Bijbelstudie van Efeze
Efeze 1:1-14
Efeze 1:15-23
Efeze 2:1-10
Efeze 2:11-22
Efeze 3:1-21






Introductie van Efeze
![]() Vanuit Efeze gingen wegen die toegang gaven tot de grote steden in die provincie. De stad was in de buurt van de zee Egen, verbonden met de rivier Caister. Efeze was een strategische, religieuze en territoriale post. Met de tempel van Àrtemis (Grieks), bekend als de grote godin Diana (Romeins), de godin van de vruchtbaarheid. Deze godin was een grote bron van handel. Vandaag resten slechts ruïnes van deze tempel. Het had een theater met 25000 plaatsen, het zevende wereldwonder. De brief aan de Efeziërs werd geschreven tussen 61 en 63, toen Paul zich in arrest bevond te Rome. Ook Timoteus werkte in Efeze (1 Tim 1:3). | ![]() Boven: De tempel van de godin Diana Beneden: Arena ![]() |
Handelingen 19:1 En terwijl Apollos te Korinte was, geschiedde het, dat Paulus, na door de bovenlanden gereisd te zijn, te Efeze kwam, en daar enige discipelen vond.
8 En Paulus ging naar de synagoge en trad drie maanden lang vrijmoedig op, om hen door besprekingen te overtuigen aangaande het Koninkrijk Gods.
23 En omstreeks dat tijdstip ontstond er geen geringe opschudding inzake de weg. 24 Want iemand, genaamd Demetrius, een zilversmid, die zilveren Artemistempels vervaardigde, verschafte aan de mannen van het vak niet weinig inkomsten. 25 Hij riep dezen bijeen, met de werklieden in dit vak, en zeide: Mannen, gij weet, dat wij aan dit werk onze welvaart danken, 26 en gij ziet en hoort, dat deze Paulus een talrijke schare, niet alleen van Efeze, maar ook van bijna geheel Asia, overgehaald en afkerig gemaakt heeft door te zeggen, dat goden, die met handen worden gemaakt, geen goden zijn; 27 en wij lopen niet alleen gevaar, dat deze tak van arbeid niet meer in tel zal zijn, maar ook, dat het heiligdom van de grote godin Artemis van geen betekenis meer geacht zal worden, en dat zij ook van haar luister beroofd zal worden, zij, die door geheel Asia en de ganse wereld als godin wordt vereerd. 28 Toen zij nu dit hoorden, riepen zij in heftige opwinding: Groot is de Artemis der Efeziers! 29 En de stad werd een en al verwarring en zij stormden als een man naar het theater en sleurden Gajus en Aristarchus, Macedonische reisgenoten van Paulus, mede. 30 En toen Paulus zich onder het volk wilde begeven, lieten de discipelen hem dit niet toe.
Efeze 1:1-14 Groet en geestelijke zegeningen
1 Paulus, door de wil van God een apostel van Christus Jezus, aan de heiligen en gelovigen in Christus Jezus, die te Efeze zijn; 2 genade zij u en vrede van God, onze Vader, en van de Here Jezus Christus. 3 Gezegend zij de God en Vader van onze Here Jezus Christus, die ons met allerlei geestelijke zegen in de hemelse gewesten gezegend heeft in Christus.
4 Hij heeft ons immers in Hem uitverkoren voor de grondlegging der wereld, opdat wij heilig en onberispelijk zouden zijn voor zijn aangezicht. (1 -5) In liefde 5 heeft Hij ons tevoren ertoe bestemd als zonen van Hem te worden aangenomen door Jezus Christus, naar het welbehagen van zijn wil, 6 tot lof van de heerlijkheid zijner genade, waarmede Hij ons begenadigd heeft in de Geliefde. 7 En in Hem hebben wij de verlossing door zijn bloed, de vergeving van de overtredingen, naar de rijkdom zijner genade, 8 welke Hij ons overvloedig heeft bewezen in alle wijsheid en verstand,9 door ons het geheimenis van zijn wil te doen kennen, in overeenstemming met het welbehagen, dat Hij Zich in Hem had voorgenomen, 10 om, ter voorbereiding van de volheid der tijden, al wat in de hemelen en op de aarde is onder een hoofd, dat is Christus, samen te vatten, 11 in Hem, in wie wij ook het erfdeel ontvangen hebben, waartoe wij tevoren bestemd waren krachtens het voornemen van Hem, die in alles werkt naar de raad van zijn wil, 12 opdat wij zouden zijn tot lof zijner heerlijkheid, wij, die reeds tevoren onze hoop op Christus hadden gebouwd. 13 In Hem zijt ook gij, nadat gij het woord der waarheid, het evangelie uwer behoudenis, hebt gehoord; in Hem zijt gij, toen gij gelovig werd, ook verzegeld met de Heilige Geest der belofte, 14 die een onderpand is van onze erfenis, tot verlossing van het volk, dat Hij Zich verworven heeft, tot lof zijner heerlijkheid.
Wat betekent dit?
Efeze vers 1:1 Paulus, een apostel door de wil van God
Paulus was door de Here Jezus Christus persoonlijk geroepen tot en aangesteld als apostel (zie Handelingen 9:3-9). Apostelen worden door de Here Jezus Christus aangesteld en niet door mensen, vandaar dat er heden ten dage geen apostelen meer zijn. Na de zelfmoord van Judas Iskariot, waren er nog elf apostelen over, de Here stelde Paulus aan als de twaalfde apostel.
Paulus groet de gelovigen in Efeze, een stad in het huidige Turkije, in de naam van Christus Jezus.
Let op de verschillende wijze waarop van de HEER gesproken wordt:
- Jezus als er gesproken wordt van de mens Jezus.
- Christus als er gesproken wordt en benadrukt wordt de opgestane HEER.
- Jezus Christus als de opgestane mens uit de dood.
- Christus Jezus als de HEER die opgevaren is naar de Hemel en gezeten is aan de rechterhand van God, de Vader.
- De Here Jezus Christus als de opgestane HEER, die Heer en Meester is over de wereld en van de heiligen en gelovigen.
Efeze 1:2 Een vrede groet
De apostel Paulus wenst genade en vrede toe aan hen, die de Here Jezus Christus aanvaard hebben als hun opgestane Heer en die regeert over hun leven hier op aarde en hun Meester is.
Efeze 1:3 De zegen
Daar de Here Jezus Christus is opgevaren naar de Hemel en nu gezeten is aan de rechterhand van God de Vader (Hebreeën 8:1) en altijd pleit voor de gelovigen (Hebreeën 7:25), zijn wij als gelovigen gezegend met allerlei geestelijke zegeningen. De gelovige heeft immers bij zijn/haar wedergeboorte de Heilige Geest ontvangen, zodat de Heilige Geest als onderpand is (Efeze 1:14).
Efeze 1:4 De uitverkiezing
Dit is wel een van de meest verkeerd geïnterpreteerde verzen uit de Bijbel. Dit vers wordt wel aangehaald als zou God de mens uitkiezen en daarmee zou alleen de door God uitverkoren mens in de Hemel komen en de rest van de mensheid zou verloren gaan voor de eeuwigheid. Dit is geheel in tegenspraak met de vrije keuze die door God aan de mens is gegeven. En daarmede zo evangelisatie en een heilig leven leiden onnodig zijn.
De Here Jezus Christus was reeds vóór de grondlegging der aarde uitverkoren om voor de zonde van de mens te sterven aan het kruis van Golgotha. God wist in Zijn Almachtige Wijsheid dat de mens in opstand tegen Zijn Schepper zou komen, en van Hem gescheiden ging worden door de dood. Daarom voorzag God de Vader reeds in de oplossing, door Zijn Zoon uit te verkiezen om voor de zonde der mens te sterven en eeuwig leven te verkrijgen als de individuele mens dit genade aanbod van God zou aanvaarden.
Door het aanvaarden van Gods genade aanbod, en geloven dat de Here Jezus Christus voor jouw zonde is gestorven en uit de dood is opgestaan, daardoor wordt de mens gereinigd door Zijn vergoten bloed aan het Kruis. En wordt de mens geheiligd en zal bij de Wederkomst van Christus een onberispelijk en onvergankelijk lichaam ontvangen (1 Thess. 4:14-17, 1 Cor.15:51-54).
Efeze 1:5 Gods Liefde
Want alzo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn Eniggeboren Zoon Jezus gegeven heeft, opdat elk die erkent een zondaar te zijn, niet voor eeuwig verloren gaat maar het eeuwige leven in de hemel zal krijgen. (vrij vertaald naar Joh. 3:16)
Elk die gelooft dat Jezus Christus voor zijn/haar zonde is gestorven is een zoon van Christus geworden (Rom. 8:14-19). Het is Gods Wil dat alle mensen de Here Jezus Christus aanvaarden als Verlosser van zijn/haar zonden en groeien tot zonen van Christus. Echter de mens heeft met zijn/haar vrije wil de keuze om Jezus Christus als Verlosser te verwerpen. En elke gelovige heeft met zijn/haar vrije wil de keuze om te groeien van kind tot een zoon van Christus.
Net zo min als een man die een vrouw lief heeft, kan dwingen om hem lief te hebben, zo zal God een mens niet dwingen om Hem lief te hebben. God respect de vrije wil van de mens. Echter de mens is wel verantwoording over zijn/haar daden schuldig aan God. En de mens dient dan ook de gevolgen van de keuze te aanvaarden. Als een dief steelt, moet hij ook de gevolgen van zijn daden aanvaarden (de gevangenis).
Efeze 1:6 Lof en genade
God heeft de gelovige begenadigd door vergeving van zonde te schenken in de Here Jezus Christus.
De gelovige kan God lof geven door naar Gods Wil te leven en de werken van de Heilige Geest te doen (Gelaten 5:22) en de werken van het vlees niet te doen (Gelaten 5:13-21) daartoe zijn de geloven geroepen als kinderen van God. Door continue de zonde te belijden en het eigen-ik te kruisigen, stelt de gelovige zich open voor de werking van de Heilige Geest. Als de gelovige bewust zondigt of de zonde niet belijdt, dan bedroeft hij/zij de Heilige Geest en zal deze de werking van de Geest uitdoven (1 Thess. 5:19). Want de gelovige dient tot lof van God de Vader te leven.
Immers de gelovige heeft de geweldige genade van God ontvangen van verlossing der zonde, bevrijding uit de machten der duisternis en de Heilige Geest ontvangen om de vruchten des Geest te doen.
Bovendien de heerlijkheid van eeuwig leven in de Hemel bij God, in plaats van een eeuwige dood in de poel des vuurs.
Efeze 1:7 Verlossing
De gelovige heeft vergeving van zonde ontvangen doordat Jezus Christus Zijn bloed heeft gestort aan het kruis van Golgotha. Door het sterven van Jezus Christus en door Zijn opstanding uit de dood, ontvangt de mens die dit aanvaardt, vergeving van zijn/haar overtredingen. Maar de mens dient wel zijn/haar zonde te belijden en erkennen zondaar te zijn.
1 Joh. 1:9 Indien wij onze zonden belijden, Hij Is getrouwen rechtvaardig, om ons de zonden te vergeven om ons te reinigen van alle ongerechtigheid.
Psalm 103:12 Zover het oosten is van het westen, zover doet Hij onze overtredingen van ons.
Micha 7:19 Hij zal Zich wederom over ons ontfermen, Hij zal onze ongerechtigheden vertreden. Ja, Gij zult al onze zonden werpen in de diepten der zee.
Efeze 1:8 Overvloedig bewezen
God openbaart Zich overduidelijk in de Schepping, daarom heeft geen enkel mens een excuus om God niet te zoeken (Rom. 1:18-23). Ieder mens heeft verstand en wijsheid (geweten) ontvangen, dus iedereen weet dat hij/zij zondig is en verkeerde dingen doet, en door de Schepping kan de mens weten dat er een God moet bestaan.
Zeker in de Westerse wereld heeft niemand een excuus om God niet te zoeken, er zijn voldoende kerken, evangelische boekenwinkels en Bijbels (gratis op internet). Het is de plicht van de mens God te zoeken. En een ieder die zoekt, zal vinden (Matt. 7:8).
God bewijst Zich overvloedig in de natuur. Hij geeft de mens overvloedige waarschuwingen en toont overvloedig Zijn macht in natuurrampen, aardbevingen, etc.
Efeze 1:9 Geheimenis van Zijn Wil
De Oudtestamentische Joden, vanaf de zondeval van Adam tot Jezus komst op aarde, hebben Gods geheimenis nimmer begrepen. Zij verwachten een Messias als komende koning van Israël. Ondanks de instelling van de tabernakel, zijn heiligdom (en ontoegankelijkheid tot het Heilige der Heilige) en de zond offers, begrepen zij maar niet de noodzaak van het belijden van zonde en de komst van de Messias Die zou komen als het ware zond offer, het Ware Lam.
Joh. 1:29 De volgende dag zag hij Jezus tot zich komen en zeide: Zie, het Lam Gods, dat de zonde der wereld wegneemt.
Dat was het geheimenis, dat de Messias op de aarde zou komen om voor de zonde van de mensen te sterven. Zelfs in de dagen van Jezus op aarde, waren de Schriftgeleerden en Farizeeën verblind, en herkenden zij dit geheimenis van God niet.
Het geheimenis van God is duidelijk verklaart in de verzen 10-14 en Romeinen 3:21-26.
Efeze 1:10 Volheid der tijden
Romeinen 11:25 - 26a Want, broeders, opdat gij niet eigenwijs zoudt zijn, wil ik u niet onkundig laten van dit geheimenis; een gedeeltelijke verharding is over Israël gekomen, totdat de VOLHEID der heidenen binnengaat, en aldus gans Israël behouden wordt.
Openb. 6:11 En aan elk hunner werd een wit gewaad gegeven, en hun werd gezegd, dat zij nog een korte tijd moesten rusten, totdat ook het getal VOL zou zijn van hun mededienstknechten en hun broeders, die gedood zouden worden evenals zij.
De Here Jezus Christus is het hoofd van Zijn Gemeente (Efeze 5:23, 1 Cor. 12:12-13), reeds nu bestuurt Christus Zijn lichaam, de Gemeente oftewel alle wedergeborenen totdat Christus Zijn Gemeente komt halen in de lucht, dan is de VOLHEID bereikt voor wat betreft de Gemeente.
Daarna gaat God door met Israël en als dan de VOLHEID in de Grote Verdrukking is bereikt, zal Christus Zijn voeten op de Olijfberg zetten (Zacharia 14:4) en Israël bevrijden.
Dan zal al wat in de hemelen en wat op aarde is, de Here Jezus Christus erkennen als Heeren Koning, en zien wie zij gekruisigd hebben.
Elke wedergeborene, elke gelovige die Jezus Christus als zijn/haar persoonlijke Verlosser heeft aangenomen, heeft als erfdeel ontvangen het eeuwige leven in de Hemel. Dit was voorbestemd door God.
Maar niet alleen het eeuwige leven was en is Gods voorbestemming, de gelovige kan door zijn haar liefde aan God te tonen door Gods Wil te doen, ook nog rijkdom en kransen verdienen:
- Door te bouwen op het fundament van Jezus Christus (1 Cor. 3:10-17).
- Indien wij volharden en trouw blijven, zullen wij met de Here Jezus Christus als koningen in het 1000-jarig Rijk heersen, 2 Timótheüs 2:12.
