijk dat de vader op het land aan het werk was.

Verzen 30-31 De broer Laban is zeer onder de indruk van de kostbare geschenken van zijn zus Rebekka. Allereerst heeft hij zijn zus haar verhaal met de vreemde man laten vertellen. De opdracht van de knecht, gezonden door zijn heer en broer van Laban, de gebedsverhoring. Voordat hij de knecht gaat halen, geeft hij bevel aan zijn knechten om het huis in orde te brengen voor de maaltijd, overnachting en een plaats coor de kamelen.

Vers 32 De knecht heeft geduldig gewacht totdat hij gehaald wordt door de broer van het meisje. Hij is het meisje niet achterna gegaan op zijn kamelen. Hij wacht totdat de familie van het meisje hem uitnodigt om te overnachten. Volgens oosterse gewoonte worden de voeten gewassen als blijk van eerbied en gastvrijheid.

Vers 33 De oosterse gewoonte was om gastvrijheid te tonen met een maaltijd, na de maaltijd begon de communicatie en uitwisseling van gegevens. Maar de knecht wenst eerst een verdere bevestiging van God van de opdracht van Abraham, voordat de maaltijd wordt genuttigd. Hem wordt de gelegenheid geboden te spreken vóór de maaltijd.

Verzen 34-47 De knecht is zich bewust dat de ouders van het meisje niet zo maar het meisje naar een onbekend land zal laten gaan om te trouwen met een onbekende man. De knecht begint eerst zichzelf voor te stellen: Ik ben de knecht van mijn heer Abraham. En vervolgd met hoe rijk zijn heer is en hoe Abraham rijkelijk door God is gezegend. Ten tweede hoe op wonderlijke wijze op hoge leeftijd de onvruchtbare vrouw van Abraham door God gezegend werd met een zoon. Ten derde dat deze zoon de enige erfgenaam is van de rijkdom van zijn vader. Ten vierde dat hij gebonden is onder ede om een vrouw te zoeken voor deze zoon. Ten vijfde hoe hij God gezocht heeft in gebed voor de vervulling van zijn opdracht en hoe God zijn gebed verhoord heeft.
Les: Wanneer een leider een nieuw project wenst te beginnen, dan dient hij zich goed te bereiden. Hier de knecht toont zich goed voorbereid met de diverse argumenten om de ouders te overtuigen. Zo ook de leider moet met argumenten komen om de medewerkers te motiveren.

Vers 48 De knecht laat niet na om God alle eer te geven. Hij maakt duidelijk dat God hem geleid heeft om uw dochter Rebekka voor de Zoon Isaak uit te kiezen. De knecht is onderdanig en trouw. Hij geeft God alle eer en is niet hoogmoedig.

Vers 49 Na zijn verslag, vraagt hij de hand van het meisje. Het is aan de ouders (vader en broer?) om hun toestemming te geven voor het huwelijk. Bij een weigering, zegt de knecht zijn weg naar rechts of links te vervolgen. Zijn rechte weg naar dit meisje. Wordt er geweigerd dat zal hij noodzakelijker wijze elders moeten gaan zoeken.

Verzen 50-51 Het is de broer Laban die als eerste antwoord en daarna de vader Betuël. Daar Betuël de broer van Abraham was, moet ook hij op hoge leeftijd zijn geweest. Over hun leeftijden vermeldt de schrijver Mozes niets. Zij zijn overtuigd dat dit gebeuren van God is. En antwoorden: Wij kunnen onmogelijk tegen de Wil van God in gaan, zie onze dochter neem haar als vrouw voor de zoon. Wij laten haar in alle vrijheid gaan.

Vers 52 De knecht geeft voor de derde maal alle eer aan God en toont zijn dankbaarheid in tegenwoordigheid van allen.

Vers 53 De knecht heeft de laatste bevestiging van God ontvangen, dit meisje is door God bestemd als de vrouw voor de zoon Isaak. Hij haalt alle meegebrachte geschenken en verdeeld deze aan het meisje, haar broeder en haar moeder. De bruidsschat. Een bewijs te meer van de rijkdom van zijn heer, zodat zij niet bezorgd behoeven te zijn over de toekomst van hun zus en dochter.

Vers 54 Na dit verslag en toestemming van de familie, en daarmede de bevestiging aan de knecht, aan met een gerust hart aan de maaltijd worden begonnen. De knecht met zijn mannen overnachten bij hen. De knecht laat er geen gras over groeien. Hij vraagt beleefd om toestemming om te vertrekken. Hij wenst zo spoedig mogelijk het goede nieuws aan zijn heer Abraham te vertellen.

Verzen 55-56 De broer en moeder verzoeken de knecht om nog een dag of tien bij hen te verblijven. Een reden wordt niet gegeven. Mogelijk dat zij hun besluit beter wenste te overdenken. Mogelijk het snelle afscheid van hen, hen zwaar viel. Een moeder die overvallen wordt met een huwelijksverzoek en onmiddellijk vertrek van haar dochter, ongetwijfeld valt dat zwaar.
De knecht is trouw, de Here heeft mij weg voorspoedig gemaakt, laat mij spoedig terugkeren naar mijn heer. Een lange weg terug wacht hen. Het beloofde land Kanaän lag niet naast de deur.

Verzen 57-58 De broer, vader en moeder hebben Rebekka in huwelijk gegeven. Dat is mogelijk met ouderlijk gezag gebeurd. Nu wordt aan het meisje de vrije keus gelaten of zij uit vrije wil het ouderlijk huis wenst te verlaten en onmiddellijk afscheid te nemen van haar ouders. Haar antwoord is: JA. Mogelijk was zij het eens met de voorspoedige weg door God geschonken aan de knecht. De Bijbel geeft geen enkele verklaring wat er in het meisje is omgegaan.
Hoe is het antwoord van de gelovige, wanneer hij of zij door God gevraagd wordt om alles achter te laten? Gelijk aan het antwoord aan Jezus: Laat mij eerst mijn dode begraven? Of is de gelovige direct bereid alles achter te laten en Jezus te volgen, zoals de discipelen die direct vader en arbeid opgaven? Zijn wij als ouders bereid om onmiddellijk de kinderen te laten gaan naar een zendingsveld en onmiddellijk afscheid van hen te nemen? Zo zelfs als in het geval van Rebekka dat zij zo ver weg gaat dat zij haar nimmer meer zullen zien?

Verzen 59-61 Rebekka wordt door haar familie gezegend. Moge zij de moeder worden van duizenden van tienduizenden. Een zegen die zich meer dan dat heeft vervuld. Zij is de moeder geworden van miljoen, misschien miljarden. Uw nageslacht bezit de poort van uw haters. Heden bezitten de Joden weer het beloofde land Israël, gehaat door de Palestijnen en andere landen. God heeft zijn Woord waar gemaakt.
Rebekka gaat niet alleen, tezamen met haar voedster en haar dienstmaagden. Niet volkomen beroofd van al haar geliefden. Ze gaat met enkele van haar bekende. Haar voedster die haar kent vanaf haar geboorte.

Vers 62 Isaak woonde bij de put Lachai-Roi, terwijl zijn vader woonde in Berseba. Isaak had de leeftijd van veertig jaar, zo het is niet verwonderlijk dat hij op zichzelf woonde. Onbekend is waar deze plaats gelegen heeft.

Vers 63 De Bijbel vertaling "peinzen" heeft de Hebreeuwse betekenis van mediteren of bidden. Tegen het vallen van de avond ging Isaak om te mediteren/bidden, dat is om God te zoeken en met God te spreken in gebed. An het einde van dit, opende Isaak zijn ogen en zag de kamelen aankomen. Ongetwijfeld was Isaak op de hoogte van de missie van de knecht. Ongetwijfeld was Isaak benieuwd of de knecht geslaagd was in zijn missie.

Verzen 64-65 De knecht zo ongetwijfeld Rebekka hebben verteld dat hun reis spoedig zou eindigen en zij nabij haar toekomstige man kwamen. Zij ziet een man aankomen, zo zij vermoed dat dit haar toekomstig man kan zijn. Isaak is te voet, daarom uit eerbied laat zij zich van haar kameel afglijden. En bedekt haar gezicht met een sluier. Niet ongewoon. Velen trouwen vandaag de dag met een bruidssluier. De bruidssluier is een symbool van reinheid, maagdelijkheid en eerbied voor God. Heden herinnert het ons ook aan het voorhangsel van de tempel welk in tweeën scheurde toen Christus stierf aan het kruis. Het scheuren van het voorhangsel nam de scheiding tussen God en de mens weg, waardoor gelovigen toegang kregen tot de tegenwoordigheid van God de Vader. Het christelijk huwelijk is een beeld is van de unie tussen Christus en de Kerk. Een weerspiegeling van deze relatie in het huwelijk tussen man en vrouw. Door het huwelijk hebben man en vrouw nu volledige toegang tot elkaar (1 Corinthiërs 7:4), de seksuele gemeenschap. De sluier wordt afgenomen, het einde van de maagdelijkheid (scheuren van het maagdenvlies) van de vrouw, het eerste begin van de seksuele eenheid.

Vers 66 De knecht geeft een uitgebreid verslag over zijn reis. Hoe God hem geleid heeft tot Rebekka. De knecht bevestigd hiermee de keuze van Rebekka als de vrouw voor Isaak. Isaak behoeft niet te twijfelen over de keuze van deze vrouw. Het is de keuze van God.

Seks is Huwelijk

HET HEBBEN VAN SEKSUELE GEMEENSCHAP, BETEKENT DAT JE EEN HUWELIJK GESLOTEN HEBT MET ELKAAR EN GETROUWD BENT!!!

Vers 67 Zo vond Isaak troost na de dood van zijn moeder, drie jaar terug. Een zeer lang treuren, een lang gemis van zijn oude moeder. Maar na drie jaar van treuren, voorziet God in de echtgenote voor hem. Isaak brengt Rebekka in de tent van zijn moeder Sara. Een voor hem geëerde plaats.
Tot slot één van de belangrijkste Bijbelverzen uit de Bijbel. EN HIJ NAM REBEKKA, EN ZIJ WERD HEM TOT VROUW. Waarom is zijn deze woorden zo belangrijk? Let goed op wat hier gebeurd. Isaak brengt Rebekka in de tent. Een afzonderlijke plaats, naar zijn eigen plek. Met andere woorden het houden aan Genesis 2:24 je vader en moeder verlaten en jouw EIGEN woning hebben. Maar nu het allerbelangrijkste: HIJ NAM REBEKKA, EN ZIJ WERD HEM TOT VROUW. Geen huwelijksceremonie, geen in het openbaar maken aan anderen van IK NEEM DEZE VROUW ALS MIJN ECHTGENOTE, geen huwelijksfeest. NEE een simpele seksuele gemeenschap voltrekt het huwelijk. De ONTMAAGDING en de SEKSUELE GEMEENSCHAP BETEKENEN HET HUWELIJK. Het hebben van seks voor het huwelijk bestaat niet, met de seksuele gemeenschap IS HET HUWELIJK GESLOTEN (zie ook 1 Cor. 6:16). Gaat men na de seksuele gemeenschap uit elkaar, dan is dat ECHTSCHEIDING!