- Indien wij met Hem lijden (1 Petrus 3:13-18 geduldig lijden), zullen wij de eeuwige heerlijkheid (iets anders dan zaligheid) ontvangen, 2 Tim.2:9-10.
- Indien wij de vrijmoedigheid en hoop tot het einde toe vasthouden, zullen wij in het huis van Christus (anders dan het huis Gods) komen, Hebr. 3:6; Fil. 3:1014.
- Indien wij ons geheel inzetten om een getuige van het Evangelie te zijn, zullen wij een onvergankelijke erekrans (kroon des roems) ontvangen, 1 Cor. 9:19-27.
- Indien wij het geloof tot het einde toe vasthouden, ontvangen wij de krans der rechtvaardigheid, 2 Tim. 4:7-8.
- Indien wij de verzoekingen goed doorstaan, zullen wij de krans des levens ontvangen, Openbaring 2:10 en 3:11; Jakobus 1:12.
- Indien wij de Here alle eer en dankzegging hebben gebracht, ontvangen wij de kroon, Openbaring 4:9-10.
Efeze 1:12 Tot lof Zijner heerlijkheid
Het is de plicht van elke gelovige om tot eer en glorie van de Here God te leven, dit kan de gelovige doen door zijn/haar liefde aan God te tonen (1 Cor. 13:1-17) en naar Gods Wil voor zijn/haar leven te leven (1 Cor. 12:12-31).
Wij immers hebben onze hoop op Christus gebouwd, als de opgestane mens Jezus, Die de dood heeft overwonnen en is opgestaan uit de dood en opgevaren naar de Hemel. Wij hebben de vergeving van zonde en de hoop op het eeuwige leven in de Hemel. Voor de gelovige is er geen angst meer voor Gods toorn en straf op de zonde, maar gerechtvaardigd door het bloed van ons Here Jezus Christus zijn we rein en heilig. En is onze hoop op eeuwig leven door Christus.
Efeze 1:13 Verzegeld met de Heilige Geest
Elke zondaar, die Jezus Christus als zijn/haar Verlosser aanneemt en erkent zondig te zijn, erkent de Bijbel als Gods Woord, het Woord der Waarheid. Dat is het evangelie van behoudenis, namelijk:
- Het erkennen onder Gods toorn te leven,
- Het erkennen zondig te zijn,
- Het erkennen dat je als mens op geen enkele wijze jezelf met God kunt verzoenen door eigen werken
- Het erkennen dat de enige weg tot Verlossing is Jezus Christus aan te nemen als Degene, Die voor jouw zonde is gestorven
- Het erkennen dat je door Jezus Christus het eeuwige leven ontvangt en geen enkele goede daad van jezelf kan bijdragen aan je Verlossing.
Vanaf het moment dat de gelovige Jezus Christus als zijn/haar Verlosser aanvaardt, ben je wedergeboren.
1 Petrus 1:3-4 Geloofd zij de God en Vader van onze Here Jezus Christus, die ons naar Zijn grote barmhartigheid door de opstanding van Jezus Christus uit de doden heeft doen wedergeboren worden tot een levende hoop, tot een onvergankelijke erfenis, die in de hemelen weggelegd is voor u.
En
komt de Heilige Geest bij je inwonen (1 Cor. 3:16-17).
De Heilige Geest is jouw persoonlijk onderpand der belofte. Welke belofte?
Vers 14 geeft het antwoord: tot erfenis, tot lof van Christus' heerlijkheid en Verlossing.
Efeze 1:14 Onderpand en Erfenis
De Heilige Geest is het onderpand (waarborg) van onze erfenis, verlossing en lof Zijner heerlijkheid.
Onderpand van onze erfenis, namelijk dat na de dood van de gelovige hij of zij het eeuwige leven in de Hemel zal erven. Een erfenis geschiedt pas na het sterven van iemand. Zo moet ook de gelovige eerst sterven op aarde, alvorens hij of zij de erfenis kan verkrijgen, het eeuwige leven in de Hemel.
Onderpand van verlossing van het volk dat Hij Zich verworven heeft. Wie is dit volk ?
Het volk dat Hij (Jezus Christus) Zich verworven heeft, namelijk een ieder die gelooft dat Jezus Christus voor zijn of haar zonde is gestorven aan het Kruis van Golgotha. Door Jezus Christus opstanding heeft Hij Zich een volk van gelovigen gekocht (Titus 2:13-14).
De gelovige dient tot lof van Jezus Christus te leven door te getuigen van Jezus Christus Verlossing van zonde, dood en Zijn opstanding. Van de vergeving van de zonde door het bloed van Jezus Christus. Door dit in daad en woord uit te dragen en zich dusdanig te gedragen dat de ongelovigen in ons leven een verandering zien, en ons leven tot eer en verheerlijking is van Christus. Door lofprijzing, aanbidding, dagelijks contact met de Here Jezus Christus, middels dagelijks gebed, en middels dagelijks Bijbel lezen om Gods Wil voor jouw leven te leren kennen, en gemeenschap met andere gelovigen (Hebr. 10:24-25).
En ik, broeders, kon niet tot u spreken als tot geestelijke mensen, maar slechts als tot vleselijke, nog onmondigen in Christus. Melk heb ik u gegeven, geen vast voedsel, want dat kon gij nog niet verdragen. Ja, dat kunt gij ook nu nog niet, want gij zijt nog vleselijk. Want als er onder u nijd en twist is, zijt gij dan niet vleselijk, en leeft gij niet als onveranderde mensen? Want wanneer de een zegt: Ik ben van Paulus; en de ander: Ik van Apollos; zijt gij dan niet onveranderde mensen? Wat is dan Apollos? Of wat is Paulus? Dienaren, door wie gij tot geloof gekomen zijt, en wel zoals de Here dit aan een ieder geschonken heeft. Ik heb geplant, Apollos heeft begoten, maar God gaf de wasdom. Daarom, noch wie plant, noch wie begiet, betekent iets, maar God, die de wasdom geeft. Wie plant en wie begiet, staan gelijk; alleen zal elk zijn eigen loon krijgen naar zijn eigen werk. Want Gods medearbeiders zijn wij; Gods akker, Gods bouwwerk zijt gij. | Naar de genade Gods, die mij gegeven is, heb ik als een kundig bouwmeester het fundament gelegd, waarop een ander voortbouwt. Maar ieder zie wel toe, hoe hij daarop bouwt. Want een ander fundament, dan dat er ligt, namelijk Jezus Christus, kan niemand leggen. Is er iemand, die op dit fundament bouwt met goud, zilver, kostbaar gesteente, hout, hooi, of stro, ieders werk zal aan het licht komen. Want de dag zal het doen blijken, omdat hij met vuur verschijnt, en hoedanig ieders werk is, dat zal het vuur uitmaken. Indien het werk, dat hij erop gebouwd heeft, standhoudt, zal hij loon ontvangen, maar indien iemands werk verbrandt, zal hij schade lijden, doch hij zelf zal gered worden, maar door vuur heen. Weet gij niet, dat gij Gods tempel zijt en dat de Geest Gods in u woont? Zo iemand Gods tempel schendt, God zal hem schenden. Want de tempel Gods, en dat zijt gij, is heilig! |
Al ware het, dat ik met de tongen der mensen en der engelen sprak, maar had de liefde niet, ik ware schallend koper of een rinkelende cimbaal. Al ware het, dat ik profetische gaven had, en alle geheimenissen en alles, wat te weten is, wist, en al het geloof had, zodat ik bergen verzette, maar ik had de liefde niet, ik ware niets. Al ware het, dat ik al wat ik heb tot spijs uitdeelde, en al ware het, dat ik mijn lichaam gaf om te worden verbrand, maar had de liefde niet, het baatte mij niets. De liefde is lankmoedig, de liefde is goedertieren, zij is niet afgunstig, de liefde praalt niet, zij is niet opgeblazen, zij kwetst niemands gevoel, zij zoekt zichzelf niet, zij wordt niet verbitterd, zij rekent het kwade niet toe. Zij is niet blijde over ongerechtigheid, maar zij is blijde met de waarheid. Alles bedekt zij, alles gelooft zij, alles hoopt zij, alles | verdraagt zij. De liefde vergaat nimmermeer; maar profetieën, zij zullen afgedaan hebben; tongen, zij zullen verstommen; kennis, zij zal afgedaan hebben. Want onvolkomen is ons kennen en onvolkomen ons profeteren. Doch, als het volmaakte komt, zal het onvolkomene afgedaan hebben. Toen ik een kind was, sprak ik als een kind, voelde ik als een kind, overlegde ik als een kind. Nu ik een man ben geworden, heb ik afgelegd wat kinderlijk was. Want nu zien wij nog door een spiegel, in raadselen, doch straks van aangezicht tot aangezicht. Nu ken ik onvolkomen, maar dan zal ik ten volle kennen, zoals ik zelf gekend ben. Zo blijven dan: Geloof, hoop en liefde, deze drie, maar de meeste van deze is de liefde. |
Want gelijk het lichaam een is en vele leden heeft, en al de leden van het lichaam, hoe vele ook, een lichaam vormen, zo ook Christus; want door een Geest zijn wij allen tot een lichaam gedoopt, hetzij Joden, hetzij Grieken, hetzij slaven, hetzij vrijen, en allen zijn wij met een Geest gedrenkt. Want het lichaam bestaat toch ook niet uit een lid, maar uit vele leden. Indien de voet zeggen zou: omdat ik niet de hand ben, behoor ik niet tot het lichaam, behoort hij daarom niet tot het lichaam? En indien het oor zeggen zou: omdat ik niet het oog ben, behoor ik niet tot het lichaam, behoort het daarom niet tot het lichaam? Als het lichaam geheel en al oog was, waar bleef het gehoor? Als het geheel en al gehoor was, waar bleef de reuk? Nu heeft God echter de leden, elk in het bijzonder, hun plaats in het lichaam aangewezen, zoals Hij heeft gewild. Indien zij alle een lid vormden, waar bleef het lichaam? Maar nu zijn er wel vele leden, doch slechts een lichaam. En het oog kan niet zeggen tot de hand: ik heb u niet nodig, of ook het hoofd tot de voeten: ik heb u niet nodig. Ja, veeleer zijn die leden van het lichaam, welke het zwakst schijnen, noodzakelijk, en juist die delen van het | lichaam, welke wij minder in ere houden, bekleden wij meer eervol, en onze minder edele leden worden met groter eer behandeld, doch onze edele leden hebben dat niet nodig. God heeft evenwel het lichaam zo samengesteld, dat Hij meer eer gaf aan hetgeen misdeeld was, opdat er geen verdeeldheid in het lichaam zou zijn, maar de leden gelijkelijk voor elkander zouden zorgen. Als een lid lijdt, lijden alle leden mede, als een lid eer ontvangt, delen alle leden in de vreugde. Gij nu zijt het lichaam van Christus en ieder voor zijn deel leden. En God heeft sommigen aangesteld in de gemeente, ten eerste apostelen, ten tweede profeten, ten derde leraars, verder krachten, daarna gaven van genezing, bekwaamheid om te helpen, om te besturen, en verscheidenheid van tongen. Zijn zij soms allen apostelen? Allen profeten? Allen leraars? Allen krachten? Hebben soms allen gaven van genezing? Spreken soms allen in tongen? Vertolken zij soms allen? Streeft dan naar de hoogste gaven. En ik wijs u een weg, die nog veel verder omhoog voert. |
15 Daarom houd ook ik, gehoord hebbende van uw geloof in de Here Jezus en van uw liefde tot al de heiligen, 16 niet op te danken, u gedenkende bij mijn gebeden, 17 opdat de God van onze Here Jezus Christus, de Vader der heerlijkheid, u geve de Geest van wijsheid en van openbaring om Hem recht te kennen: 18 verlichte ogen uws harten, zodat gij weet, welke hoop zijn roeping wekt, hoe rijk de heerlijkheid is zijner erfenis bij de heiligen, 19 en hoe overweldigend groot zijn kracht is aan ons, die geloven, naar de werking van de sterkte zijner macht, 20 die Hij heeft gewrocht in Christus, door Hem uit de doden op te wekken en Hem te zetten aan zijn rechterhand in de hemelse gewesten, 21 boven alle overheid en macht en kracht en heerschappij en alle naam, die genoemd wordt niet alleen in deze, maar ook in de toekomende eeuw.
22 En Hij heeft alles onder zijn voeten gesteld en Hem als hoofd boven al wat is, gegeven aan de gemeente, 23 die zijn lichaam is, vervuld met Hem, die alles in allen volmaakt.
Wat betekent dit?
Efeze 1:15 Gehoord hebbende
Paulus had gehoord van het geloof van de Efeziërs in de Here én van hun liefde voor ALLE heiligen. Wat een getuigenis als zo duidelijk zichtbaar is het geloof in Jezus Christus, ook als Heer, en dat het zo duidelijk tot uitdrukking komt dat de liefde ervaren wordt.
Dat is de opdracht van onze Here Jezus Christus: het getuigenis in woord en in daad van het evangelie.
Efeze 1:16 Dank en Voorbede
Ook heeft Paulus gehoord dat de Efeziërs niet ophouden God te danken en Paulus te gedenken in hun voorbede. Dit is Gods opdracht voor elke gelovige: God te danken voor de verlossing in Jezus Christus, en voor alles wat de gelovige dagelijks uit Gods hand mag ontvangen, en voorbede te doen voor ongelovigen (bij name te noemen) en voorgangers.
Hebr. 13:7 Houdt uw voorgangers in gedachtenis, die het woord Gods tot u hebben gesproken; let op het einde van hun wandel en volgt hun geloof na.
Efeze 1:17 Belofte
Als de gelovige getuigt, liefde betoont, dankt en voorbede doet, is er ook een zegen van God de Vader, namelijk God schenkt dan aan de gelovige de Geest van wijsheid en van openbaring om Jezus Christus recht te kennen.
De Geest van wijsheid heeft de gelovige nodig om Gods Woord, de Bijbel, te verstaan en te begrijpen, alsmede om met wijsheid en inzicht het evangelie te vertellen aan ongelovigen.
De Geest van openbaring om Jezus Christus recht te kennen, is nodig om de diepere betekenis van de Bijbel, en het verlossingswerk en Christus' geheimenissen en het diepere geloofsleven te doen kennen.
Efeze 1:18 Verlichte ogen
De hoop die Jezus' roeping opwekt, is het eeuwige leven in de Hemel na de dood van de wedergeborene.
Rijke erfenis: zie vers 1:11.
Efeze 1:19 Overweldigende kracht
Door de inwonende Heilige Geest heeft de gelovige de kracht om niet meer te zondigen en rein naar Gods Wil te leven. De gelovige behoeft niet meer toe te geven aan de werken van het vlees en aan de machten der duisternis en satan. Jezus Christus heeft de machten der duisternis en satan overwonnen en de gelovige mag in Jezus' naam demonen uitwerpen als hij/zij dit doet in autoriteit van Jezus Christus (zie ook Lucas 13:10-17).
Matt 10:8 Geneest zieken, wekt doden op, reinigt melaatsen, drijft boze geesten uit. Om niet hebt gij het ontvangen, geeft het om niet.
Ef. 6:12 want wij hebben niet te worstelen tegen bloed en vlees, maar tegen de overheden, tegen de machten, tegen de wereldbeheersers dezer duisternis, tegen de boze geesten in de hemelse gewesten.