Terug naar topTerug naar boven


Genesis 25 - Geboorte van Esau en Jakob

Vers 1 Volgens Calvin nam Abraham een andere vrouw nog tijdens het leven van zijn vrouw Sara, wat dan zou verklaren waarom Abraham in staat was kinderen te verwekken. Volgens mij een vreemde gedachte gang. Sara had bij haar man aangedrongen om de slavin Hagar weg te zenden met haar kind, de uit het vlees verwekte zoon door Abraham. God had bevestigd aan hem om gehoorzaam te zijn aan zijn vrouw. Dan is het een vreemde zaak dat Abraham nog een andere vrouw zou nemen en kinderen bij haar zou verwekken terwijl Sara nog in leven is. Andere verklaren dat Abraham nieuw leven ontving om Isaak te verwekken en daarmee opnieuw vruchtbaar werd.

Verzen 2-6 God had duidelijk aan Abraham gezegd dat de belofte van Hem gold voor zijn zoon Isaak en niet voor Ismaël. Uit seksuele wellust had hij een andere (jonge) vrouw genomen en kinderen bij haar verwekt. Nu hij zijn dood ziet naderen (misschien door God geopenbaard), moet hij maatregelen nemen, ook deze kinderen uit het vlees verwekt, en op gelijke wijze wegsturen zoals in het geval van Ismaël. Deze kinderen mogen niet erven, Isaak is door God aangewezen als de enige erfgenaam. Let op vers 6, daar staat bijvrouwen in het meervoud. En zonen van de bijvrouwen. Het is dus niet slechts beperkt tot deze ene vrouw Ketura. Abraham was zeer ongehoorzaam geworden aan God, want hij pleegde polygamie. Want Ismaël was reeds eerder weggezonden.

Verzen 7-8 Abraham was oud geworden, had nieuw leven ontvangen en was ver boven het door God bepaalde maximale leeftijd van 120 jaar. Abraham was 140 jaar toen Isaak trouwde. Hij stierf op 175-jarige leeftijd en mocht dus 35 jaar genieten van het huwelijk van zijn zoon. Isaak trouwde toen hij 40 jaar was, gedurende 20 jaar was Rebekka onvruchtbaar, zijn zonen werden geboren toen hij 60 jaar was (vers 26). Dus Abraham heeft zijn kleinkinderen mogen zien (140 + 20 = 160 jaar) toen zij geboren werden.
Abraham gaf de geest, mogelijk duidt dit op een vredige dood, zonder een lijdensweg van ziekte en verzwakking door ouderdom.

Verzen 9-11 Zijn zonen Isaak en Ismaël begroeven hem. Dat betekent dat Abraham na de dood van Sara weer contact had met Ismaël. De andere zonen waren reeds weggezonden naar het Oosterland. Abraham wordt begraven in dezelfde spelonk van zijn vrouw Sara. Isaak blijft wonen bij de put van Lachai-Roi waar hij Rebekka tot vrouw nam.

Verzen 12-18 Ook Ismaël verwekt 12 kinderen, oftewel 12 stammen. Zij woonden in een land dat ten oosten van Egypte lag. Ismaël sterft op 137 jarige leeftijd.

Verzen 19-21 Hier is een vreemde zaak. Rebekka de vrouw door God gekozen als vrouw voor Isaak, was gelijk Sara onvruchtbaar. Aan Abraham was beloofd dat Isaak een grote natie zou worden. Ongetwijfeld was Isaak van deze belofte op de hoogte, desondanks bleef zwangerschap uit en was Rebekka onvruchtbaar. Een tegenstrijdigheid. Isaak bad voor zijn vrouw Rebekka. En de Here liet Zich door hem verbidden. Waarom? Ongetwijfeld zal ook Rebekka hebben gebeden, maar het is het gebed van Isaak, als hoofd van het gezin, waarna God luistert. Maar waarom een verbidden? Helaas moet ik je het antwoord schuldig blijven.
Daniel bad op grond van Gods belofte dat na 70 jaar God Israël zou laten terugkeren uit ballingschap. Het was een beroep op Gods belofte. Maar was dat een verbidden?
Laat dit een les zijn voor de gelovige. Het gebed dient een volhardend gebed te zijn (Rebekka bleef 20 jaar onvruchtbaar) op met een beroep op de belofte(s) door God gegeven in de Bijbel. Het moet in overeenstemming zijn met Gods Wil. En Gods Wil kennen wij vanuit de Bijbel. Daarom is Bijbel studie belangrijk. De Bijbeltekst kennen binnen zijn verband en niet een uit zijn verband trekken, zoals satan deed bij de verzoekingen van Jezus.

Verzen 22-23 Het was geen normaal schoppen van de kinderen in de zwangere buik van Rebekka. Let goed op de reactie van haar. Zij observeert dat er iets ongewoons in haar buik gaande is. De reactie is waarom? EN zij gaat de Here God raadplegen. Hoe dat vermeldt de Bijbel niet. Er waren geen profeten in de buurt. Het is zij, de zwangere vrouw, die God gaat raadplegen. Middels gebed? Waarom niet tezamen met haar man?
God antwoordt haar. Hoe? Dat vermeldt de Bijbel niet, slechts God zei tot haar. Betekent dat een duidelijke stem, of een middels een droom? In elk geval is het een overduidelijk antwoord direct van God Zelf. Geen enkele twijfel.
Heel duidelijk, twee naties waarbij de oudste dienstbaar aan de jongste zal zijn. God antwoordt duidelijk en vertelt ook wat de toekomst zal zijn. Reeds in haar zwangere buik strijden de ongeboren tweeling om de macht. Een voor de mens onbegrijpelijk zaak, voor de mens heeft een foetus nog geen wil, het ongeboren leven is onwetend. Dit strijden bewijst dat een foetus leven is, een mens is, wat men niet mag afbreken middels abortus.
Het is ook een Alwetendheid van God, dat Esau zijn geboorterecht aan Jakob zal verkopen, verzen 31-33.

Verzen 24-26 Sommigen vragen zich af, waarom God niet zorgde dat Jakob als eerste geboren werd? God is Souverein, als mensen weten wij niet de redenen van God. God testte Farao, gaf hem de kans om te luisteren naar Gods waarschuwingen. In de verzen 31-33 wordt Esau getest omtrent de waarde die hij geeft aan zijn eerstgeboorte recht. Hij was als eerste geboren.
Ook Isaak was niet zo jong meer toen hij voor het eerst vader werd. Helaas wordt niets vermeld over de leeftijd van Rebekka. Hun geloof in Gods belofte werd ook zwaar beproefd.

Vers 27 Esau werd een man ervaren in de jacht. Een zware arbeid die hardlopen betekende om het wild achterna te gaan en te doden. Met pijl en boog, of het dier te vangen en met het mes te doden.
Isaak werd een huiselijk man, of hij net als zijn opa knechten in dienst had om de kudde te weiden, vermeld de Bijbel niet, maar lijkt logisch.

Vers 28 Vader en moeder mogen geen onderscheid maken in hun liefde voor hun kinderen. Toch in de praktijk is er bij de vader en moeder een voorkeur voor een bepaalde zoon of dochter. Wij mogen niet zeggen dat dit veroorzaakt werd door vers 23 waarbij de oudste boven de jongste wordt voorspeld. Mogelijk dat de voorkeur van Isaak voortkwam uit het wildbraad van Esau. De liefde van de man gaat immers via de buik. Als mogelijke tegenreactie kwam de voorkeur van Rebekka voort naar Jakob.
Les: Wees voorzichtig en zorg er voor dat de kinderen geen onderscheid merken in de ouderlijke liefde. Speel ook kinderen niet uit door te vragen wie heb je meer lief, vader of moeder? Als je al onderscheid maakt, verklaar dan waarom. Onze zoon is 7 jaar ouder dan de jongste, de oudste moet meer verantwoordelijkheid aanvaarden, terwijl de jongste moet aanvaarden dat zijn oudere broer duurder speelgoed ontvangt. Maar dat gaat goed, omdat wij als ouders het hun uitleggen. Vaak geven wij beide een cadeau tegelijkertijd.

Linzen gerechtVerzen 29-30 Linzen zitten vol ijzer, vezels en eiwitten. Rode linzen hebben vaak geen velletjes meer en worden voornamelijk gebruikt voor soepen en puree. Geen wonder dat Esau, vermoeid terugkomende van een onsuccesvolle jacht, begeerde een voedzame maaltijd te nuttigen.
Verzen 31-33 Hoe gemeen is Isaak. Zijn broer die moe terugkeert van een jacht zonder iets gevangen te hebben, weigert om hem te eten te geven. Ja, zelfs tegen een gewone betaling, hij eist het allermeeste: het eerstgeboorte recht van zijn eigen tweelingbroer. Dan moet je jouw eigen broer toch wel heel erg haten als je in feite zijn leven vraagt. Esau is moe en hongerig, zo zeer dat hij denkt dat zijn dood nabij is. Dus zijn antwoord is ja, want wat voor nut heeft mijn geboorterecht als ik toch gaat sterven.
Vers 34 Maar de Bijbel geeft een andere verklaring: Esau at en dronk, stond op en ging heen. Hij hechtte geen enkele waarde aan zijn eerstgeboorterecht. Later zou hij er spijt van krijgen. Kwam dit omdat zijn moeheid voorbij was en hij tot zinnen kwam. Toch dienen wij waarde te hechten aan de woorden van de Bijbel: hij verachte.
Laat het een les zijn, neem nooit besluiten wanneer je moe (oververmoeid) bent. En in het bijzonder onder zware omstandigheden als je denkt dat alles verloren is. Wacht met documenten te ondertekenen of belangrijke besluiten te nemen. Juist dan loert satan om je te laten vallen, en vaak zijn de consequenties definitief. Wacht totdat je helder en fris bent, en laat je niet misleiden!

Terug naar topTerug naar boven


Genesis 26 - Geen vertrouwen van Isaak in God

Vers 1 De geschiedenis herhaalt zich, er komt hongersnood. Dit keer wijkt Isaak uit naar het land van Abimelek en niet naar Egypte. Abimelek had zich gastvrij getoond in de dagen van Abraham. Mogelijk dat Isaak daarom keert naar dit land.

Verzen 2-6 God verschijnt aan Isaak met het bevel niet door te reizen naar Egypte, maar te blijven in het land van Abimelek, het land Gerar. God herhaalt Zijn belofte aan Abraham nu direct aan Isaak. Wees Mij gehoorzaam, dan zal Ik je zegenen en Mijn belofte waar maken. De voorwaarden is: gehoorzaamheid en het in acht nemen van Gods inzettingen en wetten.