Efeze 1:20 Rechterhand van God
Welke sterkte? Die God de Vader heeft geopenbaard toen Hij Zijn Zoon Jezus Christus uit de dood deed opstaan. Jezus Christus heeft door Zijn volmaakte gehoorzaamheid aan God de Vader de dood overwonnen. God heeft Zijn Almacht aan de wereld tentoongesteld door Jezus Christus uit de dood te doen opstaan.
Maar daar is het niet bij gebleven, Jezus Christus is niet op de aarde gebleven, God de Vader heeft Zijn Zoon Jezus Christus ook doen opvaren naar de Hemel, en alle wedergeborene in Christus zullen met Hem opvaren naar de Hemel als de Here Jezus Christus terugkomt op de Zijnen (de wedergeborenen) mee te nemen naar de Hemel.
In de Hemel is de Here Jezus Christus gezeten aan Gods rechterhand.
Col 3:1 Indien gij dan met Christus opgewekt zijt, zoekt de dingen, die boven zijn, waar Christus is, gezeten aan de rechterhand Gods.
Heb. 10:12 Deze echter is, na een offer voor de zonden te hebben gebracht, voor altijd gezeten aan de rechterhand van God.
Efeze 1:21 Boven alle macht
De Here Jezus Christus heeft door Zijn volmaakte gehoorzaamheid aan God de Vader, de macht van satan en de machten der duisternis over de aarde overgenomen, en is eigenaar geworden van alles wat onder, op en boven de aarde leeft.
Macht en kracht verwijst gewoonlijk in de Bijbel naar de goede en slechte engelen, zie Rom 8:38.
In deze eeuw en de toekomende eeuw. Meningen over de betekenis hiervan lopen uit een. Deze eeuw heeft betrekking op de huidige wereld, en de toekomende eeuw zou betrekking hebben op de nieuwe wereld (Openbaring 21) of het 1000-jarig rijk (Openbaring 20).
Of als een eeuw=1000 jaar, dan is deze eeuw en toekomende eeuw tezamen 2000 jaar, en kunnen we spoedig de Wederkomst van de Here Jezus Christus in de lucht verwachten ?
Hoe het ook zij, de Here Jezus Christus regeert vanuit de Hemel over alles wat onder, open boven de aarde is en zal dat voor eeuwig blijven doen.
Efeze 1:22 Jezus Christus is het Hoofd
Hebr 2:8 Alle dingen hebt Gij onder Zijn voeten onderworpen. Want bij dit: alle dingen Hem onderworpen, heeft Hij niets uitgezonderd, dat Hem niet onderworpen zou zijn. Doch thans zien wij nog niet, dat Hem alle dingen onderworpen zijn.
Jezus Christus is heden het Hoofd van Zijn Gemeente (alle wedergeborenen) en het is de plicht en taak van alle gelovigen om de Here Jezus Christus ook als zijn/haar Hoofd (Heer en Meester) te erkennen en te leven naar Christus' wil en Hem te gehoorzamen.
Nochtans gehoorzamen de aardse machten niet zichtbaar aan de Here Jezus Christus, maar toch regeert Hij, zie Kol. 2:10 en 15.
Straks zal ook satan en zijn gevallen engelen (de machten der duisternis) overwonnen worden, zie Openbaring 20.
Efeze 1:23 Christus' lichaam
Het lichaam van de Here Jezus Christus is de Gemeente (alle gelovigen die Jezus Christus als hun persoonlijke Verlosser hebben aangenomen):
1 Cor. 12:12 Want gelijk het lichaam één is en vele leden heeft, en al de leden van het lichaam, hoe vele ook, een lichaam vormen, zo ook Christus;
Ef. 4:12 om de heiligen toe te rusten tot dienstbetoon, tot opbouw van het lichaam van Christus,
Ef. 5:23 want de man is het hoofd van zijn vrouw, evenals Christus het hoofd is Zijner gemeente; Hij is het, die Zijn lichaam in stand houdt.
Aangezien Christus het Hoofd is, is elke gelovige Hem verantwoording schuldig over zijn/haar leven en alles wat de gelovige gedaan heeft in zijn/haar leven. Straks zal de gelovige verantwoording dienen af te leggen aan Christus:
2 Cor. 5:10 Want wij moeten allen voor de rechterstoel van Christus openbaar worden, opdat een ieder wegdrage wat hij in zijn lichaam verricht heeft, naar dat hij gedaan heeft, hetzij goed, hetzij kwaad.
Efeze 2:1-10 Van de dood naar het leven
1 Ook u, hoewel gij dood waart door uw overtredingen en zonden, 2 waarin gij vroeger gewandeld hebt overeenkomstig de loop dezer wereld, overeenkomstig de overste van de macht der lucht, van de geest, die thans werkzaam is in de kinderen der ongehoorzaamheid, 3 (trouwens, ook wij allen hebben vroeger daarin verkeerd, in de begeerten van ons vlees, handelende naar de wil van het vlees en van de gedachten, en wij waren van nature, evenzeer als de overigen, kinderen des toorns), 4 God echter, die rijk is aan erbarming, heeft, om zijn grote liefde, waarmede Hij ons heeft liefgehad, 5 ons, hoewel wij dood waren door de overtredingen mede levend gemaakt met Christus, (door genade zijt gij behouden), 6 en heeft ons mede opgewekt en ons mede een plaats gegeven in de hemelse gewesten, in Christus Jezus, 7 om in de komende eeuwen de overweldigende rijkdom zijner genade te tonen naar zijn goedertierenheid over ons in Christus Jezus. 8 Want door genade zijt gij behouden, door het geloof, en dat niet uit uzelf: het is een gave van God; 9 niet uit werken, opdat niemand roeme.
10 Want zijn maaksel zijn wij, in Christus Jezus geschapen om goede werken te doen, die God tevoren bereid heeft, opdat wij daarin zouden wandelen.
Wat betekent dit ?
Efeze vers 2:1 De straf op de zonde is de dood
Door het geloof in het volbrachte verlossingswerk van Jezus Christus zijn wij levend geworden. Wij waren dood vanwege de zonde én door de overtredingen van Gods geboden en wetten. Wij kennen allemaal de 10 geboden. Onder de Wet wordt meer verstaan dan slechts de 10 geboden. Het geldt ook de gehele ceremoniële wet, zoals u die kunt vinden in Leviticus, waar de offers en tienden beschreven worden. En in Deuterononium, die hoofdzakelijk de huishoudelijke wetten behandelen.
De wet dient onder andere:
1. Als overtuigingsmiddel, hoe zondig de mens is.
2. Als leidraad voor het leven van de gelovige.
De christen is vrijgekocht van de vloek der wet (Galaten3:13). Dit wil nog niet zeggen, dat daarom de christen de wet niet behoeft te houden.
De wet is heilig (Romeinen 7:12)!
De gelovige kan de wet houden, doordat de Heilige Geest in hem/haar woont, en het vermogen geeft om de wetten te houden. Praktisch wil dit zeggen dat de Heilige Geest zorgt dat de gelovige de Wet houdt. Mits de gelovige de Geest laat werken. Maar tegelijkertijd zorgt de oude natuur dat de gelovige zich verzet tegen de Wet. De gelovige dient dus voeding te geven aan zijn/haar wedergeboren natuur. Hoe verder de gelovige groeit, hoe meer de gelovige de Heilige Geest in zich laat werken, deste meer houdt hij/zij de Wet.
Galaten 5:14-26 Hierin wordt de wet vervuld: u zult uw naasten liefhebben als uzelf. Voor de spijswetten, zie Handelingen 15:19-20 en Kolossenzen 2:16.
Efeze 2:2 Voor onze bekering
Voor onze bekering waren wij kinderen van satan en onder satans macht (Johannes 8:44). In Efeze 5:11-12 lezen wij met wie de overste der lucht wordt bedoeld. Zoals op aarde, elk land een koning of president heeft, is in de tweede hemel, welke onderverdeeld is in verscheidene rijken, de overste van al deze rijken: de satan.
De machten der lucht werken in elke ongelovige, oftewel kind der ongehoorzaamheid. Waarom wordt een ongelovige, een kind der ongehoorzaamheid genoemd? De verklaring vinden we in Johannes 3:36:
De ongelovige is ongehoorzaam, omdat hij/zij niet gelooft dat de Here Jezus Christus voor zijn/haar zonde is gestorven en daarom blijft de toorn Gods op hem/haar.
Satan heeft echter géén absolute heerschappij. In de hemel, heeft hij strijd te voeren tegen de engelen van God. Satan kan niet meer macht uitoefenen dan God hem toestaat. Iets van deze beperkingen vinden we in Job 1:12 en 2:6 en van de strijd in Daniël 10:13, Judas vers 9 en in Openbaring 12:7.
Efeze 2:3 Onze natuur
Van nature zijn wij allen belast door de zonde van Adam.
Daarom doen wij de begeerten van het vlees. Wat deze begeerten zijn, lezen we onder andere in Galaten 5:19:
Overspel, hoererij, onreinheid, afgoderij, vijandschap, twist, toorn, tweedracht, nijd, moord, dronkenschap.
Reeds het begeren van de ogen is overspel, zoals we lezen in Mattheüs 5:28.
Hoe vaak zijn we niet onrein. Onrein zijn we zodra wij Gods geboden overtreden; onbedacht een belofte geven en deze niet nakomen; men onbedacht gesproken heeft (Leviticus 5:2-4).
Afgoderij is alles wat of wie men meer lief heeft boven God. God wil uw eerste liefde hebben (Openbaring 2:4-5). Afgoderij kan zijn uw hobby, uw werk, maar ook uw vrouw of kinderen meer liefde geven dan aan God (Lucas 14:26, Mattheüs 6:24).
Mattheüs 6:14-15; 5:23-24 en 1 Petrus 5:7 Vijandschap en tweedracht belemmeren uw gebeden.
Van nature doen wij wat het vlees wil. Hierop rust de toorn Gods zoals we reeds zagen in Johannes 3:36. Een kind van God behoeft niet meer de wil van het vlees te doen. Hij/zij heeft de inwoning van de heilige Geest ontvangen bij de wedergeboorte. In de kracht van Gods Geest kunnen wij "neen" zeggen tegen de begeerte van de zonde.
Efeze 2:4 God is Liefde
Ja, maar . . . horen wij veel zeggen.
Als God liefde is, waarom dan al dat verdriet, die ziektes, dood en oorlogen? Gods liefde is daarin geopenbaard dat toen wij nog zondaren waren, Gods vijanden waren, God Zijn Zoon aan ons gegeven heeft, opdat een ieder, die in Hem gelooft niet voor eeuwig ten verderve gaat (Openbaring 20:11-15), maar eeuwig leven heeft (Johannes 3:16) en verzoend wordt met de Here God de Vader.
God heeft de mens aangesteld als heerser over de aarde (Gen. 1:28), daarom is de mens zelf primair verantwoordelijk voor vrede, oorlog, natuurrampen (door milieuvervuiling, kappen van bossen, oerwouden en regenwouden, weersveranderingen), etc. Zoals een koning of president en regering verantwoordelijk zijn over wat er in hun land gebeurt, zij zijn immers aangesteld of gekozen, zo is de mens door God aangesteld om te heersen over de aarde, en daarom is de mens verantwoordelijk voor alles wat op aarde en in de wereld gebeurt.
De christen is verantwoordelijk om op christelijke partijen te stemmen en zorg te dragen dat deze christelijke partijen ook de Bijbelse waarden en normen verdedigen en handhaven in hun land. De christenen dienen hun stem te laten horen als Bijbelse waarden en normen worden overschreden, of dat nu in hun stad, provincie of land gebeurt.
De opdracht van de Here Jezus Christus is te strijden tegen de overheden in de lucht (de machten der duisternis).
God bespaart de gelovige niet voor beproevingen. God beproeft de gelovige, om de gelovige zichzelf te laten ontdekken hoe ver hij/zij is in zijn/haar geestelijke leven. Bijvoorbeeld of hij wel werkelijk geduldig of vriendelijk of zachtmoedig is.
God zal vaak tuchtigen als wij de eerste liefde verlaten of als de gelovige van het rechte pad afwijkt. God tucht Zijn kinderen als een liefdevolle Vader. Hij wil ons opvoeden tot een beeld gelijkvormig aan Zijn Zoon, Jezus Christus. Soms doet Hij dat met liefde. Tucht is echter ook liefde. Zoals een aardse vader zijn kind straft wanneer het ongehoorzaam is.
Een gelovige kan volharden als een ongehoorzaam kind. Hij of zij kan blijven wandelen op zijn/haar eigen (wereldse) weg. Volhardt men dat zal men tenslotte de Heilige Geest uitdoven (1 Thess. 5:19). Alvorens men de Geest uitdooft, zal men deze eerst bedroefd hebben (Efeze 4:30). Dit merkt de gelovige, omdat hij/zij de blijdschap verloren heeft. Is de Heilige Geest uitgedoofd, dan is de tuchtiging weggevallen; het gebed afwezig; het getuigenis verdwenen.
Enige kenmerken van de werking des Geestes in ons leven zijn:
- Een leven in blijdschap
- Gemeenschap met Gods kinderen (Hebreeën 10:25 verzuim niet . . . )
- Getuigenis van Jezus Christus
- Geven van giften aan Gods werk (tienden)
- Een leven onder de controle van de Heilige Geest.
Ervaren wij dit, dan mogen we zeggen dat de Heilige Geest in ons werkt en zullen wij Gods Liefde ervaren, ook in periode van tegenslag!
Immers de gelovige wordt niet gespaard voor tegenslagen en teleurstellingen. God laat immers alle dingen medewerken ten goede voor degene, die Hem liefhebben (Romeinen 8:28). Hij zal nooit toelaten dat wij boven vermogen beproefd worden (1 Corinthiërs 10:13). God heeft ons het eerst liefgehad. Wij dienen Gods liefde te beantwoorden en God lief te hebben met geheel ons hart, ziel en verstand (Deut. 6:5-7). Dit geldt ook in moeilijke tijden.
Efeze 2:5-6 Volbracht
Wij zijn met de Here Jezus Christus gestorven aan het Kruis van Golgotha aan onze oude natuur en God heeft ons met de Here Jezus Christus opgewekt ten derde dage in het nieuwe leven.
Jezus Christus heeft alles v o l b r a c h t! (Johannes 19:30).
Wij hebben geen aanvulling nodig door middel van yoga, T.M.(Transcendente Meditatie), of sensitivity training. Ons leven regelt God. Yoga en T.M. vinden hun oorsprong in de heidense filosofie en afgoderij. Wij mogen dit nooit aanwenden en gebruiken om zodoende tot een betere concentratie te komen in het gebed of tot een snellere heilig making. De Heilige Geest is de Persoon, Die dit alles bewerkt en in ons werkt.
Yoga en T.M. zijn menselijke middelen en vinden hun oorsprong in de Hindoeïstische afgoderij. Dit kan God nooit gebruiken, want God verbiedt de afgodendienst.
Bij de sensitivity training beoordeelt een groep, het gedrag van de persoon. Dit kan niet objectief zijn. De mens kan slechts tot zelfkennis komen door Gods openbaring. God is de Schepper en Hij alleen staat objectief tegenover de mens. Hoe de mens is, heeft God beschreven in Zijn Woord, de Bijbel (Genesis 6:5; Jeremia 5:23 en 17:9; Mattheüs15:19-20). Gods Woord is de enige maatstaf, nooit de subjectieve beoordeling door de mens of psychiater.