Verzen 7-8 Ook hier herhaalt zich de geschiedenis. Er is geen vertrouwen in God. Ondanks de lessen aan zijn vader Abraham, die vertelde dat zijn vrouw zijn zuster was (wat een halve waarheid was). Hier vertelt Isaak een grove leugen, want Isaak had geen zusters noch halfzusters. Isaak moet de twee geschiedenissen van zijn vader hebben vernomen. Zijn vader moet dit hebben verteld, want anders kon generaties later, Mozes dit niet op schrift hebben gesteld. Het is treurig gesteld met Isaak. God had zijn leven gespaard als brandoffer, toen hij een kind was. God had in de verzen 2-6 Zijn beloofde herhaald dat hij een groot volk zal worden. God was hem nota bene persoonlijk verschenen, en toch net als zijn vader Abraham, GEEN vertrouwen in God. Een bewuste leugen en bevel aan zijn vrouw, zeg aan de inwoners dat je mijn zuster bent. Ondanks alle lessen uit het verleden en de zo juist gegeven beloofde door God Persoonlijk, geen vertrouwen in God maar op menselijk kunnen van leugens.
Helaas verschijnt God niet meer in Persoon aan de gelovige. De gelovige moet het doen met de Bijbel en de lessen uit de Bijbel. De gelovige wordt net als Abraham en Isaak getest middels hongersnood en andere problemen. Zaak is om op de woorden van de Bijbel te vertrouwen, in het juiste verband. En je niet te laten misleiden door satan.

Vers 9 Abimelek is waarschijnlijk een titel. Of de zoon van de Abimelek uit de tijd van Abraham. Ook deze Abimelek kende de geschiedenis van bedrog en misleiding van deze vrouw is mijn zuster. Hoe dom was Isaak om dit opnieuw te gebruiken. Het spreekwoord "Al is de leugen nog zo snel, de waarheid achterhaald hem wel" vervuld zich hier. Abimelek, de koning, ziet persoonlijk dat Isaak zijn vrouw aan het liefhebben is. Wat een afgang. De koning roept hem ter verantwoording. Wat een afgang om te moeten getuigen: Ik had geen vertrouwen in mijn God, maar ik vreesde voor mijn leven.

Vers 10 De koning en zijn volk vreesden zeer hun afgoden. Abimelek en zijn volk VREESDE voor de God van Abraham en Isaak. Dit volk wat afgoden dienden, hadden meer ontzag voor hun goden inclusief de God van Isaak, dan Isaak had voor zijn eigen God. Wat een diepe schande en zeer slecht getuigenis. Deze koning getuigt in het openbaar: Jij, Isaak had grove schuld over ons kunnen brengen. De geschiedenis van zijn vader herhaald zich. Wat een slecht getuigenis. Twee maal een zelfde leugen, twee maal het vertoon van geen vertrouwen hebben in hun eigen God. Laat dit een les zijn voor de gelovige. Maak God de Vader en Jezus Christus niet ten schande.

Vers 11 De koning is radicaal en geeft getuigenis van zijn geloof in de God van Isaak. Het bevel luidt: Wie deze man of zijn vrouw aanraakt, zal ZEKER ter dood gebracht worden. Wat een bewijs van ontzag voor de God van Isaak. Hij weet dat Isaak en zijn vrouw onder de bescherming staan van hun God, en dat als kwaad aan hen wordt gedaan, hun God de koning en zijn volk zal straffen.

Verzen 12-14 God had Abraham gezegend met rijkdom tijdens zijn verbleef in het land Gerar. Ook nu wordt de zoon gezegend en wordt steeds rijker. De slaven krijgen kinderen zodat de slavenstoet zich uitbreidt. De inwoners van Gerar worden jaloers op de zegen van de God van Isaak. Maar deze uitbreiding vereist ook meer grondgebied.

Verzen 15-17 Een noodzaak is water om te kunnen leven. Isaak breidt zich zeer uit en door de waterputten dicht te stoppen, proberen de inwoners het leven van Isaak en zijn kudden en slaven onmogelijk te maken. Maar het baat niet, dus moet de koning ingrijpen. De koning is duidelijk: Isaak je bent veel machtiger geworden dan wij, wees zo vriendelijk en verlaat ons. Isaak is wijs en verlaat het land Gerar (vers 6).

Verzen 18-20 De inwoners hadden de waterputten dichtgestopt na de dood van Abraham. Hoe dat vertelt de Bijbel niet, met zand of met stenen? Isaak heropent de putten, omdat hij veel vee en slaven had, dus heel veel water nodig had. Een waterput bevatte stilstaand (brak?) water als gevolg van regen dat zich diep in de grond bevond. En kon opdrogen. Een put met levend water wil zeggen een put met stromend water, zeer gezond en drinkbaar, welke niet uitdroogde. Geen wonder dat daarom de herders van Gerar om deze waterput twisten. Het was immers een bron die niet opdroogde.

Verzen 21-23 Na vele twisten, keert Isaak terug naar het land van zijn overleden vader Abraham te Berseba (Gen. 22:19).

Verzen 24-25 Opnieuw verschijnt God aan Isaak. Wat een voorrecht dat God Persoonlijk aan hem verschijnt. Een direct gesprek? of een eenzijdige conversatie. Hoe het ook zij, een duidelijkheid zonder enige twijfels. En wat een belofte: IK ben met je, vrees niet, IK zal je zegenen. Een belofte dat hij niet behoeft te vrezen voor zijn vijanden. Dat is wel wat anders voor de gelovige. Jezus Christus heeft niet beloofd dat de gelovige niet voor zijn vijanden behoeft te vrezen. In tegendeel Jezus heeft gezegd dat de gelovige martelaarschap en eventueel de dood kunnen verwachten. Echter de dood is van het lichaam en die volhoudt tot het einde, is niet van de ziel. Die volhoudt tot het einde, wacht een eeuwig leven in de Hemel.
Isaak bouwt een altaar. Een plaats waar brandoffers voor de zonden kunnen worden gebracht. De knechten graven een put, zodat er water is en deze plaats een vaste verblijfplaats kan worden.

Verzen 26-29 De koning Abimelek en zijn legeroverste Pikol trekken naar de verblijfplaats van Isaak. Zij wensen geen oorlog met Isaak maar vrede. Zij hebben geen vertrouwen dat Isaak het verbond tussen hen en Abraham gestand zal houden. Zij wensen een direct verbond tussen hen en de zoon Isaak. Wat een grove woorden van Isaak, wat een belediging: Daar gij mij haat. Wat een valse beschuldiging, wat een lef. Isaak die geen vertrouwen had in zijn God, een koning Abimelek die eerbied en ontzag toonde aan zijn God. Koningen die aan zijn vader en hem gastvrijheid hadden getoond om in tijden van hongersnood in HUN land te wonen. Terwijl hij rijkelijk door God gezegend was. De koning hem vergeving had geschonken voor de grove leugen van zijn vrouw is mijn zuster. En dan het lef hebben met de grove beschuldiging van: U haat mij. Wat een enorme ondankbaarheid. Als koning zal je onmiddellijk deze persoon doden. Maar Gods hand is met Isaak en deze koning heeft ontzag voor deze God. De koning antwoordt met: wij hebben u ENKEL GOED gedaan, hij wijst zeer terecht de valse beschuldiging van Isaak af. Wat een afgang van Isaak, wat een slecht getuigenis. Een persoon zo overweldig gezegend door zijn God, en dan zo overweldig slecht getuigenis geven. De koning had een geweldig goed getuigenis gegeven, hem enkel goed behandeld. Terwijl Isaak vol leugen en ondankbaarheid.

Verzen 30-31 De koning wenst een belofte van vrede. Maar hij vertrouwt Isaak niet en daarom doet hem zweren bij zijn God. Wetende dat als Isaak zijn woord niet houdt, dan zal zijn God hem straffen en rechter zijn in de gedane beloften. Na de maaltijd en zweren vertrekken de koning en zijn legeroverste in vrede. Wetende dat de God van Isaak hen tot een getuigenis is.

Verzen 32-33 Berseba was een woestijn gebied (Gen. 21:14 De engel des Heren ontmoet daar de slavin Hagar). Opnieuw hebben de knechten een put gegraven. Of ten gevolge er hier veel drinkwater (waterputten) gevonden werd, een stad Berseba werd gesticht, is onduidelijk.

Verzen 34-35 Esau begaat polygamie en neemt zich twee vrouwen Jehudit en Basemat. Tegen het gebod van God in om één vrouw te trouwen EN om binnen de eigen stam te trouwen. Geen vrouw uit het nageslacht van de broer van Abraham, zoals bij Isaak. Esau neemt zich twee vrouwen die (Hettische) afgoden dienen. De ongehoorzaamheid van Esau leidt tot kwellingen van Isaak en Rebekka. Ja, Esau was 40 jaar oud, dus volwassen. Hij had het recht om voor zichzelf te kiezen en de ouders konden niet meer verbieden. Toch dienen wij vraagtekens te zetten achter de opvoeding van Esau. De ouders hadden op Gods inzettingen en wetten moeten wijzen.
Ongelijk span: Ploegende os met paardHoe zijn de gelovige ouders? Hebben zij Gods wetten onderwezen? Geen seksuele gemeenschap voor het huwelijk? Geen ongelijk span met een ongelovige partner? Zie De keuze van je toekomstige partner. Een verbieden van een verkering met een ongelovige of ongelijk span in het geloof? Als ouders hebben wij geen excuus, hebben de plicht van verbieden *). Is het kind ongehoorzaam, dat zal het zelf de consequenties dienen te dragen. Een verlies van het eeuwige leven in de Hemel, daarop dienen de gelovige ouders op te wijzen. Het is immers een bewuste keuze van het kind, om het christelijke geloof vaarwel te zeggen. Want het is een bewuste keuze om TEGEN Gods wil in te gaan en verkering te kiezen met een ongelovige (zie 1 Cor. 7, 2 Cor. 6:14). Een bewuste keuze om de Heilige Geest uit te doven en het onderpand van eeuwig leven te verliezen (Ef. 4:30).