Wij moeten en mogen geen toekomst willen weten, door middel van horoscopen, astrologie, handlezen, wichelarij, wichelroede, enzovoort. Dit vindt zijn oorsprong niet bij de Heilige God, maar wordt geïnspireerd door satan. Op dit alles rust Gods toorn (Deut. 18:9-22).
De Heilige Geest gebruikt wel aardse middelen om ons op te voeden. Het is volbracht, wil nog niet zeggen dat wij mogen rusten. Wij dienen actief te zijn in de heiligmaking, dat wil zeggen de Heilige Geest in ons laten werken. En in ons getuigenis.
De Heilige Geest gebruikt opleidingen, taalstudie, predikkunde, ervaringen van zendelingen, predikanten en boeken om ons op te voeden en bruikbaar te maken om te kunnen getuigen !
Wij zijn met Christus gezet in de Hemel..
Ons huidige leven op aarde brengen wij als vreemdeling door. Hier op aarde zijn wij vertegenwoordiger van de A L L E R H O O G S T E !
Daarom dient ons leven, een welgevallig leven voor God te zijn (Romeinen 12:1-2). Heel ons denken dient overeenkomstig Gods denken en handelen te worden. Zie hiervoor Kolossenzen 3:1-17
Met Christus zijn wij gezet in de Hemel. Dit houdt ook in dat wij boven satan en de duistere machten zijn gezet, zolang wij in Christus blijven (Johannes 15:4). Wij dienen niet te zweven in de hemel. Zolang wij in het aardse lichaam verblijven, hebben wij een taak op aarde. Dienen wij met onze beide voeten op aarde te staan! Te strijden tegen de duisteren machten en ongelovigen te winnen voor Christus. Wij zijn als wachters aangesteld om mensen de blijde boodschap van eeuwige redding te verkondigen (Ezechiël 3 + 33). Daardoor zijn wij verantwoordelijk als er mensen verloren gaan, als wij het evangelie niet verkondigd hebben. Niet door het geloof worden wij zalig. H e t i s g e n a d e ! Genade door God in Zijn Zoon gegeven.
Als wij een cadeau ontvangen, kunnen wij ook niet zeggen, dat wij het hebben verkregen, omdat onze handen het hebben aangenomen uit de handen van de gever. Het is door de gever gekocht en betaald. Het is de gevers genade.
Het geloof is het middel waardoor wij zalig worden. De mens zoekt niet uit zichzelf God.Het evangelie moet naar de mensen gebracht worden, want het geloven is uit het gehoor (Romeinen 10:16-17).
Daarom is het noodzakelijk dat de gelovigen de straat op gaan en de ongelovigen thuisbezoeken, openlucht samenkomsten houden, verspreiden via internet! De Heilige Geest overtuigt door de Woorden Gods, de mens van zonde. Daarom is het geloof Gods Genade, waardoor de mens zalig wordt.
Efeze 2:7-9 Opname in de lucht
Na de opname van de gemeente in de lucht (1 Thess. 4:13-18) zal de Here Jezus Christus ons Zijn heerlijkheid tonen. Wij zullen door Zijn goedertierenheid dan verlost zijn van ons zondig lichaam en het verheerlijkte lichaam hebben ontvangen. Tevens zal de Here Jezus Christus ons loon geven voor de verrichte arbeid door Hem (niet de arbeid door onszelf gedaan). Wij kunnen werken voor Hem, doordat Hij in Zijn genade ons toerust voor Zijn Werk. Niemand is in staat geestelijk werk met vrucht te verrichten (dat wil o.a. zeggen dat mensen tot het geloof in de Here Jezus Christus komen), tenzij door Gods kracht en Gods Geest. Daarom kunnen wij ook niet roemen, want het is Zijn werk en Zijn kracht en niet de onze.
Efeze 2:10 De Schepper
God is de Schepper. Daarom is elk mens Zijn eigendom, en moet verantwoording over zijn of haar leven afleggen tegenover God (Openbaring 20:11-14). De gelovige in het bijzonder is verantwoording schuldig tegenover de Here Jezus Christus (Rom. 14:10 en 2 Cor. 5:10). De Here Jezus Christus heeft voor elke gelovige een taak toebereid. Waaraan de gelovige kan gehoorzamen of niet. Gehoorzaamt hij/zij dan ontvangt hij/zij boven Gods genade, ook nog loon. Wandelt hij/zij niet op de voorbereide weg, dan zal hij/zij geoordeeld worden na de opname in de hemel voor Christus' rechterstoel (1 Corinthiërs 3:9-17). De wegen waarop God wil dat wij wandelen, kennen wij door:
- Gods Woord, de Bijbel
- Door het gebed
- Door de leiding van de Heilige Geest.
Gods Wil is onder andere:
- 1 Timótheüs 2:4 en 2 Petrus 3:9 dat alle mensen behouden worden en tot erkenning der waarheid komen
- 1 Thess. 4:3 De heiligmaking van de gelovige
- Mattheüs 28:19 U getuigt in de wereld van Jezus Christus
Want de gehele wet is in één woord vervuld, in dit: u zult uw naasten liefhebben als uzelf. Indien u echter elkaar verbijt en vereet, ziet dan toe, dat u niet door elkaar verslonden wordt. Dit bedoel ik: wandel door de Geest en voldoe niet aan het begeren van het vlees. Want het begeren van het vlees gaat in tegen de Geest en dat van de Geest tegen het vlees - want deze staan tegenover elkaar - zodat u niet doet wat u maar wenst. Indien u echter door de Geest laat leiden, dan bent u niet onder de wet. Het is duidelijk, wat de werken van het vlees zijn: hoererij, onreinheid, losbandigheid, afgoderij, toverij, veten, twist, afgunst, uitbarstingen van toorn, zelfzucht, | tweedracht, partijenschap, nijd, dronkenschap, brasserijen en dergelijken. Maar de vrucht van de (Heilige) Geest is: liefde, blijdschap, vrede, lankmoedigheid, vriendelijkheid, goedheid, trouw, zachtmoedigheid en zelfbeheersing. Tegen zodanige mensen is de wet niet. Want wie Christus Jezus toebehoren, hebben het vlees met zijn hartstochten en begeerten gekruisigd. Indien wij door de Geest leven, laten wij ook door de Geest het spoor houden. Wij moeten niet praalziek zijn, elkaar tarten, elkaar benijden. |
Indien u dan met Christus bent opgewekt, zoekt de dingen, die boven zijn, waar Christus is, gezeten aan de rechterhand Gods. Bedenk de dingen, die boven zijn, niet die op de aarde zijn. Want u bent gestorven en uw leven is verborgen met Christus in God. Wanneer Christus verschijnt, die ons leven is, zult ook u met Hem verschijnen in heerlijkheid. Doodt dan de leden, die op de aardse zijn: hoererij, onreinheid, hartstocht, boze begeerte en de hebzucht, die niet anders is dan afgoderij, om welke dingen de toorn Gods komt. Daarin hebt ook u eertijds gewandeld, toen u erin leefde. Maar thans moet ook u dit alles wegdoen: toorn, heftigheid, kwaadaardigheid, laster en vuile taal uit uw mond. Liegt niet meer tegen elkaar, daar u de oude mens met zijn praktijken afleg, en de nieuwe aangedaan hebt, die vernieuwd wordt tot volle kennis naar het beeld van zijn Schepper, waarbij geen onderscheid is tussen Griek en Jood, besneden of onbesneden, barbaar en Skyth, slaaf en vrije, maar alles en in allen is Christus.
Doe dan aan, als door God uitverkoren heiligen en geliefden, innerlijke ontferming, goedheid, nederigheid, zachtmoedigheid en geduld. Verdraag elkaar en vergeef elkaar, indien de een tegen de ander een grief heeft; gelijk ook de Here u vergevene heeft, doet ook u evenzo. En doe bij dit alles de liefde aan, als de band der volmaaktheid. En de vrede van Christus, tot welk u immers in één lichaam geroepen bent, regere in uw harten; en wees dankbaar. Het woord van Christus wone rijkelijk in u, zodat u in alle wijsheid elkaar leert en terechtwijst en met psalmen, lofzangen en geestelijke liederen zingende, God dank brengt in uw harten. En al wat u doet met woord of werk, doe het alles in de naam des Heren Jezus, God de vader, dankende door Hem.
Efeze 2:11-22 Huisgenoten Gods
11 Bedenkt daarom dat gij, die vroeger heidenen waart naar het vlees, en onbesneden genoemd werd door de zogenaamde besnijdenis, die werk van mensenhanden aan het vlees is, 12 dat gij te dien tijde zonder Christus waart, uitgesloten van het burgerrecht Israëls en vreemd aan de verbonden der belofte, zonder hoop en zonder God in de wereld.
13 Maar thans in Christus Jezus zijt gij, die eertijds veraf waart, dichtbij gekomen door het bloed van Christus.
14 Want Hij is onze vrede, die de twee een heeft gemaakt en de tussenmuur, die scheiding maakte, de vijandschap, weggebroken heeft, 15 doordat Hij in zijn vlees de wet der geboden, in inzettingen bestaande, buiten werking gesteld heeft, om in Zichzelf, vrede makende, de twee totweder met God te verzoenen door het een nieuwe mens te scheppen, 16 en de twee, tot een lichaam verbonden, kruis, waaraan Hij de vijandschap gedood heeft. 17 En bij zijn komst heeft Hij vrede verkondigd aan u, die veraf waart, en vrede aan hen, die dichtbij waren; 18 want door Hem hebben wij beiden in een Geest de toegang tot de Vader.19 Zo zijt gij dan geen vreemdelingen en bijwoners meer, maar medeburgers der heiligen en huisgenoten Gods, 20 gebouwd op het fundament van de apostelen en profeten, terwijl Christus Jezus zelf de hoeksteen is. 21 In Hem wast elk bouwwerk, goed ineensluitend, op tot een tempel, heilig in de Here, 22 in wie ook gij mede gebouwd wordt tot een woonstede Gods in de Geest.
Wat betekent dit?
Efeze 2:11
Israël was Gods uitverkoren volk. Momenteel is het terzijde gezet en werkt God aan de Gemeente. Een ieder, die geen Israëliet was, wordt in de Bijbel een heiden genoemd. De Israëliet werd ten achtste dage besneden als teken dat hij in het verbond van Abraham was opgenomen.
Efeze 2:12
De heidenen waren van dit (Abrahams) verbond uitgesloten en onbekend met Gods wetten. Zij hadden geen hoop om verzoend te worden met God, zij leefden buiten Gods leefregels om.
Efeze 2:13
Maar nu is de heiden, die geloof in de Here Jezus Christus als zijn/haar persoonlijke Verlosser, Die Zijn bloed voor ons heeft uitgestort, dicht bij God gekomen. Ten dage van Israël in het beloofde land was de heiden veraf van God, ná Pinksteren is de gelovige dicht bij God gekomen. Christus moest sterven, want zonder bloedstorting geschiedt er geen vergeving (Hebreeën 9:22). De ziel moest verzoend worden. En de ziel van de mens is in het bloed (Leviticus 17:11). Daarom nam God Abels offer wel aan, omdat hij een dier slachtte en dus bloed/ziel vergoot. Kaïns offer was onbloedig en hij verachtte daarmede Gods weg van verzoening door geen bloed te storten.
Efeze 2:14
De Here Jezus Christus is de vrede voor en van elke gelovige. Doordat de gelovige, die Jezus Christus heeft aanvaardt als zijn/haar Verlosser is er geen vijandschap meer met God de Vader, maar is daarvoor in de plaats vrede met God de Vader gekomen.
Die de twee één heeft gemaakt, namelijk Israël en de heidenen. Beide hebben nu in Jezus Christus deel gekregen aan het nieuwe verbond.
Rom. 11:27 En dit is mijn verbond met hen, wanneer Ik hun zonden wegneem.
Hebr. 8:13 Als Hij spreekt van een nieuw verbond, heeft Hij daarmede het eerste voor verouderd verklaard. En wat veroudert en verjaart, is niet ver van verdwijning.
Hebr. 9:15 En daarom is Hij de middelaar van een nieuw verbond, opdat, nu Hij de dood had ondergaan, om te bevrijden van de overtredingen onder het eerste verbond, de geroepenen de belofte der eeuwige erfenis ontvangen zouden.
Tussen Joden (Israël) en heidenen bestond een tussenmuur en vijandschap. De Joden hadden deel aan het verbond met God en de heidenen waren uitgesloten aan dit (oude) verbond. Er was een tussenmuur, de Joden mochten geen omgang hebben met heidenen en niet met een heiden trouwen. En daarom mag een gelovige christen niet trouwen met een ongelovige (ook niet met een Moslim, of iemand die in een God gelooft).
Door de dood en opstanding van Jezus Christus kunnen zowel Jood, Israëliet als heiden tot geloof komen en vergeving van zonden ontvangen als zij de Jezus Christus erkennen, die voor zijn/haar zonde is gestorven. Daarmede krijgen zij deel aan het nieuwe verbond: vergeving van zonde en het eeuwige leven in de Hemel.
Efeze 2:15
Jezus Christus heeft in het vlees (geboren als mens, uit de maagd Maria bevrucht door de Heilige Geest (de zonde wordt immers doorgegeven door de man, niet door de vrouw)) Zich aan de tien geboden en wetten der geboden gehouden en daardoor zonder zonde geleefd.
Jezus Christus heeft de wetten "buiten werking" gesteld:
Kol. 2:13-14 Ook u heeft Hij, hoewel gij dood waart door uw overtredingen en onbesnedenheid naar het vlees, levend gemaakt met Hem, toen Hij ons al onze overtredingen kwijtschold, door het bewijsstuk uit te wissen, dat door zijn inzettingen tegen ons getuigde en ons bedreigde. En dat heeft Hij weggedaan door het aan het kruis te nagelen.
Maar Jezus kwam naar de aarde om de wetten te vervullen en de gelovige eert God door zich aan de wetten te houden middels de kracht van de Heilige Geest.
Een ieder die Jezus Christus heeft aangenomen is wedergeboren en een nieuw mens geworden.
2 Cor. 5:17 Zo is dan wie in Christus is een nieuwe schepping; het oude is voorbijgegaan, zie, het nieuwe is gekomen.
Efeze 2:16
De Israëlieten en heidenen, die Jezus als hun Verlosser hebben aangenomen zijn één lichaam geworden, beide hebben zij deel aan het Lichaam van Christus.
Beide zijn ze verzoend door het kruis:
Kol.1:18 Hij is het hoofd van het lichaam, de gemeente. Hij is het begin, de eerstgeborenen uit de doden, zodat Hij onder alles de eerste geworden is.
Kol.1:20 en door Hem (Jezus), vrede gemaakt hebbende door het bloed zijn kruises, alle dingen weer met Zich te verzoenen, door Hem, hetzij wat op de aarde, hetzij wat in de hemelen is.
Efeze 2:17
Bij de geboorte van Jezus werd de vrede op aarde aangekondigd:
Lucas 2:14 Ere zij God in den hoge, en vrede op aarde bij mensen des welbehagens.
U, die veraf waart: Dit zijn de heiden, zij waren veraf van het verbond dat God met Israël gesloten had, ja de heiden (wij, ongelovigen) waren uitgesloten aan dat verbond.
Hen, die dichtbij waren: Dit waren de Israëlieten die deel hadden aan het verbond.
Efeze 2:18
Maar geen van beide konden de wetten van God houden. Beiden hadden van node dat zij vergeving van zonden ontvangen door het bloed van Jezus Christus.
Alleen door Jezus Christus hebben beiden toegang tot de Hemel en God de Vader. Vanwege onze zondige natuur zijn we gescheiden van God de Vader. Alleen door het bloed van de Here Jezus Christus worden de zondaren rein en mag de gelovige komen in het Heilige der Heilige. Slechts de hogepriester mocht éénmaal per jaar het Heilige der Heilige in de tabernakel (en tempel) binnengaan. Toen Jezus stierf aan het kruis en uitriep: "Het is volbracht" scheurde het voorhang van het Heilige der Heilige van boven naar beneden. De mens had niets volbracht. NEEN, God had het volbracht en scheurde vanuit de Hemel (van boven) het voorhang (het was niet een mens die vanaf beneden het voorhangsel scheurde) en daarmede was voor elke seconde de toegang tot het Heilige der Heilige, tot God de Vader open.
Nu mag de gelovige dagelijks middels de Here Jezus Christus tot God de Vader gaan, God de Vader danken, aanbidden en in gebed tot Hem gaan.
Efeze 2:19
De gelovige zijn geen vreemdelingen en bijwoners meer, die uitgesloten waren aan het verbond van God, zoals ten tijde van het Oude Testament.
NEE, nu onder het nieuwe verbond zijn we heiligen en huisgenoten van God. Vanwege ons zondig lichaam blijven we nog leven op aarde en kunnen we slechts door gebed contact hebben met de Here Jezus Christus en God de Vader. Straks na de Wederkomst van Christus (1 Thess. 4:13-18) ontvangen we een onvergankelijk lichaam (1 Cor. 15:51-52) zonder zondige natuur en mogen we God aanschouwen met onze eigen ogen en in de Hemel wonen
Joh 14:2 In het huis mijns Vaders zijn vele woningen (anders zou Ik het u gezegd hebben)want Ik ga heen om u plaats (woning) te bereiden.
Efeze 2:20
De Oudtestamentische Israëlieten werden tot God gebracht door de prediking van de profeten.
De Nieuwtestamentische gelovigen door het fundament wat gelegd is door de 12 apostelen.
Terwijl Jezus Christus HET FUNDAMENT is, namelijk de hoeksteen, want Hij heeft het volbracht. Hij is voor de zonde van de gelovige gestorven. Zonder deze hoeksteen, bestaat er geen fundament en blijft de mens voor eeuwig gescheiden van God de Vader.
Efeze 2:21
In Jezus Christus groeit het bouwwerk, de gemeente van gelovigen.
Goed ineensluitend, als iedere gelovige zijn of haar plaats inneemt in het lichaam van Christus (1 Cor. 12:12-30).
Tot een tempel, immers de gelovige is een tempel Gods:
1 Cor. 3:16 Weet gij niet, dat gij Gods tempel zijt en dat de Geest Gods in u woont?
1 Cor. 6:19 Of weet gij niet, dat uw lichaam een tempel is van de Heilig Geest, die in u woont, die gij van God ontvangen hebt, en dat gij niet van uzelf zijt?
Efeze 2:22 Alle gelovigen tezamen vormen de tempel Gods
De tempel bestond uit vele stenen, en binnen in de tempel stonden vele gereedschappen, het reukoffer altaar, de tafel met de 12 toonbroden en de gouden kandelaar. Echter geen enkele steen noch gereedschappen noch onderdeel kan ontbreken, ieder lid heeft zijn eigen functie.
Zo ook binnen de tempel Gods (het lichaam van Christus) heeft elke gelovige zijn/haar eigen specifieke taak, om het lichaam van Christus tot een complete tempel te bouwen totdat de volheid is bereikt (Rom. 11:25-26a).
Efeze 3:1-21 Het werk van Paulus onder de heidenen
1 Daarom is het, dat ik, Paulus, die ter wille van Christus Jezus voor u, heidenen, in gevangenschap ben; 2 Gij hebt immers gehoord van de bediening door Gods genade mij met het oog op u gegeven:
3 dat mij door openbaring het geheimenis bekendgemaakt is, gelijk ik boven in het kort daarvan schreef.
4 Daarnaar kunt gij bij het lezen u een begrip vormen van mijn inzicht in het geheimenis van Christus, 5 dat ten tijde van vroegere geslachten niet bekend is geworden aan de kinderen der mensen, zoals het nu door de Geest geopenbaard is aan de heiligen, zijn apostelen en profeten:
6 dit geheimenis, dat de heidenen mede-erfgenamen zijn, medeleden en medegenoten van de belofte in Christus Jezus door het evangelie, 7 waarvan ik een dienaar geworden ben naar de genadegave Gods, die mij geschonken is naar de werking zijner kracht.
8 Mij, verreweg de geringste van alle heiligen, is deze genade te beurt gevallen, aan de heidenen de onnaspeurlijke rijkdom van Christus te verkondigen, 9 en in het licht te stellen wat de bediening van het geheimenis inhoudt, dat van eeuwen her verborgen is gebleven in God, de Schepper van alle dingen, 10 opdat thans door middel van de gemeente aan de overhedenen de machten in de hemelse gewesten de veelkleurige wijsheid Gods bekend zou worden,
11 naar het eeuwige voornemen, dat Hij in Christus Jezus, onze Here, heeft uitgevoerd, 12 in wie wij de vrijmoedigheid en de toegang met vertrouwen hebben door het geloof in Hem.
13 Daarom verzoek ik u met aandrang, de moed niet op te geven bij mijn verdrukkingen om uwentwil, want die zijn een eer voor u.
14 Om die reden buig ik mijn knieën voor de Vader, 15 naar wie alle geslacht in de hemelen en op de aarde genoemd wordt, 16 opdat Hij u geve, naar de rijkdom zijner heerlijkheid, met kracht gesterkt te worden door zijn Geest in de inwendige mens, 17 opdat Christus door het geloof in uw harten woning make. Geworteld en gegrond in de liefde, 18 zult gij dan samen met alle heiligen, in staat zijn te vatten, hoe groot de breedte en lengte en hoogte en diepte is, 19 en te kennen de liefde van Christus, die de kennis te boven gaat, opdat gij vervuld wordt tot alle volheid Gods.
20 Hem nu, die blijkens de kracht, welke in ons werkt, bij machte is oneindig veel meer te doen dan wij bidden of beseffen, 21 Hem zij de heerlijkheid in de gemeente en in Christus Jezus tot in alle geslachten, van eeuwigheid tot eeuwigheid! Amen.
Wat betekent dit?
Efeze vers 3:1
Paulus schrijft deze brief aan de Efeziërs vanuit zijn gevangenis in Rome in het jaar 60/61. Hier was Paulus gevangen gezet terwille van zijn prediking van het evangelie onder de heidenen. In Jeruzalem was hij door de Joden vals beschuldigd dat hij heidenen in de tempel zou hebben gebracht (Hand. 21). In Hand. 25:10 beroept Paulus zich op de keizer en hij wordt daarna in gevangenschap (vastgeketend aan een Romeinse soldaat) naar Rome gevoerd.
Efeze 3:2
Paulus herinnert de Efeziërs aan Gods genade, die God aan Paulus heeft geschonken om het evangelie onder de heidenen te mogen brengen. Paulus is door de Here Jezus Christus Zelf geroepen op de weg naar Damascus (Hand. 9:3-8).
Paulus had het evangelie niet verkregen tijdens de tijd dat Jezus op aarde was, neen, hij had het evangelie na de dood en opstanding van Christus Jezus ontvangen, direct uit de hand van de Here Jezus Christus toen Paulus naar de derde hemel was opgetrokken (2 Cor. 12:2). Maar mogelijk ook persoonlijk door Jezus gedurende 3 jaar verblijf in Damacus, zie Galaten 1:12, 17-18. Hier ontving Paulus direct van de Heer het geheimenis van het evangelie, niet slechts het evangelie van verlossing zoals bekend gemaakt aan de apostelen tijdens Jezus' leven op aarde, maar het diepere evangelie zoals bestemd voor de wedergeboren gelovigen: De inzettingen en levenswandel van de christen.
Efeze 3:4
De verkondiging en prediking van Paulus zijn mede bedoeld tot onderwijs van de wedergeborenen. Helaas hebben wij Paulus niet in ons midden en kunnen we ook niet onze vragen aan hem stellen op antwoord te verkrijgen op onze vragen. Gelukkig zijn de brieven aan de gemeenten bewaard gebleven ter lering en onderwijzing van de christelijke levenswandel. Door het lezen van deze brieven krijgen de gelovigen een inzicht in het diepere geheimenis van het sterven, opstanding en doel van Christus: namelijk de opbouw van het lichaam van Christus (Ef. 4:12 en 5:23), de Wederkomst van Christus (1 Cor. 15:51-52, 1 Thess. 4:13-18) en de christelijke levenswandel.(Gal. 5, Ef. 5, Kol. 3:18-4:6, etc.) en de beloningen (1 Cor. 3:10-17).
Efeze 3:5
Dit geheimenis (zie vers 6) was niet bekend bij de Oudtestamentische gelovigen (Joden) en ook niet bij de apostelen ten dage van Jezus' leven op aarde. Nu wordt dit geheimenis bekend gemaakt door de werking en openbaring van de Heilige Geest door middel van zijn apostelen en profeten. Om de brieven te begrijpen in het Nieuwe Testament is vervulling door de Heilige Geest noodzakelijk. Leeft de christen in het vlees en buiten Gods Wil, dan zal deze "vleselijke"; christen nauwelijks iets van de geheimenissen begrijpen en de rijkdom van deze brieven. Het vereist een christelijke levenswandel van de "geestelijke"; christen en inspanning van de christen om de brieven te verstaan en NA TE LEVEN. Gewoon Bijbellezen volstaat niet, het is noodzakelijk om voor het Bijbellezen de tijd te nemen, de gegeven referentie(s) te bekijken, de Bijbel te bestuderen en met andere over de Bijbel te praten (Bijbelstudie), en Bijbel commentaren te kopen en te bestuderen.
Efeze 3:6
Wat is het geheimenis ? Dit wordt verteld in vers 6: dat de wedergeborenen uit de heidenen mede erven in het heil wat in eerste instantie aan de Joden was toegezegd: het eeuwige leven erven in de Hemel door de verlossing door het bloed van de Here Jezus Christus tot vergeving van zonde en opstanding uit de dood.
De Joden dachten dat het Verbond met God uitsluitend bedoeld was voor de Joden. Nu wordt geopenbaard dat het ook bestemd is voor de heidenen. De heiden worden geënt op de stam: de Joden (Rom. 11:11-24).
Daarom heeft de christen de taak en plicht voorbede te doen voor de Joden en de staat Israël. Immers het heil is uit de Joden en ook Jezus was een Jood.
Efeze 3:7
Paulus is een dienaar van God, niet dankzij zijn eigen werken, maar puur en alleen door de genade Gods. Paulus (een Farizeeër) was zeer ijverig voor God, hij vervolgde de ketters (Hand. 8:3 en 9:1-2). Hij was schuldig aan de moord op vele christenen, voordat God Paulus riep en God de ogen van Paulus opende. Slechts door Gods genade mocht Paulus het evangelie verkondigen aan de Joden en de heidenen.
Paulus kon dit niet in eigen kracht, hij was volledig afhankelijk van Gods Geest en Gods kracht (zie ook Kol. 1:25-27).
Efeze 3:8
Vanwege de moorden op de christenen, noemt Paulus zich de geringste van alle heiligen. Toch had God genade. God kijkt namelijk in het hart van de mens. Niet naar de buitenkant van de mens, wat wij als mensen observeren.
In zijn hart was Paulus (Saul) oprecht voor God, in zijn ijver wilde hij (wat hij toen zag als) godslastering uitroeien. Als Farizeeër studeerde hij ijverig Gods wetten en wilde deze onderhouden. Hij doogde geen godslastering. In zijn hart was hij oprecht, alleen zijn ijver was verkeerd, God moest hem de ogen openen. Vaak zijn wij ijverig bezig (ook in en voor Gods zaak), maar echter totaal verkeerd bezig. Daarom is stille tijd heel nuttig om naar God en Zijn opdracht te luisteren. Daarvoor dienen we Gods Woord, de Bijbel, aandachtig te bestuderen om Gods Wil te leren kennen.
Efeze
Dit geheimenis van verlossing van de zonde door het bloed van Jezus Christus dient niet in de duisternis te blijven, maar in het licht te komen. De gelovigen dienen het aan iedereen te vertellen. Dit geheim was reeds bij God bekend vanaf de grondlegging der aarde, vanaf de Schepping door God. Dit was circa 4 eeuwen (Schepping tot Jezus' geboorte) verborgen bij God.
Nu na de dood en opstanding van Jezus Christus mag het aan alle volken worden bekendgemaakt, ja het is zelfs een opdracht:
Matt. 28:19 Gaat dan henen, maakt al de volken tot mijn discipelen en doopt hen in de naam des Vaders en des Zoons en des Heiligen Geestes en leert hen onderhouden al wat Ik u bevolen heb.
Efeze 3:10
Nu rust op de gemeente, alle wedergeborenen in Christus, de taak om wereldwijd het evangelie van de verlossing van de zonde door het bloed van de Christus Jezus, bekend te maken aan:
- de overheden, de mensheid, alle mensen op aarde
- de machten in de hemelse gewesten, namelijk de gevallen engelen, de machten der duisternis en satan (zie Efeze 6:12).
Dit laatste komt misschien vreemd over. Is er dat redding voor deze machten? Neen, maar doordat mensen Gods Liefde en Genade aannemen en erkennen dat als mens niet in staat zijn is door eigen werken tot God te komen en zich met God te verzoenen, getuigt de gemeente tegenover de machten in de hemelse gewesten dat we erkennen schuldig te zijn en ons vrijwillig aan Gods gezag onderwerpen.
De gelovige kan getuigen tegenover de machten der duisternis door Jezus' voorbeeld te volgen, namelijk gehoorzaamheid uit eigen vrije wil aan God de Vader. Door te leven vervuld door de Heilige Geest, de vrucht des Geestes (Gal. 5:22) te doen en je eigen-ik te laten sterven en je eigen wil aan God over te geven en God jouw leven te laten leiden en sturen, hierdoor getuig je aan de machten in de hemelse gewesten. Dat getuigenis verheerlijkt God!!!
God wist dat satan de mens zou verleiden door van de verboden vrucht van de boom te eten. God wist in Zijn Wijsheid dat de mens zou gaan zondigen en gescheiden zou worden van God (en Gods gemeenschap). Echter in Gods wijsheid had God ook al voorzien in de oplossing (voor de grondlegging der schepping), namelijk dat Zijn Zoon zou sterven voor de zonde van de mens.
Matt. 13:35 opdat vervuld zou worden het woord, gesproken door de profeet, toen hij zeide: Ik zal mijn mond opendoen met gelijkenissen, Ik zal verkondigen wat sinds de grondlegging der wereld verborgen gebleven is.
Efeze 3:11
Het eeuwige voornemen van God om Zijn Eniggeboren Zoon Jezus naar de aarde te sturen om op aarde, met al haar verzoekingen en verleidingen (Lucas 4) gehoorzaam te blijven aan de Wil van God de Vader, gehoorzaamheid tot in de dood (Matt. 26:39), te sterven aan het kruis van Golgotha en ten derde dage opgewekt te worden uit de dood door God de Vader. En dat een ieder die dit gelooft, het eeuwige leven in de Hemel zal verkrijgen:
Joh 3:16 Want alzo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een ieder, die in Hem gelooft, niet verloren ga, maar eeuwig leven hebbe.