*) Note: Dit is een serieuze zaak. Het geloof in de Here Jezus Christus en het huwelijk zijn de meest belangrijke zaken in het leven. Het is niet een kwestie van deze tijd, deze eeuw. God is eeuwig, Zijn kennis is groter dan die van de mens. Hij weet wat het beste is voor de mens. En kunnen wij niet af doen, dat is niet van onze tegenwoordige tijd. De vraag gesteld is, hoe ver ga je in het verbieden? Ten eerste leg je als ouders aan de hand van de Bijbel uit, dat God het verboden heeft. Wees op de vele echtscheidingen bij een gelovig met een ongelovige partner. Hoevele gelovige partners hun geloof hebben verloren dan wel hun geestelijk leven.
Als het gesprek met jouw kind niet helpt, vraag de oudste en/of voorganger van de kerk om een gesprek te hebben met jouw ongehoorzaam kind.
Hoe ver ga je als kerk? Ten eerste met discipline. Uitsluiting van kerkelijke ambten (zangkoor, muziek, uitdelen avondmaal), en indien nodig uitsluiten van het kerk lidmaatschap. Nimmer ontzeg de toegang tot de kerk.
Als ouder bij minderjarige kinderen bid om wijsheid en leiding van de Heilige Geest. Ontvang de ongelovige partner niet in jouw huis. Leg uit waarom! Bij meerderjarige kinderen, neem geen deel aan deze zonde en verzoek het ongehoorzame kind de ouderlijke woning te verlaten. En op zichzelf te gaan wonen. Maar laat de deur open om het ouderlijk huis te bezoeken. Men moet duidelijk zijn, wij spreken over het eeuwige leven wat op het spel staat. Of een achterblijven bij de Wederkomst van Christus. Welke ouder wenst dat zijn zoon of dochter door de Grote Verdrukking gaat?

Terug naar topTerug naar boven


Genesis 27 - De zegen van Isaak aan zijn zoon

Verzen 1-2 Isaak is bijna blind en ziet zijn dood naderen. Daarom roept hij zijn lievelingszoon om hem te zegenen voordat hij sterft. In de volgende verzen lezen wij het bedrog van zijn vrouw Rebekka en de zoon Jakob. Rebekka vertrouwt niet op God, wat Hij gezegd had in Genesis 25:23. En Isaak negeert dit eveneens. Beiden gaan hun menselijk weg en voorbij aan Gods Wil.

Verzen 3-4 Blijkbaar was Esau gewoon om een heerlijke maaltijd van een stuk wild voor zijn vader te bereiden. Isaak geeft de reden aan, voordat ik sterf, wens ik nog te genieten van deze maaltijd, daarna zal ik je zegenen voordat ik sterf. Hier gaat Isaak de mis in, God had duidelijk gezegd, dat de zegen was voor Jakob en niet voor Esau. Bovendien was Esau met zijn polygaam huwelijk en Hethittische vrouwen ongehoorzaam aan God. Dus mocht Isaak niet de zegen geven zoals in de verzen 28-29. Dit was puur de persoonlijke voorkeur van Isaak als vader voor Esau boven Jakob en tegen de Wil van God.

Verzen 5-6 Rebekka was in de tent aanwezig toen Isaak het verzoek deed aan de zoon Esau. En begreep uit het gesprek wat haar man van plan was. In plaats van God te vertrouwen (Gen. 25:23) grijpt zij naar aardse middelen van grove zonde en leugens. Zonder enige vrees voor God. Ze wacht totdat Esau het veld ingegaan is om te jagen en roept daarna haar zoon Jakob.

Verzen 7-8 Rebekka doet verslag aan haar zoon Jakob van het gesprek tussen Isaak en Esau. Jakob was de lievelingszoon van Rebekka. Zij wenste dat de zegen naar haar lievelingszoon Jakob gaat en niet naar de lievelingszoon van Isaak. Geen enkel respect en onderdanigheid van de vrouw Rebekka aan haar man. Geen gesprek met haar man dat God Isaak had voorbestemd. Puur menselijke wil en voorkeur. Geen vertrouwen in God maar een grijpen naar aardse middelen om haar wil te volbrengen. Ja, een grove zonde en slecht voorbeeld van de moeder: Luister naar mij wat ik u gebied. Het is de moeder, de vrouw die gebiedt. De eigen vrouw die haar blinde man bedriegt. Hoe gering was de liefde van Rebekka voor haar man!

Verzen 9-10 Ga naar de kudde, Jakob was een huiselijke man en daarom een herder? Haal uit de kudde twee beste geitebokjes. Dan zal ik deze bereiden zoals jouw vader het graag heeft. Dan zal hij jou zegen in plaats van je broer. Wat een bedrog van de vrouw aan haar blinde man. Een bewuste keus, een zonde van voorbedachten rade! Hoe is het mogelijk dat geitebokjes de plaats kunnen innemen van wild vanuit het veld? Waarom proefde Isaak het verschil niet in vlees? Mogelijk de wijze waarop Rebekka het vlees bereidde.

Verzen 11-12 Maar Jakob bedenkt dat zijn broer een behaard man is en hij onbehaard is, en daarom zijn vader spoedig het bedrog zou ontdekken. Daarom in plaats van een zegen, een vloek zal ontvangen. Geen resolute afwijzing van het bedrog, nee, een meegaan van bedrog en zonde van zijn moeder. Hij wenste de zegen, die zijn vader aan ijn broer wilde geven. Vergat dat hij het eerstgeboorterecht verkocht had van zijn broer (Gen. 25:30-34). Had hij dit nimmer aan zijn vader verteld? Nu neemt hij tezamen het recht in eigen handen middels bedrog.

Verzen 12-17 De moeder aanvaardt alle verantwoordelijkheid. Een eventuele vloek komt op haar neer. Totaal geen respect voor een vervloeking, een straf door God. Hoe goed had de moeder nagedacht, ze neemt de kleren van de broer Esau met zijn geur. Met de behaarde vellen van de geslachte geitebokjes bedekt zij de onbehaarde huid van haar zoon Jakob. Ja, een volkomen voorbedachte daad van leugen en zonde. Geen enkel excuus mogelijk. Geen enkele vrees voor God. Een volkomen bewust aanvaarden van een straf van God (vloek zij op mij).
Zij bereidt de maaltijd en geeft het aan Jakob om daarmede naar haar blinde man te gaan.

Verzen 18-19 Jakob gaat met het gerecht naar zijn vader. Waarschijnlijk hoort de vader aan de stem dat dit niet Esau is. Hij vraagt: Wie zijt gij, mijn zoon? Wat een vreemde vraag. Hij herkent "mijn zoon". Maar waarom de vraag: Wie zijt gij?
Jakob zonder vrees voor God, bedriegt zijn vader met: 1.Ik ben Esau, 2.Uw eerstgeborene. 3.Ik heb gedaan zoals afgesproken. Een drievoudige leugen. De vader kon denken dat Jakob niet kon weten wat hij met Esau had afgesproken. Hij gaat verder met: richt u op en zegen mij.

Verzen 20-23 Isaak is verbaasd dat de zoon zo snel wild heeft gevonden en de maaltijd heeft bereid. Hij vertrouwt het niet. Nu vervolgt Jakob zijn zonde met de leugen waarbij hij zelfs God betrekt: De Here, uw God, deed mij slagen. Zonder enige vrees voor God, betrekt hij God in zijn leugen. En verwijst naar de God van zijn vader. Niet onze God, NEE, bewust "uw God".
Isaak desondanks vertrouwt het niet, en vraagt om hem te betasten. En zegt jouw stem is die van Jakob en niet die van Esau. Hier gaat de vader de mist in. Hij vertrouwt de zaak niet, en wordt bevestigd omdat de stem niet klopt. Maar gaat over tot een menselijke bevestiging van betasten. Hij gaat NIET te rade bij zijn God. In deze zeer belangrijke zaak van zegen, raadpleegt hij God NIET! God had kunnen antwoorden dat de zegen aan Jakob toe kwam, zoals gezegd in Gen. 25:23. God had immers eerder Persoonlijk met Isaak gesproken.
De les voor de gelovige. Bedenk goed hoe je handelt in belangrijke zaken van het Koninkrijk Gods, evangelie verkondiging, zending, kinderwerk. Als je twijfelt aan de zaken, zoek God in gebed, zoek bevestiging vanuit de Bijbel. Zodra het tegen de Bijbel ingaat, is het NIET van God. Laat je leiden door de Heilige Geest. Maar in GEEN geval ga te rade bij (gelovige) mensen. Rebekka bedrog haar eigen man. Soms wil men een project maar al te graag en mede gelovigen wensen je te behagen en te steunen. Maar ga niet door bij twijfel.

Vers 24 Hoe kun je als zoon je eigen blinde vader zo bedriegen? Dat duidt toch wel op geen enkel respect voor God. Geen enkele eerbied voor de vader. Daarbij aangezet door de vrouw en moeder. Met een resoluut JA bevestigd hij zijn bedrog, Ja ik ben Esau. Isaak krijg een koekje van eigen deeg, hij had zijn vrouw laten zeggen: Ik ben de zus van Isaak, terwijl zij zijn vrouw was. Alles een bewuste leugen en bedrog.

Verzen 25-27 Isaak vraagt om hem te kussen. Hij ruikt de geur van de kleren, de geur van het veld. Een menselijke bevestiging dat dit de zoon Esau dient te zijn. Het veld dat door God gezegend is.

Verzen 28-29 Isaak gaat over tot de zegen. De dauw des hemels die de gewassen op het veld en wijngaard bewaterd en doet groeien. Zodat er voedsel is voor de (wilde) dieren. Zodat er een overvloed is aan koren, most en wijn. Volken zullen hem dienen en onderdanig zijn. Wees een heerser over uw broederen. Let op het meervoud. Esau zou nimmer onderdanig zijn aan Isaak. De broers van Jozef zouden onderdanig zijn aan hun broer (en koning) Jozef.
Een grote belofte wordt aan hem gegeven: wie u vervloekt, die zal door God vervloekt worden. Wie u zegent, zal door God gezegend worden.

Verzen 30-32 Jakob had de zegen ontvangen en maakt zich haastig uit de voeten, wetende dat zijn broer elk moment kan terugkeren. Wat ook gebeurd, Jakob had nauwelijks de tent van zijn vader verlaten, of Esau komt terug van een geslaagde jacht. Esau gaat het wild bereiden en brengt het aan zijn vader. Hij nodigt hem uit tot het eten van zijn wildgebraad. De vader is verward en vraagt: Wie ben je? Esau antwoordt met: Ik ben uw eerstgeboren zoon, Esau. De leugen heeft niet lang stand gehouden, heel snel wordt het bedrog geopenbaard. Maar de schade is gebeurd.

Vers 33 Isaak schrok geweldig. Maar blijft in leven en overlijdt niet aan een hartverlamming. Hij herkent de stem van zijn zoon Esau. Hij realiseert zich het bedrog van zijn zoon Jakob en mogelijk van zijn vrouw Rebekka.
Hij vertelt aan Esau wat er zich heeft afgespeeld. Ik heb je broer gezegend. Maar let op het vervolg: Ook zal hij gezegend zijn. Wat een woorden, een bevestiging van de zegen. Isaak beseft dat hij de uitgesproken zegen over de bedrieger niet ongedaan kan maken. Herinnert hij zich op dat moment dat God bij de zwangere Rebekka had gezegd dat de jongste over de oudste zou heersen? En dit met deze zegen in vervulling was gegaan.