De Here Jezus heeft dit voornemen van Zijn Vader uitgevoerd (volbracht Joh. 19:30).
Efeze 3:12
Door het geloof in de Here Jezus Christus hebben wij nu vrijmoedigheid om tot God de Vader te naderen (in gebed) en is het voorhangsel gescheurd (Lucas 23:45) en is de toegang vrij tot het Heilige der Heilige (waar God woont). Wij hebben vertrouwen in de Here Jezus Christus dat Hij deze toegang tot God de Vader heeft vrij gemaakt, dat wij door Zijn bloed straks rein en heilig kunnen naderen voor Gods troon in de Hemel. Bij de Wederkomst van Christus zullen we een rein, heilig en onvergankelijk lichaam ontvangen waarmee wij voor God de Vader kunnen verschijnen. Dit alles is mogelijk door het geloof in Christus Jezus.
Efeze 3:13
Paulus ziet in dat een simpele verzoek niet volstaat, hij dringt er bij de Efeziërs op aan de moed niet op te geven. Verdrukkingen, vervolgingen, aanvallen van de machten der duisternis en van satan, martelingen, gevangenschap, spot en hoon van de wereld, enzovoort, enzovoort behoren bij de christelijke levensweg. Het is een eer om hieraan deel te krijgen. Verdragen we dit geduldig (in Gods kracht) en blijven we desondanks het evangelie verkondigen dan getuigen we tegenover de machten in de hemelse gewesten. En strekt ons dat tot Gods eer.
3:14 Waarom buigt Paulus de knieën ? Uit eerbied voor de grote heilige God de Vader. God de Vader heeft Zijn Zoon gegeven om te sterven voor de zonde.
Vanuit het Oude Testament weten we hoe Heilig God is, denk eens aan de tabernakel. De gewone Israëliet mocht niet verder dan het brandoffer altaar. De priesters mochten na reiniging het Heilige binnengaan, maar nimmer het Heilige der Heilige. De hogepriester (een afbeelding van de Here Jezus Christus) mocht slechts één keer per jaar op grote verzoendag, het Heilige der Heilige binnengaan. In het Heilige der Heilige woonde de Here God.
Ook in Openbaring zien we hoe Heilig en Almachtig de Here God is.
Daarom zal de gelovige altijd in diep ontzag en respect God dienen te benaderen, want God is Koning. Voor deze Heilig God dient de zondige gelovige zijn/haar knieën te buigen en zeker als hij/zij voorbede gaat doen.
Als men voorbede gaat doen, dient de gelovige een waardige houding aan te nemen en heel goed te beseffen dat het pure genade is dat hij/zij tot God mag naderen en dient dus een houding/positie aan te nemen, die God waardig is.
Ps. 95:6 Treedt toe, laten we ons nederwerpen en ons buigen, knielen voor de Here, onze Maker.
Dan. 6:11 Daniël opende de vensters aan de kant van Jeruzalem; driemaal daags boog hijzich neder op zijn knieën en bad en loofde God.
Zie verder Matt. 17:14, Hand. 9:40, 20:36, 21:5.
Zelfs de Here Jezus knielde neer voor God de Vader toen hij bad (Lucas 22:41).
Efeze 3:15
Geslacht (vergelijk Lucas 2:4 en Hand. 3:25) is de gemeente, die bestaat uit alle wedergeborenen, uit Joden en heidenen, die geloven dat de Here Jezus Christus voor hun zonden is gestorven.
Het geslacht in de hemelen wordt waarschijnlijk de engelen van God bedoeld, die God aanbidden (Openb. 5:11, 14).
Efeze 3:16
Paulus bidt op zijn knieën dat God de Efeziërs krachtig zal vervullen met de Heilige Geest om de inwendige mens te sterken. Want vanuit het hart gaat immers al het goede (u zult uw naaste liefhebben als uzelf).
Gods rijkdom is oneindig groot, en daarom kan God alleen aan alle gelovige in Christus, de Heilige Geest in elke gelovige laten wonen, die de vruchten van de Geest uitwerkt in de individuele gelovige. Alleen de Heilige Geest is in staat kracht aan de gelovige te geven en te troosten als de gelovige vervolgd wordt, gemarteld wordt, een dierbare naaste (man, vrouw, kind) verliest. Onder de meest moeilijke omstandigheden kan Gods Geest de gelovige nog blijdschap verschaffen (Hand. 16:25).
Efeze 3:17
Waar bidt Paulus verder voor? Dat het geloof van de wedergeborene geworteld wordt in het hart van de wedergeborene. Het geloof in Christus, de opgestane Heer, dient woning te maken in het hart. Een woning op een rots (de rots is het fundament in Christus Matt. 7:24-27) is een onverwoestbare vesting en heeft een zeer goed fundament.
Waarom in het hart? Het hart is de bron van liefde. God had alzo lief de wereld dat Hij Zijn Eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat ...
Jezus had God de Vader zo lief, dat Hij Zijn leven gaf om God de Vader te gehoorzamen.
Als het geloof van de wedergeboren gelovige zo diep gaat, dan geeft hij/zij alles op voor de Here God en heeft hij/zij de naaste lief als zichzelve.
De liefde is : zie 1 Cor. 13:1-13. Liefde vergeeft alles, net zoals de Here God ons onze zonde vergeeft (Matt. 6:12).
Efeze 3:18
Paulus bidt dat de Efeziërs in staat moge zijn te begrijpen hoe groot Gods liefde is. Te doorgronden hoe groot de liefde is in de breedte en de lengte, en in hoogte en in diepte.
Ik denk niet dat wij als mensen deze enorme liefde ooit kunnen doorgronden. Als we alleen al de breedte en lengte bedenken van de aarde. De diepte van de oceanen en de afstand van de aarde tot de Hemel, enkele miljarden lichtjaren??? Zo geweldig groot is Gods Liefde voor Zijn gemeente.
Efeze 3:19
Verder bidt Paulus dat de Efeziërs mogen kennen de liefde van Christus, die zover ging dat Hij Zich als een mak Lam liet geselen en onschuldig stierf aan het kruis. Een volkomen overgevende liefde tot in de dood.
Ben jij bereid je leven te geven voor je broeder of zuster in de Here?
Je leven te geven in zelfopoffering aan de Here Jezus Christus?
De liefde van Christus gaat het menselijke verstand te boven, die is onbegrijpelijk.
De volheid Gods (zie Ef. 4:13): bij het begin van de wedergeboorte zijn we volle zondaars, door de werking van de Heilige Geest (de vrucht des Geestes) dient de gelovige steeds minder te zondigen en zal langzaam groeien naar de volheid Gods, welke pas bereikt wordt bij de Wederkomst van Christus als de gelovige een rein, heilig en onvergankelijk lichaam ontvangt.
De gelovige dient zich open te stellen voor de werking van de Heilige Geest, zodat de Heer het goede werk wat Hij begonnen is, ook kan voortzetten tot de dag van Christus Jezus (Fil. 1:6). De gelovige dient er voor te waken dat hij/zij de Heilige Geest niet uitdooft (1 Thess. 5:19).
Efeze 3:20
Als de Here God zoveel liefde heeft voor de gelovige, mogen we ook overtuigd zijn dat Hij ons veel zal schenken. Het is Gods kracht die in de gelovige werkt. Deze kracht is geweldig groot, die in staat is de zondige karakters van mensen te veranderen. Mensen met een homoseksualiteit te veranderen in een hetero. Mensen die introvert zijn te veranderen naar een extrovert karakter. Diepe wonden opgelopen tijdens de jeugd, volkomen te genezen.
God heeft Hemel en aarde geschapen, alles wat in de zee leeft, alle dieren, alle bomen, vee, de lucht, vogels en de mens. Zo groot is Zijn kracht. Daarom is God in staat veel meer te doen dan enig mens ook beseft. God is in staat elk gebed te verhoren. Zijn macht is almacht.
Echter soms wordt het gebed niet verhoord, omdat de gelovige verkeerd bidt, of het verkeerde vraagt, of dient te wachten omdat de gelovige het verlangde nog niet aan kan, of omdat God liefde is en niet direct een mens breekt. God respecteert de vrije wil van een mens. Als de gelovige bidt dat iemand behouden wordt, kan God heel makkelijk deze persoon dwingen om te geloven, hetzij door liefde of door grote rampspoed. God is echter liefde en veel geduldiger dan de mens.
Belangrijk is dan ook om te onderzoeken of je naar Gods Wil bidt. En Gods Wil kennen we vanuit Zijn Woord, de Bijbel.
Verwacht grote dingen van God. MAAR als jong gelovige begin niet de sterren van de hemel te vragen. DAN zul je teleurgesteld worden, want dit soort dingen kun je helemaal niet aan, en zal God je ook niet geven (dus geen gebedsverhoring). God geeft naarmate je rijper wordt en groeit naar grotere dingen. De Geest leidt in het gebed, laat je leiden in gebeden, bidt wat de Heilige Geest je op jouw hart legt om voor te bidden. En onderzoek of het uit de Geest is, en niet je eigen verlangen of een misleiding door de machten der duisternis.
Is het verkeerd je harte wensen aan God te vragen? Neen, maar het dient wel tot Gods eerte zijn.
Efeze 3:21
Hem (vers 14), de Vader komt de heerlijkheid van de gemeente toe, die God de Vader Zich verworven heeft in Christus Jezus (Christus Jezus kocht Zijn gemeente met Zijn kostbaar en dierbaar bloed aan het kruis van Golgotha). Daarom dienen alle gelovigen van jong tot oud, vanaf de eerste gemeente tot op de huidige dag, God de Vader te verheerlijken en Hem alle eer te geven van eeuwigheid tot eeuwigheid. AMEN.
Efeze 4:1-16 De gemeente is het Lichaam van Christus
1 Als gevangene in de Here, vermaan ik u dan te wandelen waardig der roeping, waarmede gij geroepen zijt, 2 met alle nederigheid en zachtmoedigheid, met lankmoedigheid, en elkander in liefde te verdragen, 3 en u te beijveren de eenheid des Geestes te bewaren door de band des vredes:
4 een lichaam en een Geest, gelijk gij ook geroepen zijt in de ene hoop uwer roeping, 5 een Here, een geloof, een doop, 6 een God en Vader van allen, die is boven allen en door allen en in allen. 7 Maar aan een ieder onzer afzonderlijk is de genade gegeven, naar de mate, waarin Christus haar schenkt. 8 Daarom heet het: opgevaren naar den hoge voerde Hij krijgsgevangenen mede, gaven gaf Hij aan de mensen.
9 Wat betekent dit: Hij is opgevaren, anders dan dat Hij ook nedergedaald is naar de lagere, aardse gewesten?
10 Hij, die nedergedaald is, Hij is het ook, die is opgevaren ver boven alle hemelen, om alles tot volheidte brengen. 11 En Hij heeft zowel apostelen als profeten gegeven, zowel evangelisten als herders en leraars, 12 om de heiligen toe te rusten tot dienstbetoon, tot opbouw van het lichaam van Christus, 13 totdat wij allen de eenheid des geloofs en der volle kennis van de Zoon Gods bereikt hebben, de mannelijke rijpheid, de maat van de wasdom der volheid van Christus. 14 Dan zijn wij niet meer onmondig, op en neder, heen en weder geslingerd onder invloed van allerlei wind van leer, door het valse spel der mensen, in hun sluwheid, die tot dwaling verleidt, 15 maar dan groeien wij, ons aan de waarheid houdende, in liefde in elk opzicht naar Hem toe, die het hoofd is, Christus. 16 En aan Hem ontleent het gehele lichaam als een welsluitend geheel en bijeengehouden door de dienst van al zijn geledingen naar de kracht, die elk lid op zijn wijze oefent, deze groei des lichaams, om zichzelf op te bouwen in de liefde.
Wat betekent dit ?
Efeze 4:1
De apostel Paulus vermaan de Efeziërs te wandelen waardig aan de Here Jezus Christus. Heeft Paulus dit recht om te vermanen ? Ja, zeker, hij is immers een door de Here Jezus Christus persoonlijk geroepen apostel.
De gelovige dient door middel van zijn/haar levenswandel een getuige te zijn van de Heer. In zijn/haar woord gebruik, spraak en daden. Dus niet mee doen aan populaire taal, geen ordinaire woorden, onfatsoenlijke plagerij, maar Christus waardig. En in daden door liefde betoon, en eerbiediging van de zondags rust, dus niet naar winkels en bedrijven die op de zondag open zijn. In alles dienen we te bedenken of het de Here Jezus Christus goedkeuring kan wegdragen en het Hem waardig is. De Here verlangt van de gelovige een heilige en reine wandel, dus ook waar naar wij luisteren (gesprekken, muziek) en waar wij naar kijken (films, televisie, internet, etc). Maar ook in het werk wat wij doen.
Kol. 3:23 Wat gij ook doet, verricht uw werk van harte, als voor de Here.
De gelovige is immers geroepen door de Here Jezus Christus, wij zijn door de Heer waardig bevonden om deel te hebben aan Zijn Verlossing. Hij stierf voor onze zonde aan het kruis van Golgotha, en Hij verloste ons van de zonde, dus dienen wij ook geen zondig leven meer te leiden, een leven onwaardig aan Hem.
Voor de liefde zie 1 Cor. 13 en Kol. 3:12-14.
Efeze 4:3
Dit is een zeer belangrijke opdracht: de eenheid des Geestes te bewaren, oftewel de eenheid binnen de gemeente van Christus. Er dient éénheid te zijn binnen de kerken, Rooms-Katholieken, Hervormden, Reformeerden, allen die Jezus Christus als persoonlijke Verlosser en Heer belijden dat de Here Jezus Christus voor de zonde is gestorven en opgestaan uit de dood en nu gezeten is aan de rechterhand van God. Zij dienen éénheid te bewaren. Tussen hen dient een band van vrede te zijn. Zij dienen een eenheid naar buiten toe uit te dragen. Daar mag geen sprake zijn van twist, nijd en haat, maar een band van liefde en vrede.
Efeze 4:4
Want degenen, die Jezus Christus als Verlosser en Heer beleden, zijn één lichaam (van Christus) en één in (Heilige) Geest. Elke individuele wedergeborene gelovige heeft de Heilige Geest ontvangen, en alle gelovigen tezamen vormen het Lichaam van Christus:
Rom. 12:5 Zo zijn wij, hoewel velen, een lichaam in Christus, maar ieder afzonderlijk leden ten opzichte van elkander.
1 Cor. 12:12 Want gelijk het lichaam een is en vele leden heeft, en al de leden van het lichaam, hoe vele ook, een lichaam vormen, zo ook Christus;
1 Cor. 12:27 U nu bent het lichaam van Christus en ieder voor zijn deel leden.
Hoe er ook verschillend gedacht mag worden over de gave des Geestes, over de uitleg van Openbaring, over de Wederkomsten van Christus, er dient vrede te zijn. Ook tussen individuele leden binnen hetzelfde kerkgenootschap. Respecteer elkaars mening, luister naar de ander. Het belangrijkste is dat de gelovige de Bijbel als Gods Woord erkent en dat Jezus Christus is gekomen als mens op aarde, gestorven is voor de zonde van de mens, opgestaan is uit de dood en nu gezeten is aan Gods rechterhand. En dat wie in deze Jezus Christus gelooft het eeuwige leven krijgt in de hemel en vergeving van zonde ontvangt. En gelooft dat Jezus Christus Gods Zoon is en gelooft in de Drie-Eénheid: God de Vader, God de Zoon en God de Heilige Geest.
Efeze 4:5
Waarom? Omdat er één Here Jezus Christus is, één geloof die vergeving van zonde geeft door het bloed van de Here Jezus Christus, en er één doop is in (Matt. 28:19) de naam des Vaders en des Zoons en des Heiligen Geestes.
Efeze 4:6
Eén God de Drie-Eenheid namelijk God de Vader, de Zoon en Heilige Geest. De Schepper van alle mensen en de Vader van alle wedergeborenen.
Hij woont boven in de Hemel, staat boven allen en regeert over allen.
Boven alle dus: gevallen engelen, Gods engelen, alle mensen, alle machten en alles wat leeft en bloeit op de aarde, en alles in alle hemelse gewesten. Alles is aan Hem onderworpen en over allen regeert Hij.
Door allen is God zichtbaar, door Zijn Schepping, door de engelen, door de natuur, door de mens.
In alle gelovigen woont de Heilige Geest en is God dus aanwezig.
Efeze 4:7
God geeft aan iedere gelovige genade, naar de mate waarin Christus haar schenkt. Iedere gelovige heeft de genade van vergeving der zonde ontvangen. Maar niet elke gelovige ontvangt evenveel genade van God. Een christen die in het vlees leeft, zal minder genade van God ontvangen. Een christen die in de geest leeft zal meer genade ontvangen, en die vervolgd en gemarteld worden om Christus' Wil zullen nog meer genade ontvangen.
2 Cor. 12:9 En Hij heeft tot mij gezegd: Mijn genade is u genoeg, want de kracht openbaart zich eerst ten volle in zwakheid. Zeer gaarne zal ik dus in zwakheden nog meer roemen, opdat de kracht van Christus over mij kome.
God schenkt genade zoveel als Hij het goed acht voor de individuele gelovige. De gelovige dient van God afhankelijk te blijven en vanuit Gods kracht te leven. Naar Gods genade krijgt de gelovige een of meer gaven (talenten).
Deze tekst komt uit Psalm 68:19.
De Here Jezus Christus is opgevaren naar de hoge (Hemel Marcus 16:19) en Hij voerde krijgsgevangene mede (Lucas 23:39-43), namelijk de misdadiger die naast Jezus aan het kruis hing en vergiffenis aan Jezus vroeg.
Gaven (om te genezen, demonen uit te drijven, etc.) gaf Hij aan Zijn discipelen (Matt.10:8) en aan gelovigen (1 Cor. 12:28).
Niet iedere gelovige heeft evenveel gaven (of talenten) ontvangen. De Heer schenkt naarmate de gelovige zijn/haar verantwoording kan dragen (Matt 25:14-30 De gelijkenis van de talenten) en naarmate de gelovige groeit in zijn/haar geloof.
Efeze 4:9
Jezus Christus leefde in de Hemel, maar toen God de Vader vroeg om mens te worden, is Jezus als mens op de aarde geboren. Toen is Jezus naar de aardse gewesten neergedaald en heeft Hij tijdelijke Zijn Godheid afgelegd om mens te worden. Met alle menselijke zwakheden en verzoekingen.
Joh. 3:13 En niemand is opgevaren naar de hemel, dan die uit de hemel nedergedaald is, de Zoon des mensen.
Efeze 4:10
Maar na Jezus' opstanding uit de dood is Hij opgevaren naar de Hemel: Ver boven alle hemelen (of hemelse gewesten).
Wat betekent dit? Paulus spreekt in 2 Cor. 12:2 over een derde hemel. Daarom ga ik er vanuit dat er meerdere hemels zijn. Rabbijnen (joodse leraren) zeggen dat er 7 hemelen zijn. Paulus spreekt dat hij naar de derde hemel, het paradijs, is opgetrokken.
Op vele plaatsen in de Bijbel lezen we over de hemelse gewesten. Boven deze hemelse gewesten, hemelen, denk ik, is de (vierde?) Hemel waar God de Vader woont en waar de Here Jezus Christus gezeten is aan Gods rechterzijde. Dit is waarschijnlijk de Hemel waar de geloven in Christus naar toe gaan als de Here Jezus Christus komt op de gelovigen mee te nemen in de lucht bij de Wederkomst van Christus. Dan pas ontvangt de (reeds ontslapene en nog levende) gelovigen een rein, heilig en onvergankelijk lichaam waarmee hij/zij tot God (de Vader) kan naderen.
Naar de genade van God, wordt door God de Vader gaven gegeven en gelovigen geroepen in de dienst van de Here Jezus Christus. Ieder heeft zijn/haar taak binnen het lichaam van de Here Jezus Christus (zie 1 Cor. 12:12-20), de één als evangelist, de één als herder, de ander als leraar (vergelijk 1 Cor. 12:28-31).
Efeze 4:12
Waarom schenkt God deze gaven en waarom stelt Hij aan ?
Om de gemeente en het Lichaam van Christus op te bouwen tot dienstbetoon aan God. Het is de taak van elke individuele christen om God te dienen en te eren door lofprijzing en aanbidding. De één door voorbede te doen voor voorgangers (Hebr. 13:7) gelovigen en ongelovigen, de één in de pastorale zorg als diaken en oudste (de herder), de één om vrijmoedig het evangelie te brengen (de evangelist), de één om de gemeente te onderwijzen in de Bijbel (de leraar) met dat is ook een ouderlijke taak. Ouders zijn geroepen hun kinderen het evangelie te brengen (Ps. 78:5b-7), voor te lezen uit de Bijbel én de Bijbel te verklaren. Dus ouderschap is een zware taak !!! En is een zeer grote genade Gods !!!
Efeze 4:13
Waarom al deze verschillende leden? Wel zodat alle mensen (niemand uitgezonderd) tot de volle kennis van de Zoon van God, Jezus Christus, komen. Dus alle mensen op de gehele aarde dienen bereikt te worden met het evangelie van Jezus Christus.
Matt. 28:19 Gaat dan henen, maakt al de volken tot mijn discipelen en doopt hen in de naam des Vaders en des Zoons en des Heiligen Geestes en leert hen onderhouden al wat Ik u bevolen heb.
En de gelovigen groeien in kennis van Gods Woord, de Bijbel, zodat zij volledig Gods Wil kennen én verstaan én toepassen in hun leven.
Als de gelovige volledig leeft onder de controle van de Heilige Geest dan heeft hij/zij de mannelijke rijpheid bereikt.
Als na het bereiken van de mannelijke rijpheid, de gelovige onder de controle van de Heilige Geest en naar de Wil van God blijft leven, dan wast hij/zij in de maat van volheid van Christus.
Als de gelovige deze wasdom heeft bereikt, dan is hij/zij geen onmondig kind meer, dan is hij/zij volwassen geworden (tot een zoon van God).
Rom. 8:14 Want allen, die door de Geest Gods geleid worden,zijn zonen Gods.
De gelovige die volwassen is, wordt niet meer heen en weer geslingerd (twijfelt niet meer in geloof) en weet wat Gods Wil is voor zijn/haar leven. Hij/zij houdt het geloof voor enkel vreugde, bidt trouw en in geloof, zie Jakobus 1:2-10
Deze gelovige laat zich niet misleiden door valse leringen (zoals Children of God, Jehova getuigen, Mormonen, yoga, acupunctuur, etc.) want onder controle van de Heilige Geest wordt hij/zij gewaarschuwd dat er iets niet klopt.
Deze gelovige wordt door de Heilige Geest ook gewaarschuwd voor de sluwheid van de machten der duisternis en satan (satan doet zich immers voor als een engel des lichts 2 Cor. 11:14).
Door dit leven onder controle van de Heilige Geest wordt de gelovige behoed voor dwalingen.
Efeze 4:15
Dan is de gelovige niet meer onmondig, onvolwassen, maar groeit de christen, terwijl hij/zij zich aan de Waarheid (de Bijbel) houdt, vervult door de Heilige Geest veel liefde (aan de mensen en) aan God geeft (God heeft de gelovige eerste liefde), waardoor hij/zij steeds dichter naar de Here Jezus Christus toe groeit.
Efeze 4:16
Het is de Here Jezus Christus Zelf (door de werking van de Heilige Geest) Die het Lichaam opbouwt, gelovigen bekwaamd voor hun taak en dienst en het Lichaam bijeen houdt, zodat elk individueel lid (=gelovige) opgebouwd wordt in liefde en kennis van God.
Al ware het, dat ik met de tongen der mensen en der engelen sprak, maar had de liefde niet, ik ware schallend koper of een rinkelende cimbaal. Al ware het, dat ik profetische gaven had, en alle geheimenissen en alles, wat te weten is, wist, en al het geloof had, zodat ik bergen verzette, maar ik had de liefde niet, ik ware niets. Al ware het, dat ik al wat ik heb tot spijs uitdeelde, en al ware het, dat ik mijn lichaam gaf om te worden verbrand, maar had de liefde niet, het baatte mij niets. De liefde is lankmoedig, de liefde is goedertieren, zij is niet afgunstig, de liefde praalt niet, zij is niet opgeblazen, zij kwetst niemands gevoel, zij zoekt zichzelf niet, zij wordt niet verbitterd, zij rekent het kwade niet toe. Zij is niet blijde over ongerechtigheid, maar zij is blijde met de waarheid. | Alles bedekt zij, alles gelooft zij, alles hoopt zij, alles verdraagt zij. De liefde vergaat nimmermeer; maar profetieën, zij zullen afgedaan hebben; tongen, zij zullen verstommen; kennis, zij zal afgedaan hebben. Want onvolkomen is ons kennen en onvolkomen ons profeteren. Doch, als het volmaakte komt, zal het onvolkomene afgedaan hebben. Toen ik een kind was, sprak ik als een kind, voelde ik als een kind, overlegde ik als een kind. Nu ik een man ben geworden, heb ik afgelegd wat kinderlijk was. Want nu zien wij nog door een spiegel, in raadselen, doch straks van aangezicht tot aangezicht. Nu ken ik onvolkomen, maar dan zal ik ten volle kennen, zoals ik zelf gekend ben. Zo blijven dan: Geloof, hoop en liefde, deze drie, maar de meeste van deze is de liefde. |
Doet dan aan, als door God uitverkoren heiligen en geliefden, innerlijke ontferming, goedheid, nederigheid, zachtmoedigheid en geduld. Verdraagt elkander en vergeeft elkander, indien de een | tegen de ander een grief heeft; gelijk ook de Here u vergeven heeft, doet ook gij evenzo. En doet bij dit alles de liefde aan, als de band der volmaaktheid. |
En God heeft sommigen aangesteld in de gemeente, ten eerste apostelen, ten tweede profeten, ten derde leraars, verder krachten, daarna gaven van genezing, bekwaamheid om te helpen, om te besturen, en verscheidenheid van tongen. Zijn zij soms allen apostelen? | Allen profeten? Allen leraars? Allen krachten? Hebben soms allen gaven van genezing? Spreken soms allen in tongen? Vertolken zij soms allen? Streeft dan naar de hoogste gaven. |
Want het is als een mens, die bij zijn vertrek naar het buitenland zijn slaven riep en hun zijn bezit toevertrouwde. En de een gaf hij vijf talenten, een ander twee, een derde een, een ieder naar zijn bekwaamheid, en hij reisde buitenslands. Terstond ging hij, die de vijf talenten ontvangen had, op weg, en hij deed er zaken mede en verdiende er vijf bij. Evenzo verdiende hij, die de twee talenten had, er twee bij. Maar hij, die het ene talent ontvangen had, ging heen en groef een gat in de grond en verborg het geld van zijn heer. En na lange tijd kwam de heer van die slaven en hield afrekening met hen. En die de vijf talenten ontvangen had, trad toe en bracht nog vijf talenten bovendien, zeggende: Heer, vijf talenten hebt gij mij toevertrouwd: zie, ik heb er vijf talenten bij verdiend. Zijn heer zei tot hem. Wel gedaan, gij goede en getrouwe slaaf, over weinig zijt gij getrouw geweest, over veel zal ik u stellen; ga in tot het feest van uw heer. Die met de twee talenten trad ook toe en zei: Heer, twee talenten hebt gij mij toevertrouwd; zie, ik heb er twee talenten bij verdiend. Zijn heer zei tot hem: Wel gedaan, gij goede en getrouwe | slaaf, over weinig zijt gij getrouw geweest, over veel zal ik u stellen; ga in tot het feest van uw heer. Nu kwam ook hij, die het ene talent ontvangen had, en zei: Heer, ik wist van u, dat gij een hard mens zijt, die maait, waar gij niet gezaaid hebt, en die bijeen brengt van plaatsen, waar gij niet hebt uitgestrooid. En ik was bevreesd en ben heengegaan en heb uw talent in de grond verborgen; hier hebt gij het uwe. En zijn heer antwoordde en zei tot hem: Gij slechte en luie slaaf, wist gij, dat ik maai, waar ik niet gezaaid heb en bijeenbreng van plaatsen, waar ik niet heb uitgestrooid? Dan had u mijn geld aan de bankiers moeten geven en ik zou bij mijn komst mijn eigendom met rente opgevraagd hebben. Neemt hem dan het talent af en geeft het aan hem, die de tien talenten heeft. Want aan een ieder, die heeft, zal gegeven worden en hij zal overvloedig hebben. Maar wie niet heeft, ook wat hij heeft, zal hem ontnomen worden. En werpt de onnutte slaaf uit in de buitenste duisternis. Daar zal het geween zijn en het tandengeknars. |
![]() | 1 Cor. 12:12, 14-15, 18-20: Want gelijk het lichaam één is en vele leden heeft, en al de leden van het lichaam, hoe vele ook, één lichaam vormen, zo ook Christus; ... Want het lichaam bestaat toch ook niet uit één lid, maar uit vele leden. Indien de voet zeggen zou: omdat ik niet de hand ben, behoor ik niet tot het lichaam, behoort hij daarom niet tot het lichaam? ... Nu heeft God echter de leden, elk in het bijzonder, hun plaats in het lichaam aangewezen, zoals Hij heeft gewild. Indien zij alle één lid vormden, waar bleef het lichaam? Maar nu zijn er vele leden, doch slechts één lichaam. | ![]() |
Ieder dient op de plaats te werken, die hem of haar door de Here God is aangewezen, want anders werkt degene die niet op zijn/haar plaats is, verlamd op de omgeving. Als de rechter bovenarm spier zich op de plaats bevindt van het rechter bovenbeen, dan is de gehele boven- en onderarm en de rechterhand verlamd, en de rechter bovenbeen heeft dan twee spieren, die veel te sterk aan het bovenbeen trekken en je krijgt een conflict. Als het kootje in de linkerhand de plaats inneemt van het linker spaakbeen, dan is het spaakbeen veel te slap en niet berekend voor zijn taak. Een ieder heeft van God talenten (gaven) ontvangen al naar gelang zijn/haar kracht, we dienen ons te vinden op de plaats, die de Here God ons binnen het lichaam van Christus toewijst, anders kan de Heer het werk niet zegenen en functioneert het lichaam niet goed, en komen er geen ongelovigen tot de Here Jezus Christus tot bekering. |
Houdt het voor enkel vreugde, mijn broeders, wanneer gij in velerlei verzoekingen valt, want gij weet, dat de beproefdheid van uw geloof volharding uitwerkt. Maar die volharding moet volkomen doorwerken, zodat gij volkomen en onberispelijk zijt en in niets te kort schiet. Indien echter iemand van u in wijsheid te kort schiet, dan bidde hij God daarom, die aan allen geeft, eenvoudigweg en zonder verwijt; en zij zal hem gegeven worden. | Maar hij moet bidden in geloof, in geen enkel opzicht twijfelende, want wie twijfelt, gelijkt op een golf der zee, die door de wind aangedreven en opgejaagd wordt. Want zulk een mens moet niet menen, dat hij iets van de Here zal ontvangen, innerlijk verdeeld als hij is, ongestadig op al zijn wegen. Laat de geringe broeder roemen in zijn hoogheid, maar de rijke in zijn geringheid, want als een bloem in het gras zal hij vergaan. |
Efeze 4:17-32 Hoe leven wij het nieuwe leven?