Vers 34 Esau geeft een luide en bittere schreeuw. Had hij vergeten dat hij zijn eerstgeboorterecht had verkocht aan zijn broer? Hij ontvangt wat hij verkocht had. Het was zijn eigen schuld, hij had geen waarde gehecht en verkocht. Of is er een verschil tussen geboorterecht en zegen?
Isaak had alles geschonken aan wie hij dacht dat zijn lievelingszoon was. Had geen zegen overgelaten voor de tweelingbroer. Isaak krijgt een koekje van eigen deeg. Aan zijn lievelingszoon kan hij NIETS meer schenken, kan hem in niets meer zegen. De voorkeur van de vader boven de andere broer, is op menselijke wijze afgestraft. Esau vraagt om hem ook te zegen. Maar ALLES is weggeschonken door de vader. Normaal erven beide kinderen, worden beide kinderen gezegend. Door de voorkeuren van vader en moeder, geschiedt er onrecht. Werden Gods wetten geschonden. Men kan tegenwerpen dat dit door God zo voorbeschikt was. Als tegen argument is dat dit door menselijk kunnen en bedrog was gebeurd. Men had niet gewacht hoe God Zelf zal regelen.
Laat dit een les zijn voor de gelovige. Bij een belofte van God, ga NIET in eigen kracht de vervulling waarmaken, wacht op Gods tijdstip.

Verzen 35-37 Isaak antwoordt met: Je broer is met bedrog gekomen en heeft uw zegen weggenomen.
Jakob betekent "die de hiel vastgrijpt" vanuit het werkwoord Akon de hiel vasthouden. Wat gebeurde bij de geboorte. Naderhand kreeg het de betekenis van: beetnemen, bedriegen.
De eerste beschuldiging mijn broer heeft mij tweemaal bedrogen is vals. Esau had uit wanhoop vrijwillig zijn eerstgeboorterecht verkocht. Dat was gebeurd zonder bedrog.
De tweede beschuldiging was juist met bedrog had zijn broer de zegen weggenomen. Maar uit voorliefde voor de zoon Esau, had de vader niets overgelaten voor de tweelingbroer. Jakob komt tot bezinning en vraagt: Is er geen zegen overgehouden voor mij? Tot zijn schande moet de vader antwoorden dat hij hem als heerser over hem heeft gezegend. Dat hij geen zegen voor hem heeft overgelaten. Isaak wordt afgestraft voor zijn eigen onrecht, zijn lievelingskind heeft hij zelf alles ontnomen. Ja hem zelfs onderdanig gemaakt aan zijn broer. Hem de zegeningen van het gewas (rijke alimentatie) ontnomen.

Verzen 38-40 Esau beseft dat alles hem ontnomen is. Hij schreeuwt luid en gaat over tot wenen. Zijn toekomst is zonder uitzicht en zonder zegen. Vader heb je werkelijk geen enkele zegen voor mij overgelaten? Zijn vader antwoordt: Ver van de rijke gewassen zal jouw woonplaats zijn, zonder de regen (dauw) van de hemel. Je broer zul je dienen. En van het zwaard leven. Mits je hard werkt, dan zul je in staat zijn, om onder deze onderdanigheid uit te komen (2 Koningen 8:20 De Edomieten onttrekken zich aan de macht van Juda. De Edomieten zijn de nakomelingen van Esau).

Conclusie:
Laat dit een ernstige waarschuwing zijn voor de gelovigen, die belangrijke lessen kan trekken uit dit hoofdstuk. Esau verkocht zijn eerstgeboorterecht op een zwak moment. Dat was onherroepelijk. Ten tweede alles gebeurde met een bewuste keus. Middels bedrog ontving Jakob de zegen. De gelovige heeft de erfenis ontvangen na de aanname van Jezus Christus als Verlosser. Dat is niet voldoende. De erfenis ontvangt de gelovige na de dood. Indien de gelovige besluit tijdens zijn of haar leven op aarde terug te keren naar de rijkdom van de wereld (Esau verkocht zijn eerstgeboorterecht voor een maaltijd), dan verkocht hij of zij de erfenis. Loochent het christen zijn en verliest daarmede de toegang tot de Hemel (blijft achter op aarde en gaat NIET mee bij de Wederkomst van Christus). De gelovige moet een leven onder leiding van de Heilige Geest leiden tot aan de dood of de Wederkomst van Christus. Zo niet dan wacht hem of haar een hernieuwde keuze in de vreselijke Grote Verdrukking. Maar mijn inziens met verlies van een nieuw zondeloos lichaam en leven in de Hemel.

Vers 41 Esau is woedend, enigszins terecht. Zijn tweeling broer en zijn moeder hebben hem bedrogen. Hij zint op wraak. Maar besluit te wachten tot na de aanstaande dood van zijn vader. Dan wenst hij zijn broer te doden. Daarbij gaat hij voorbij aan het feit dat de zegen aan zijn broer was besloten door God. Het doden van zijn broer zou slechts de wraak van God over hemzelf brengen.

Verzen 42-45 Rebekka verneemt wat haar zoon van plan is, de moord op zijn broer na het overleden van haar man. Daarom laat zij Jakob roepen met de instructie vlucht naar mijn broer Laban. Vlucht voordat je vader sterft en je broer je doodt. Op zijn tijd zal je broer kalmeren en vergeten wat je hem heb aangedaan. Dan zal ik bericht sturen en je verzoeken terug te keren. Waarom zal ik jou en je vader beide op één dag verliezen?

Vers 46 Rebekka heeft het lef om na haar bedrog met haar man te spreken. Zij beklaagt zich over de Hethittische vrouwen van Esau en verzoekt daarom dat Jakob zich een vrouw mag zoeken uit de vrouwen van haar broer Laban. Isaak geeft zijn toestemming. Het bedrog van Rebekka komt haar duur te staan. Haar lievelingszoon Isaak zal 14 jaar dienen voor zijn vrouwen. En mogelijk is Rebekka in deze periode gestorven en heeft zij haar zoon niet meer gezien.

Terug naar topTerug naar boven


Genesis 28 - Jakob verlaat zijn vader en ontmoet God

Verzen 1-2 Isaak nog in leven zijnde, bevelt zijn gezegende zoon Jakob een vrouw te zoeken uit zijn familie, namelijk uit de dochters van Laban. Zijn vrouw Rebekka heeft waarschijnlijk vertelt dat de broer van plan is om Jakob te doden na het bedrog en het stelen van de zegen. Daarom is het beter dat Jakob snel vertrekt voor het sterven van zijn vader en een vrouw zoekt en niet een vrouw neemt uit de Kanaänieten, die afgoden dienen. Ga naar het huis van uw moeder en kies daar een vrouw. Het huis waar ook de vader Isaak zijn vrouw had gekozen. Wij spreken over de aartsvaders, dichtbij de schepping. Het zaad was nog krachtig zodat binnen de familie getrouwd kon worden (nichten en neven). Heden 6000 jaar na de schepping is het verboden om in nauw familieverband te trouwen. Het is ook niet verstandig omdat de kans op gehandicapte kinderen groter is.

Verzen 3-4 Isaak herhaald de zegen die hij eerder in Genesis 27 had gegeven. Ga naar het land van uw moeder, kies daar een vrouw uit haar familie EN keer terug naar dit land, welke God aan jouw opa heeft beloofd. God heeft dit land aan jouw opa beloofd. De boodschap die Jakob mee krijgt, is, blijf niet wonen in het land van de broer van mijn vrouw Rebekka. Maar keer terug naar het door God beloofde Land.

Verzen 5-7 De broer Esau heeft gezien en gehoord hoe Isaak weggezonden wordt en de zegen opnieuw herhaald is. Hij heeft gehoord dat Isaak duidelijk gezegd heeft geen vrouw te nemen uit de inwoners van het land waar zij leven. Zijn conclusie is juist, mijn twee vrouwen mishagen mijn vader en mijn moeder.

Verzen 8-9 Vanuit deze conclusie tracht hij zijn foute huwelijken te herstellen en trouwt een derde vrouw. Hij gaat naar de half broer van Isaak. Ismaël, de uit het vlees verwekte zoon van Abraham. Ook hier een huwelijk binnen de nabije familie. Esau begaat hier een ernstige fout, zijn derde vrouw, polygamie. De zoon Ismaël van de weggezonden Egyptische slavin Hagar, die NIET gezegend is. Het is zeer de vraag of Ismaël de God van Abraham en Isaak diende.
De les voor de gelovige, wanneer men de fout is ingegaan, tracht deze niet te herstellen met een andere fout. Meestal zal de gelovige moeten leven met de consequentie van zonde. Ja, God vergeeft, maar kan de consequentie van zonde niet ongedaan maken. Een man die overspel pleegt en uit dit overspel een kind verwekt wordt, mag geen abortus worden gepleegd. Dit zijn zeer gevoelige zaken, waarop geen Bijbelse antwoorden zijn te geven. Als de man reeds kinderen heeft, wat dan? De man blijft bij zijn huidige vrouw (als zij dit toestaat en wenst)? En beëindigd het overspel, maar draag financieel zorg uit het overspel verwekte kind. In geen geval kan deze man ooit nog taken in de kerk vervullen. Ja, er is vergeving, maar er is blijvend letsel. Deze persoon is een slecht voorbeeld en mag geen kerkelijke functies vervullen. Zo zijn er tal van andere zonden, die kerkelijke taken onmogelijk maken. De kerk dienen hierbij de Bijbelse voorschriften te gehoorzamen, zie onder andere de voorwaarden in 1 Timoteüs 2, 3 en 5. Dat klinkt misschien hard, maar ongelovigen wijzen naar de fouten uit het verleden en haken af met de woorden Luister naar de woorden van de Bijbel, en hoe zelf overtreding wordt. Theorie maar geen praktijk.

Vers 10 Jakob vertrekt naar Haran en moet daarvoor door de woestijn of via een omweg die langer duurt. Hier is een groot verschil. Abraham zond een knecht om de juiste vrouw voor Isaak te halen met grote geschenken. Jakob gaat alleen op weg zonder enige geschenken. Is de gedachte van Isaak dat zonder hulp en geschenken zijn zoon spoedig terug keert? Dan mislukt zijn plan, want zijn zoon moet 14 jaar dienen voor zijn vrouwen. Lange tijd zal Jakob uit het Beloofde Land wegblijven.

Verzen 11-12 Jakob reist totdat de zon ondergegaan is en legt zich neder en gaat slapen. Jakob droomt en is zich bewust dat dit geen gewone droom is maar waarin hij God ziet. Waarom een droom? Mogen wij spreken dat zonde van bedrog in de weg stonden? God sprak direct tot Abraham, de ontmoeting met de engelen (de drie engelen zijnde God de Vader, Jezus en de Heilige Geest). Abraham was rein. Jakob had de zegen door bedrog gestolen en was onrein en was daarom een direct gesprek onmogelijk?
Laat dit een les zijn voor de gelovige. Denk niet licht over zonde. Volharding in zonde, dooft de werking van de Heilige Geest uit. De gelovige dient rein te leven, zonder (onbeleden) zonde. Zo niet, dan kan God niet spreken, staat zonde in de weg, is er geen conversatie mogelijk, geen gebedsverhoring.
Desondanks spreekt God middels een droom tot Jakob. Hij ziet een ladder vanaf de aarde die tot de hemel reikt. Waarschijnlijk wordt hier met de hemel, niet het uitspansel rondom de aarde bedoeld, maar de Hemel waar God woont. De engelen dalen en stijgen langs de ladder. Hoe juist, de engelen worden door God vanuit de Hemel naar de aarde gezonden met opdrachten. De engelen stijgen naar de Hemel om verslag uit te brengen van het gebeuren en daden van mensen op aarde.

Vers 13 De Here God staat boven aan de ladder. En zegt: Ik ben de Here, de God van uw vader Abraham en van Isaak. Waarom de Bijbel zegt uw vader Abraham, geven commentaren geen verklaring. Jakob was de zoon van Isaak en Abraham was zijn opa. Maar duidelijk is de benadrukking IK ben de God van Abraham en van Isaak aan wie IK Mijn beloften heb gegeven. Deze beloften zal IK waar maken. Het land waarop je nu ligt, zal in de toekomst aan jou en jouw nageslacht in bezit komen. Je gaat nu het land verlaten, je bent op de vlucht, maar IK beloof je dat je terug zult keren. Zie hier reeds de voorzegging dat hij lange tijd buiten het Beloofde Land zal verblijven. Maar Jakob zal op God moeten vertrouwen dat hij terug zal keren.
De gelovige verblijft nu op aarde, maar de gelovige die onder controle van de Heilige Geest leeft, zal na de Opname van de Gemeente, naar zijn beloofde land gaan, dat is de Hemel. De gelovige zal op God moeten vertrouwen.

Vers 14 Dit nageslacht zal talrijk zijn als het stof van de aarde. Zich uitbreiden naar het oosten, westen, noorden en zuiden. Dit is overeenkomstig de grenzen zoals van Genesis 15:18-21. Jouw nageslacht zal ik zegenen. Dit is een belofte van God, dat de zegen door Isaak gegeven zich zal voortzetten in het nageslacht van Jakob.

Vers 15 Wat een geweldige belofte van God. Ondanks het feit van sluw bedrog van Jakob, God overal Jakob zal behoeden, hem niet zal verlaten en hem terug zal brengen naar het Beloofde Land.
Is dat een vrijbrief voor de gelovige om te mogen zondigen? Ik denk van niet. God behoedt en zegent de gelovige die gaat waar God wil. God gaat met de gelovige, indien deze de zonden BLIJFT belijden. Maar de waarschuwing in Efeze 4:30 bedroeft de Heilige Geest niet en in 1 Thess. 5:19 Dooft de Heilige Geest niet uit, zijn ernstig genoeg. Ook Mat. 24 en 25 zijn duidelijke waarschuwingen aan de gelovige: De één wordt opgenomen, de ander blijft achter. Slechts de helft van de 10 maagden gingen in tot de bruiloft (de Hemel), voor de andere helft was het te laat en was de deur tot de bruiloft gesloten. Deze helft ging NIET mee bij de Opname van de Gemeente, en blijven achter op aarde om door de Grote Verdrukking te gaan.

Verzen 16-17 Jakob ontwaakt. Jakob wordt zich duidelijk bewust van de droom. Hier heb ik de God van Abraham en Isaak gezien. Dit is de toegang, de poort tot de Hemel. En ik heb het NIET geweten. Voor mensen zijn vele zaken verborgen, mensen leven in onwetendheid, totdat God zaken openbaar maakt. Er schijnen openingen op de aarde te zijn waarlangs demonen vanuit verblijfplaatsen van demonen, toegang tot de aarde hebben. Slechts God heeft de macht om deze openingen te sluiten dan wel te openen. Dit is volkomen verborgen voor de mens. Volgens sommigen, komen steeds meer demonen op aarde, welke de toenemende overtredingen van Gods geboden zou verklaren en de demonische invloeden op aarde.

Verzen 18-19 Jakob is zich bewust van de droom. En gaat slapen tot de morgen. Daarop neemt hij de steen waarop hij zijn hoofd had neergelegd. Deze steen richt hij op tot een blijvend monument van zijn ontmoeting met God. Mogelijk met in zijn gedachte om opnieuw te bezoeken wanneer hij terugkeert vanuit Haran.
Met olie wordt de steen tot een heilige monument gemaakt. Mogelijk olie om voedsel te bakken, maar het kan ook mirre zijn geweest.
De plaats noemt hij Betel, een plaats mogelijk dichtbij de stad Luz.

Verzen 20-21 Jakob doet een belofte. Let op de woorden INDIEN (op voorwaarde dat) God met mij zal zijn. Hier spreekt Jakob wantrouwen uit ten aanzien van Gods belofte. INDIEN God mij zal behoeden, indien God mij brood zal geven, indien God mij zal kleden, indien ik zal terugkeren. Een vijfvoudige voorwaarden van INDIEN. Volbrengt God aan deze vijf voorwaarden, dan zal de Here mij tot een God zijn. Wat een lef, God is hem verschenen in een droom. Heeft Zich geopenbaard als de God van Abraham en Isaak. Heeft hem rijke belofte gegeven, en dan vijf voorwaarden en duidelijk uitspreken van zijn twijfels aan de woorden van GOD. Dit toont duidelijk het hart van Jakob: een hart vol van bedrog.

Vers 22 Jakob doet een belofte aan God: Van alles wat U mij schenkt, zal ik de tiende geven. Dat is over alles, voedsel, kleding maar ook over kinderen en goederen (vee).
Laat dit een les zijn voor de gelovige die zegt zijn of haar tiende te geven (en dit doet vanuit gebod en niet vrijwillig). De tiende is heel wat meer dan een tiende van je salaris. Volgens een berekening komt de tiende neer op 33% van het salaris.
Wees als gelovige heel voorzichtig in het geven van beloften aan God. Denk aan de belofte van Jefta, die hem duur kwam te staan en het leven van zijn enige dochter kostte. Bereken eerst de kosten voordat je een belofte doet aan God, en je zeker weet dat je deze kan nakomen.

Terug naar topTerug naar boven


Genesis 29 - Jakob bij Laban. De huwelijken van Jakob

Verzen 1-8 Jakob vervolgt zijn reis en komt in het land van Rebekka's broer. Hij ziet een waterput met drie kudden kleinvee. Hij stelt zich voor aan de herders van deze drie kudden. En vraagt naar hun oorsprong. De kudden kunnen niet gedrenkt worden omdat er een grote steen de waterput afsluit. Men is gewoon om te wachten totdat alle kudden kleinvee zijn aangekomen bij de waterput, zodat men in staat is om de steen te verwijderen van de put. Terwijl hij in gesprek is, komt de dochter Rachel aan met haar kudde.

Verzen 9-10 Het beroep van Rachel was herderin. Bij het zoeken van een vrouw voor Isaak, was het de knecht die toekeek hoe de vrouw waterputte voor de tien kamelen. Nu is het Jakob zelf die dit zware werk op zich neemt, de zware steen verwijdert en water geeft aan de kudde van Rachel.

Verzen 11-12 Jakob kust Rachel. Ongetwijfeld heeft hij zich eerst aan haar voorgesteld. Hij weende waarom? Mogelijk omdat hij voorspoedig de dochter van Rebekka's broer had ontmoet. Hij verteld dat zij neef en nicht zijn, hij is de zoon van de zus van (haar vader) Laban. In die tijd waren huwelijken tussen neef en nicht niet ongewoon, zodat het familie bezit binnen de familie bleef.
Een huwelijk tussen neef en nicht, ook wel een cosanguïene huwelijk genoemd, was ooit verboden. Vooral omdat kinderen uit deze huwelijken met serieuze afwijken worden geboren, zo niet erger vroeg kunnen sterven. Hoe dichterbij de voorouders, des te groter de risico’s. Daarbij, hoe vaker de herhaling van deze huwelijken in de generaties, hoe groter de gezondheidsrisico’s zijn. Een bekend dorp met huwelijken binnen de families geeft veel inwoners fysieke problemen zoals doofheid, die vooral te wijten zijn aan het doorgeven van een bepaalde genmutatie. Dit komt ook voor bij de Mormonen. Ook zij hebben veel kinderen met doofheid, hartafwijkingen en handicaps.
Ook Jakob wacht bij de waterput zoals de knecht van Isaak wachtte. Rachel gaat snel naar huis en doet verslag aan haar vader Laban.

Verzen 13-14 Zoals in het geval van de knecht, snelt Laban naar de waterput en omhelst Jakob. Jakob vertelt alles opnieuw aan Laban. Hij heeft veel te verklaren. Kwam de knecht met tien kamelen en rijke geschenken. Hier is Jakob alleen, na een gevaarlijke reis, zonder rijke geschenken. Terwijl eerder de knecht had gemeld dat zijn heer Abraham grote rijkdom had en de zus Rebekka een prima leven wachtte. In die verwachting had Laban zijn zus laten gaan. Nu ziet hij een (armoedige) zoon, die gevlucht is, zonder enige rijkdom. Jakob heeft dus heel veel te verklaren, maar weet Laban te overtuigen. Laban antwoordt met "waarlijk gij bent mijn eigen vlees en bloed".

Vers 15 Jakob is een maand gebleven en blijkbaar heeft Jakob de vader een maand gediend voor zijn levensonderhoud. Na een maand zegt Laban "Zul je mij dienen om niet"? Dan kan toch niet, je bent immers een bloedverwant. Vertel mij wat je als loon wenst. In hoeverre dit geen huichelarij is, mogen uit het vervolg blijken. Jakob had een maand eten en drinken ontvangen. Hij was een huiselijk man, mogelijk herder. Waarschijnlijk heeft hij die maand gewerkt als herder van de kudde en de familie beter leren kennen. Maar had hij ook verteld dat hij gekomen was om een dochter van Laban te trouwen?

Verzen 16-17 Lea was de oudste dochter en haar ogen waren flets. Mogelijk liepen de vrouwen met een sluier, de ogen van een vrouw waren dan de enige indicatie dat een vrouw knap was (of niet). De ogen van de Israëlische duiven, zijn erg donker en dit soort donkere fonkelende ogen geldt als een buitengewoon sieraad voor de vrouw. Dat "Lea fletse ogen had" kan erop wijzen dat zij niet zulke donkere ogen had en daarom niet zo knap was als Rachel.
Er wordt alleen iets gezegd over de ogen van Lea en niets over het gestalte. Over Rachel wordt gezegd dat zij schoon was van gestalte en van uiterlijk.

Vers 18 Jakob had Rachel lief. Vanuit het eerdere vers kan men de conclusie trekken dat Jakob Rachel lief had vanwege haar uiterlijk. Liefde vanwege uiterlijk en schoonheid is een gevaarlijke zaak. Schoonheid vergaat en dan daarmee de liefde. Een huwelijk moet gebaseerd zijn op éénheid van gedachten, over de dingen hetzelfde denken. Gen. 2:24 zegt niets voor niets: Zij zullen tot één vlees zijn" Dat betekent een 1 zijn, zoals God de Vader, Jezus en de Heilige Geest een éénheid zijn. Wordt aan deze voorwaarden niet voldaan, dan is het huwelijk gedoemd om te mislukken. Innerlijke schoonheid telt, niet het uiterlijk. Later in Gen. 31:30-34 leren wij dat Rachel de afgoden dienden. Geen eerbied voor de God van Jakob. Nadat Jakob 14 jaar om zijn vrouwen had gediend, blijkt er van een geestelijk onderwijs aan Rachel geen sprake te zijn want zij steelt de afgod uit haar ouderlijk huis. De duivel slaapt op het kussen!
De uiterlijke liefde is zeer groot, Jakob is bereid om Laban zeven jaar te dienen om te mogen trouwen met zijn dochter Rachel. Geen seksuele gemeenschap gedurende zeven jaren. Wat een verschil met zijn moeder, die onmiddellijk haar familie achterliet en Isaak onmiddellijk seksuele gemeenschap had bij hun eerste ontmoeting. Was daar Gods hand aanwezig en hier niet?

Verzen 19-21 Laban stemt toe met de bruidsschat van zeven jaar werken van Jakob. Hij acht het beter dat Rachel binnen de familie trouwt dan met een andere man uit Haran. Laban rept met geen woord dat voor dit huwelijk, eerst Lea dient te trouwen.
Na zeven jaar van arbeid, vraagt Jakob op te trouwen met Rachel. Gedurende deze zeven jaar heeft geen enkele man zijn oog laten vallen op Lea en is zij nog ongetrouwd. Wilde geen enkele man haar vanwege de fletse ogen, of was er meer? De Bijbel zegt hierover niets. Laban bedriegt Jakob en rept met geen woord dat Jakob niet met Rachel kan trouwen omdat het de gewoonte was dat eerst de oudste dochter trouwt. Jakob ontvangt zijn loon van bedrog. Hij stal de zegen van zijn oudste broer, nu wordt hij bedrogen.

Vers 22 Voltrok het huwelijk van zijn vader Isaak door de seksuele gemeenschap, hier door eerst een huwelijksfeest. Dat hier zeggen met een vertegenwoordiging van getuigen. Was Laban sluw, hij wist dat hij Jakob ging bedriegen met het huwelijk van zijn oudste dochter en niet met de jongste, waar Jakob zeven jaar voor had gediend. De getuigen waren aanwezig toen Jakob met de vrouw naar binnen gingen voor de huwelijksnacht. Lea is volledig medeplichtig aan het bedrog van haar vader. Waar was Rachel, waarom heeft zij niet ingegrepen. Zij moet aanwezig zijn geweest op het huwelijk. Ook zij is medeplichtig aan het bedrog. Zij had haar toekomstige man kunnen waarschuwen met de woorden: Wees voorzichtig het is de cultuur dat eerst de oudste dochter trouwt. Wenste zij Jakob niet als man? Als zij het wel wenste, begin zij bewust polygamie.

Verzen 23-25 De sluier is niet weggenomen en Lea heeft seksuele gemeenschap met Jakob, daarmede is het huwelijk voltrokken. Wat heeft zich afgespeeld, waarom heeft Jakob zich niet overtuigd met wie hij naar bed ging? Waarom heeft hij niet bemerkt aan het uiterlijk dat dit niet Rachel was? Is dit een beslissing door God. Een straf van God aan Jakob voor zijn bedrog en niet wachten op God dat hij de zegen zou krijgen? Een straf van God aan Rachel, omdat zij afgoden dient en niet de God van Abraham en Isaak?
Laat dit een les zijn. God verwacht van zijn kinderen, de gelovigen, dat zij de waarheid spreken (uitgezonderd wanneer dit de marteling of dood van vervolgden behelst), zij eerlijk zijn in hun handelingen.
De volgende ochtend komt Jakob er achter dat het Lea is en niet Rachel. Waarom toen pas? Is de sluier gebleven over het gezicht van Lea en heeft zij de sluier pas in de ochtend weggenomen? Jakob eist verantwoording van Laban. Alle daden van de (on)gelovige zijn en worden opgetekend in het Hemelse boek. Voor de rechterstoel van Christus zal elke gelovige opgenomen in de Hemel, rekenschap moeten afleggen van zijn of haar daden (1 Cor. 3:10-15, 2 Cor. 5:10).

Verzen 26-27 Zie hier het welbewuste bedrog van Laban. Hij verontschuldigt zich met de cultuur hier staat niet toe dat de jongste ten huwelijk geeft voor de eerstgeboren. Puur bedrog wat hij had dit voor het huwelijk aan Jakob moeten vertellen. Waarom heeft Jakob dit niet geweten, hij heeft 7 jaar daar gewoond? Straks voor de rechterstoel van Christus heeft de gelovige geen excuus van ik heb niet geweten. Jakob had zich niet op de hoogte gesteld van de cultuur ter plaatse. De Gelovige heeft geen excuus van: "ik heb het niet geweten", of "de voorganger of die persoon heeft gezegd/het zo uitgelegd". De gelovige heeft de Bijbel, de directe woorden van God. De gelovige dient de VOLLEDIGE inhoud van de Bijbel te kennen. Heeft de Heilige Geest als uitlegger van de Bijbel. Wees gewaarschuwd!
Zie hoe bewust Laban misbruikt maakt: Dien mij nog zeven jaar, dan zal ik Rachel als je vrouw geven. Breng een week door met je vrouw Lea, de huwelijksweek. Daarna als je bereid bent, voor mij nog eens zeven jaar te werken, dan mag je Rachel als vrouw (is seksuele gemeenschap) nemen. Zijn misbruik als excuus van de cultuur, is een halve waarheid. Het doel er achter was nog eens zeven jaar arbeid van Jakob. Hij was volkomen uit op rijkdom en een goedkope arbeidskracht.

Vers 28 Jakob deed alzo. Maar begaat een dubbele tweede graads zonde. 1. Polygamie 2. Een huwelijk met de zuster (terwijl in leven) en het ontbloten van haar schaamdelen is een gruwel in de ogen van God, Leviticus 18. Hier zien we de wellust van Jakob en het niet respecteren van Gods wetten. De wetten die later door Mozes op schrift zou worden gesteld. Jakob is zo bevangen door de schoonheid van Rachel, dat hij alleen denkt aan haar en niet de voorschriften van God in acht neemt. De straf zal volgen: Rachel is onvruchtbaar.

Verzen 29-30 Jakob houdt een week in ere, en neemt daarna Rachel tot zijn vrouw. De derde zonde die Jakob begaat, is dat hij Lea niet lief heeft. Ja, maar dat was nimmer zijn bedoeling. Zijn doel was Rachel. Een verklaring blijf ik schuldig. Is het de straf van God? Omdat hij zich door het mooie uiterlijk liet leiden. God niet raadpleegde? Hij kende de voorschriften van God. Hij had de consequentie van zijn daden moeten aanvaarden en afzien van het huwelijk met Rachel en slechts het huwelijk met Lea.
Als gelovige wees zeer bedachtzaam dat je een dwaasheid/bedrog niet hersteld met een (zware) zonde om de zaken "recht" te zetten. Wees niet degene als door het vuur gered (1 Cor. 3).

Verzen 31-35 Ondanks het feit dat Lea de vrouw van Jakob was geworden middels bedrog, tolereert God niet dat zij onbemind blijft. Is dit een straf van God omdat Jakob zich niet op de hoogte had gesteld van de cultuur van het land? En gemeenschap met haar had gehad, zonder bewust te zijn dat het niet Rachel was? Hoe het ook zij, Jakob was getrouwd met Lea. Ondanks dat Jakob zijn vrouw Lea niet lief had, blijkt uit het feit dat zij hem vier zonen baart, dat hij seksuele gemeenschap met haar had. Dus een vier jaar (vier maal negen maanden van zwangerschap). Daarna wordt ook zij onvruchtbaar.
Welke les kan de gelovige hieruit leren? Ten eerste dat een gelovige zich goed op de hoogte dient te stellen. Wil men een werk voor de Here gaan doen, dan dient de gelovige zich goed voor te bereiden. Zeker als men naar het buitenland gaat, kennis van de taal en cultuur. Gaat de gelovige trouwen, dan zullen beiden partners elkaar goed moeten kennen. Denkt men hetzelfde over zaken? Heeft men hetzelfde geestelijke niveau? Heeft men dezelfde ambitie en toekomst plannen? Is men geestelijk één? Zijn er twijfels dan is het beter het huwelijk uit te stellen of de verkering te beëindigen. Nimmer mag een verkering beginnen met een ongelovige. Rachel aanbad afgoden en de consequenties zijn groot. Bovendien pleegde Jakob polygamie en trouwde met de zus. Een gruwel in Gods ogen. De consequentie een huis vol van liefdeloosheid, twist en jaloersheid.
Ten tweede moet men God op de hoogte stellen van de plannen en Hem op raad vragen en onderzoeken of het Zijn Wil is.
Ten derde heeft de gelovige een fout begaan, dan is schuldbelijdenis op zijn plaats. Maar de gelovige moet niet de fout trachten te herstellen middels een nog grove zonde. Jakob begaat meerdere grove zonde: trouwt met de zus en daarna ook nog eens met de slavinnen van elk van hen. Het gevolg: een huis vol van nijd en afgunst, nimmer rust en vrede.

Genesis 30 - De huwelijken en kinderen van Jakob

Vers 1 Rachel verwijt haar man dat zij niet baart. Wat een dwaasheid. Het is God die haar moederschoot heeft gesloten. Rachel doet een grootste uitspraak: Geef mij kinderen, zo niet, dan sterf ik. Alsof Jakob schuldig is dat zij kinderloos blijft. Rachel zal later de consequentie van haar woorden ondervinden en sterven bij de geboorte van haar tweede kind. Zij zal haar twee kinderen niet opvoeden, maar haar zus. En mag ik het zeggen, na haar dood, waar is zij naar toe gegaan. Naar het paradijs of de hel? Haar leven was een getuigenis van ongeloof en geen respect voor de God van Jakob.

Verzen 2-4 Jakob zeer terecht wordt toornig en zegt: Neem ik de plaats in van God? Jakob is zichzelf zeer bewust dat het GOD is die de moederschoot heeft gesloten van Rachel. Zijn zaad maakt Lea zwanger, God geeft vruchtbaarheid aan Lea. Zo de fout ligt niet bij hem maar bij haar.
Gedurende vier jaar of meer heeft Rachel God niet gezocht. Niet gevraagd om haar zwanger te laten worden. Nu neemt zij met menselijke middelen haar toevlucht tot haar slavin Bilha. Het was de gewoonte dat alles wat een slavin verkreeg (door arbeid, vanuit vee, kinderen) het eigendom werd en was van haar eigenaar. Zo een kind geboren uit de slavin, was automatisch het eigendom van haar meesteres.
Zie hoe Jakob als hoofd van het gezin, verantwoordelijk tegenover God, nog verder gaat met grof te zondigen. Hij trouwt een derde vrouw. De vraag die wij ons kunnen stellen, is waarom staat God toe dat de slavin zwanger wordt. Een duidelijk tonen van God, dat Zijn toorn direct gericht is op Rachel. Het een directe straf is van God op haar afgoden dienen. Een grote opstandigheid van haar aan God, een toestemming van haar zijde, dat haar vader Jakob bedroog met het huwelijk met haar zus Lea.

Verzen 5-8 Zie de seksuele relatie van Jakob met de slavin Bilha. Het blijft niet beperkt tot 1 kind, maar zelfs een tweede kind! Rachel geeft de eer aan God met de woorden van: Hij heeft mij verhoord. Maar let op de woorden: Op bovenmenselijke wijze heb ik geworsteld met mijn zuster. Het is haar strijd tegen haar zuster. Zij heeft geworsteld en haar overmocht. NIETS geen eer aan God, niets geen berouw. Middels zonde zijn deze twee kinderen geboren. Het is NIET God geweest, die HAAR moederschoot heeft ontsloten. Door menselijk zondig ingrijpen, is haar slavin twee keer zwanger geworden, niet zij zelf.

Verzen 9-13 Het is zeer droevig gesteld met het huishouden van Jakob, de ene grove zonde overtreft een nog grotere grove zonde. Er is absoluut geen respect binnen zijn huishouden voor de geboden van God. Lea ziet dat zij opgehouden heeft te baren, en vraagt ook niet aan God de reden en om haar weer vruchtbaar te maken. OOK zij grijpt naar menselijk zondige wegen. Volgt het voorbeeld van haar zuster en geeft haar slavin aan Jakob. Hoe zwaar zal in het eind oordeel zijn over Jakob. Hij is verantwoordelijk als hoofd van het gezin tegenover God. Waarom niet tevreden zijn met het reeds ontvangen kinderen? Lea had reeds vier zonen (dochters hadden toen minder waarden) aan Jakob gegeven. De slavin van Rachel slechts twee. Wat een hoogmoed van Lea en hoe zwaar gaat zij de mist in. Jakob zondigt verder en neemt de slavin van Lea als vierde vrouw.
Ook deze slavin baart twee zonen. Lea prijst zich gelukkig. Hoe kan zij zich gelukkig prijzen met op menselijke en zondige wijze verkregen bezit?
De gelovige dient voorzichtig te zijn met in eigen kracht verkregen bezittingen en dan de lof en eer aan God toe te schreven. Ja, God staat soms toe dat middels zonde iets verkregen wordt. Maar bedenkt dat uiteindelijk de gelovige zich voor de rechterstoel van Christus en God dient te verantwoorden. Helaas zien wij gelovigen pochen op hun rijkdom, hun geestelijke gaven van spreken in tongen en profetie. Terwijl zij een (zwaar) zondig (verborgen) leven leiden. En zij beweren: God vergeeft mijn zonden, ik belijd zonden, en gaan vrolijk door met hun zondige leven (misleidt door satan), want immers God zegent mij immers met geestelijke gaven. Zij vergeten echter Mattheüs 7:21-23 Wij hebben in uw Naam ... Jezus zegt openlijk: Gaat weg van Mij.

LiefdesappelVerzen 14-16

http://www.christipedia.nlLiefdesappel is van het Hebreeuwse woord doedaïem. Hoogstwaarschijnlijk is de plant Alruin (Mandragora officinarum) bedoeld. Het Hebreeuwse woord vertoont gelijkenis met het woord voor ‘geliefde’, dod. Vandaar de vertaling ‘liefdesappels’. De rijpe vrucht van de Alruin bestaat in ronde, gladde appels van vaalgele kleur, die geheel vol zijn met zaadkorrels met een enigszins bedwelmende, maar niet onaangename geur. Deze appels werden van de vroegste tijden af in het Oosten gebruikt, om er minnedranken van te maken. Volgens het volksgeloof bevorderde de plant de vruchtbaarheid en was dus gunstig voor de voortplanting.

Op een dag vond de oudste zoon van Lea liefdesappelen. Toen Rachel dit zag, wilde zij deze appelen. Lea kocht haar man zodat deze de nacht bij haar zou doorbrengen. Dit kan erop duiden dat Jakob gewoon was om met Rachel te slapen en zij dezelfde tent deelden. Esau haar zijn eerstgeboorterecht verkocht voor een schotelgerecht. Hier verkoopt Rachel haar man voor een liefdesnacht met haar zus. En wel op het tijdstip dat haar zus weet dat zij in haar vruchtbaarheidsperiode is.

Verzen 17-20 Lea gaat Jakob tegemoet en vertelt dat zij hem eerlijk gehuurd heeft om de nacht met haar door te brengen. Wat een wonderlijke opmerking: gehuurd. Zij was immers de eerste vrouw van Jakob. Zij had het volle recht om de nacht met haar man door te brengen. Overduidelijk blijkt de voorkeur van Jakob voor haar zus Rachel. En God hoort Lea, dat betekent dat Lea God opnieuw gezocht heeft in gebed, na haar dwaasheid om haar slavin aan hem te geven. God schenkt haar nog twee zonen. Zij gaat er vanuit dat na haar man zes zonen te hebben geschonken, dat haar man nu bij haar komt wonen. Maar waarschijnlijk een misgedachte, want in vers 22 wordt Rachel zelf zwanger.

Vers 21 Daarna baarde Lea een dochter Dina. Onbekend is of dit de enige dochter is van Jakob. Vrouwen worden zelden vermeld in de Bijbel, slechts dan wanneer er een speciale betekenis of gebeurtenis is in relatie met haar. Dina zal later verkracht worden en haar broers zouden haar verkrachter en zijn volk uitroeien.

Verzen 22-24 Waarom God aan Rachel gedacht, vermeldt de Bijbel niet. Wilde God met haar zwangerschap duidelijk maken dat Hij degene is die leven schenkt? Hij haar een gunstbewijs gaf in de hoop dat zij berouw zou tonen en zich tot Hem zal bekeren? De woorden van Moge de Here mij nog een zoon geven, ware mogelijk een profetie. Zij zal nog een zoon baren: Benjamin maar in haar kraambed sterven. God gunde haar niet de blijdschap van zonen te hebben gegeven aan haar man en te zien opgroeien.

Verzen 25-26 Waarom Jakob gewacht heeft totdat Rachel Jozef gebaard heeft, is niet duidelijk. Kijken wij naar het aantal jaren en stel elk kind op een jaar, dan zes zonen van Lea en een dochter is zeven jaar. Vier kinderen, twee bij elke slavin is vier jaar, Jozef een jaar. Een totaal van twaalf jaar, dat is meer dan de zeven jaar dienen voor Rachel als vrouw. Maar nu vraagt Jakob terug te mogen keren naar zijn geboorteland, samen zijn zijn vrouwen en kinderen.

Verzen 27-30 Wat een huichelarij van Laban. Blijkbaar heeft Jakob niets anders ontvangen van Laban naar eten en drinken oor zijn uitgebreide familie en niets meer gedurende de tijd nadat hij gediend had voor zijn vrouw Rachel. Laban had weinig toen Jakob bij hem kwam. De knecht van Abraham had rijke geschenken gegeven aan Laban voor zijn zus als bruidsschat. Klaarblijkelijk had hij dit er door heen gejaagd. Laban erkent dat door de arbeid van Jakob zijn bezit rijke gegroeid was door de zegen van de God van Jakob. Tenminste een erkenning, niet de arbeid van Jakob, de knecht, maar een zegen van zijn God. Gelijk de erkenningen van Farao en de koning Abimelek in de tijd van Abraham.

Verzen 31-36 Laban biedt aan dat Jakob zijn loon mag kiezen. Uit angst voor God, dat God hem zal straffen als hij Jakob met niets laat vertrekken? Maar Jakob kent Laban met zijn handelen en biedt aan te werken om een eigen bezit - kudde van bokken, geiten en schapen - te verkrijgen.
Jakob kiest het gespikkelde en gevlekte kleinvee. Dat is kleinvee met een mindere waarde. Hij kiest NIET het beste kleinvee van Laban. Jakob zondert het kleinvee af gedurende een dag en laat Laban het inspecteren de volgende dag. Zodat Laban later niet kan zeggen dat Jakob zich meer had toegeëigend dan overeengekomen. De uitgekozen kudde stelt Jakob onder beheer van zijn zonen. Om geen ruzie en onenigheid te krijgen, bepaalt Laban een scheiding van drie dagreizen tussen de twee kudden. Jakob zelf scheidt zich af van zijn zonen en blijft de kudde van Laban weiden.

Verzen 37-42 Hoe Jakob deze kennis had van het verkrijgen van gevlekt en gestreept kleinvee vermeldt de Bijbel niet. Een kennis overgedragen door Abraham en Isaak? Of was dit door Goddelijke openbaring en God op die wijze Jakob zegende met sterk vee?

Vers 43 Duidelijk is dat de hand van God op Jakob was en tegen Laban. Laban was rijk geworden door het dienen van Jakob voor zijn vrouwen en na de afgesproken tijd het weiden van het kleinvee. Nu nam het bezit van Jakob toe in kleinvee, slavinnen, slaven, kamelen en ezels. God zegende Jakob voor zijn trouwe dienst. Efeze 6:5-8 Slaven, weest uw heren naar het vlees gehoorzaam met vreze en beven, in eenvoud uws harten, als aan Christus, niet met ogendienst, als mensenbehagers, maar door als slaven van Christus de wil Gods van harte te doen, en bereidwillig dienstbaar te zijn als aan de Here en niet aan mensen. Gij weet immers, dat een ieder, hetzij slaaf, hetzij vrije, al het goede, dat hij gedaan heeft, van de Here zal terugontvangen. Deze verzen hebben zich bewezen bij Jakob.

Terug naar topTerug naar boven