17 Dit zeg ik dan en betuig ik in de Here, dat gij niet langer moogt wandelen zoals ook de heidenen wandelen, in de ijdelheid van hun denken, 18 verduisterd in hun verstand, vervreemd van het leven Gods om de onwetendheid, die in hen heerst, om de verharding van hun hart.
19 Zij hebben zich immers in hun verdoving overgegeven aan de losbandigheid om gretig winst te slaan uit allerlei onreinheid. 20 Maar gij geheel anders: gij hebt Christus leren kennen.
21 Gij toch hebt van Hem gehoord en zijt in Hem onderwezen, gelijk dit de waarheid is in Jezus, 22 dat gij, wat uw vroegere wandel betreft, de oude mens aflegt, die ten verderve gaat, naar zijn misleidende begeerten, 23 dat gij verjongd wordt door de geest van uw denken, 24 en de nieuwe mens aandoet, die naar de wil van God geschapen is in waarachtige gerechtigheid en heiligheid.
25 Legt daarom de leugen af en spreekt waarheid, ieder met zijn naaste, omdat wij leden zijn van elkander.26 Geraakt gij in toorn, zondigt dan niet: de zon mag niet over een opwelling van uw toorn ondergaan; 27 en geeft de duivel geen voet.
28 Wie een dief was, stele niet meer, maar spanne zich liever in om met zijn handen goed werk te verrichten, opdat hij iets kan mededelen aan de behoeftige.
29 Geen liederlijk woord kome uit uw mond, maar als gij een goed woord hebt, tot opbouw, waar dit nuttig is, opdat zij, die het horen, genade ontvangen.
30 En bedroeft de heilige Geest Gods niet, door wie gij verzegeld zijt tegen de dag der verlossing.
31 Alle bitterheid, gramschap, toorn, getier en gevloek worde uit uw midden gebannen, evenals alle kwaadaardigheid.
32 Maar weest jegens elkander vriendelijk, barmhartig, elkander vergevend, zoals God in Christus u vergeving geschonken heeft.
Wat betekent dit ?
Paulus geeft deze inzettingen, maar maakt tevens duidelijk dat dit NIET de woorden en instellingen zijn van Paulus zelf, maar dat hij deze van de Here Jezus Christus Zelf heeft ontvangen.
Christenen dienen de nieuwe christelijke levenswandel te bewandelen, Christus waardig (Fil. 1:27). De wedergeboren christen dient niet meer na te jagen wat de ongelovige heidenen najagen, maar de dingen van God. De christen dient ten alle tijde God te behagen en te bedenken dat God over zijn/haar schouder mee kijkt en naast hem/haar staat.
Heidenen zijn ijdel in hun denken, zij hebben slechts oog voor het aardse, en de aardse rijkdom op aarde, welke zeer vergankelijk is. Elke seconde van de dag kunnen zij dood gaan en gaan leeg de poel des vuurs binnen.
De christen dient te leven naar Gods Wil, dan verzamelt hij/zij schatten in de Hemel (1 Cor. 3 :11:-17).
Efeze 4:18
Heidenen zijn verduisterd in hun verstand omdat de Heilige Geest niet in hun woont, daarom kunnen zij geen weet hebben van de Wil van God voor hun leven. Zij zijn kinderen van satan, en staan volledig bloot aan zijn invloed. Zij hebben oog voor hun eigen wil, hebzucht en wellust en hebben slechts hun eigen geweten die hun waarschuwt dat iets verkeerd is. Hun geweten en hun verstand wijst echter wel naar de natuur, Gods Schepping, en in de westerse wereld zien ze de kerken, de Bijbel. Kortom iedereen heeft de mogelijkheid om God te zoeken.
Romeinen 1:18-20
Want toorn van God openbaart zich van de hemel over alle goddeloosheid en ongerechtigheid van mensen, die de waarheid in ongerechtigheid ten onder houden, daarom dat hetgeen van God gekend kan worden in hen openbaar is, want God heeft het hun geopenbaard. | Want hetgeen van Hem niet gezien kan worden, zijn eeuwige kracht en goddelijkheid, wordt sedert de schepping der wereld uit zijn werken met het verstand doorzien, zodat zij geen verontschuldiging hebben. |
De heidenen zijn vervreemd van het leven Gods omdat zij weigeren God te zoeken. Vaak openbaart God Zich op vele wijze aan de ongelovige, geeft God vele waarschuwingen aan de ongelovige (dood in zijn/haar omgeving, ternauwernood ontsnappen aan de dood), maar blijft de ongelovige weigeren, dan verhardt zijn/haar hart.
Romeinen 1:21-24
Immers, hoewel zij God kenden, hebben zij Hem niet als God verheerlijkt of gedankt, maar hun overleggingen zijn op niets uitgelopen, en het is duister geworden in hun onverstandig hart. Bewerende wijs te zijn, zijn zij dwaas geworden, en zij hebben | de majesteit van de onvergankelijke God vervangen door hetgeen gelijkt op het beeld van een vergankelijk mens, van vogels, van viervoetige en van kruipende dieren. Daarom heeft God hen in hun hartstochten overgegeven aan onreinheid, zodat bij hen het lichaam onteerd wordt. |
Efeze 4:19
De heidenen hebben zich overgegeven aan hun eigen wellust, als het ware verdooft zoals men verdoofd is door de drank of drugs en het verstand en het geweten wordt uitgeschakeld. In deze verdoving slaat de losbandigheid toe, beseft men achteraf wat men gedaan heeft. Het uit zich ook in hebzucht, gretigheid, eerst ik zelf, gretig winst maken en allerlei onreinheid, zoals hoererij, overspel, yoga, aanbidden van afgoden en homoseksualiteit, etc. Zie Rom. 1:24-32, Gal. 5:19-21, Kol. 3:5-9.
Maar de christen dient een totaal ander leven te leiden, want hij /zij is wedergeboren en heeft de inwoning van de Heilige Geest waardoor hij/zij niet meer aan de lusten van het vlees hoeft toe te geven (Gal. 5:13-26).
Efeze 4:21
De gelovige in Christus heeft het evangelie gehoord en de Here Jezus Christus als zijn/haar Verlosser aangenomen en de Heilige Geest ontvangen. Het is de plicht van de gelovige om dagelijks Gods Wil te zoeken, te bidden (en vragen naar Gods Wil voor hem/haar voor die dag) en de Bijbel te lezen en te onderzoeken.
Vanuit de Bijbel (en alvorens de Bijbel te lezen dient de gelovige om vervulling van de Heilige Geest te vragen, zodat de ogen geopend worden. Te vragen aan God om te laten zien wat God hem/haar wilt laten zien, onderwijzen en leren), zal God Zich doen kennen en Zijn Wil laten zien.
De Bijbel onderwijst in waarheid. Een van de waarheden die in de Bijbel staat is dat Christus Jezus is gestorven voor de zonde van de mens, die in Hem gelooft. Neemt de mens dit aan, dan ontvangt hij/zij het eeuwige leven in de Hemel (Joh. 3:16). De Bijbel is de Waarheid, omdat het Gods Woord is. De Bijbel is circa 6000 jaar oud. Vele geleerden hebben zich over de Bijbel gebogen en bepaald dat het de Woorden van God zijn. Keer op keer in alle eeuwen zijn de geleerden tot de conclusie gekomen dat de Bijbel Gods Woord is. En vanuit de vele historische opgravingen wordt bevestigd dat de Bijbel de waarheid spreekt.
De oorspronkelijke Bijbel is geschreven in het Hebreeuws en Grieks. Bijbel vertalingen geschieden met grote zorgvuldigheid. Maar elke taal verandert in de loop der tijd, en moderne vertalingen geschieden. Soms ook populaire vertalingen om de Bijbel dichter bij de mens te brengen. Bij deze vertaling moet men voorzichtig zijn om er iets aan te ontlenen.Maar het is een goed begin, je kunt het altijd nalezen in de NBG vertaling.
En elke gelovige is ZELF gehouden om Gods Woord, de Bijbel te onderzoeken. Je kunt niet later als je voor God staat, zeggen: "Maar ik heb gehoord ...", of "Maar ik vond de Bijbel onbegrijpelijk en daarom heb ik het niet gelezen" of "Ik had geen tijd" of welk excuus dan ook.
Efeze 4:22
Het is de plicht van de christen zijn/haar oude leven te kruisigen (het eigen-ik, het vlees (Gal. 5) af te leggen. De oude mens, in het vlees, gaat ten verderve, dat sterft en gaat dood. De oude mens heeft misleidende, vleselijke begeerten, verlangt naar pret, lol, geluk op aarde, rijkdom en welvaart op aarde. De oude mens vertoeft graag in gezelschap van mensen, die hem/haar prijzen en hem/haar uitnodigen om pret te maken, drinkt en rookt graag.
Efeze 4:23
De christen wordt echter vernieuwd door het lezen van de Bijbel en de werking van de Heilige Geest (Gal. 5:22). De christen zoekt Gods Wil voor zijn/haar leven en leeft tot Gods eer en glorie. Hij/zij leeft om God te behagen uit dankbaarheid dat God hem/haar verlost heeft en in Christus het eeuwig leven heeft geschonken en de vergeving van zijn/haar zonden.
Efeze 4:24
De christen doet het nieuwe leven aan. Hoe?
Door dagelijks zijn/haar zonde te beleden. Wanneer? Op het moment dat hij /zij zich bewust is dat hij/zij gezondigd heeft. Dagelijks struikelt de gelovige en valt in een zonde. Maar deze dient beleden te worden, en DAN wordt deze vergeven, waarna de Heilige Geest Zijn werk weer kan voortzetten.
Micha 7:19 Hij zal Zich wederom over ons ontfermen, Hij zal onze ongerechtigheden vertreden. Ja, Gij zult al onze zonden werpen in de diepten der zee.
Belijdt de gelovige de zonde niet, en blijft weigeren, dan dooft hij /zij de Heilige Geest uit (1 Thess. 5:19).
De gelovige dient ook te luisteren naar God en te doen wat God hem/haar opdraagt. Luistert de gelovige niet, dan dooft hij/zij de Geest uit.
De Heilige Geest werkt de vruchten des Geest uit (Gal. 5:22, Kol. 3:5-4:6) zolang de gelovige meewerkt, zonde belijdt, zichzelf overgeeft aan de werking van de Heilige Geest en zijn /haar eigen-ik (wil) kruisigt, dat wil zeggen zijn eigen wil opgeeft.
Het eigen-ik kan zijn: roken, introvert zijn, eigen belang, onwillig God te dienen, geen tijd hebben (voor gebed, Bijbel lezen, huisbezoek), vaak alcohol drinken, etc.
Soms is er een hardnekkig zonde in het leven van de gelovige en blijft struikelen, hoe vaak deze ook keer op keer beleden wordt. Of er is een zonde die de gelovige maar moeilijk los kan laten. Dan mag de gelovige bidden en belijden dat het niet lukt, dan mag hij/zij aan God vragen om deze zonde van hem/haar wil wegnemen. Verwacht dan ook dat God het ZAL DOEN, maar wees niet teleurgesteld als het een tijd(je) duurt met nog struikelen. Maar je zult merken dat de Here door de Heilige Geest het doet, tenzij Zijn genade genoeg is, zoals bij Paulus (2 Cor. 12:9).
De nieuwe mens is naar God geschapen in gerechtigheid en heiligheid. Daarom dient de gelovige heilig te wandelen en NIET doen wat staat in Kol. 3:5-9, maar DOEN wat staat in Kol. 3:10-4:5
Efeze 4:25
Spreekt de waarheid en oefent eerlijke en heilzame rechtspraak onder elkaar (Zach. 8:16) en beraamt in uw hart geen onheil voor de ander (Zach. 8:17) want wij zijn alle leden van Christus. Christus zal oordelen, en aan de gelovige is NIET VRIJ het oordeel. De christen dient verschillen, ruzies en onenigheden met elkaar uit te praten.
Efeze 4:26
En wordt je toornig of kwaad omdat je vindt dat jouw onrecht is aan gedaan, ook al is je toorn terecht, zondig dan niet.
Doe geen dingen in je toorn, die je later niet ongedaan kunt maken, of leef je toorn niet uit op een onschuldig persoon.
Exodus 32:19 En zodra hij de legerplaats genaderd was en het kalf en de reidansen zag, ontbrandde de toorn van Mozes; hij wierp de tafelen uit zijn hand en verbrijzelde ze aande voet van de berg.
Mozes werd zo kwaad dat hij de stenen waarop God de 10 geboden had geschreven in stukken gooide. Het gevolg was dat hij terug moest naar God om vergiffenis te vragen en voor nieuwe stenen met de 10 geboden.
Num. 22:27 Toen de ezelin de Engel des Heren zag, ging zij onder Bileam liggen; toen ontbrandde de toorn van Bileam en hij sloeg de ezelin met de stok.
Bileam zag de Engel des Heren niet, en sloeg zijn ezelin. Dit slaan was onterecht want Bileam wist dat hij niet op weg mocht van God. Bileam leefde zijn toorn uit op een onschuldige.
Hier in vers 26 volgt nog een verplichting als de gelovige toornig is: de zon mag niet ondergaan. Dat wil zeggen je toorn moet over zijn voordat de zon ondergaat (je mag niet met toorn gaan slapen), je dient het eerst onder controle te hebben gebracht van de Heilige Geest (en je zondige ? toorn beleden te hebben) en eventueel het uitgepraat te hebben met de persoon (personen) op wie je toornig bent.
Efeze 4:27
Waarom? Om de duivel geen voet te geven. Als je toornig bent, kan de Heilige Geest (nauwelijks) in je werken en daarmee staat je (meer) open voor de invloed van de machten der duisternis en de satan.
Efeze 4:28
Wie een dief is, mag niet meer stelen. Hij/zij dient de Here Jezus Christus te vragen om hem/haar te helpen bij het vinden van werk. En hij/zij dient alles aan te nemen om zijn/haar eigen kost te verdienen. Hij spanne zich in, dus dat betekent dat hij/zij echt zijn/haar best moet doen om werk te vinden. En dit dient goed werk te zijn, arbeid die tot eer van God strekt, niet terug in heling of werken wat God verboden heeft.
En de ex-dief krijgt een opdracht, namelijk terug te betalen wat hij/zij gestolen heeft, dan wel het gestolene terug te geven.
Efeze 4:29
Geen liederlijk (zedeloos, losbandig) woord mag uit de mond van de christen komen.
Goede woorden mogen uit de mond van de gelovige komen. Maar let op, er zijn twee voorwaarden: TOT OPBOUW én WAAR NUTTIG.
Goede woorden dienen tot opbouw van de medemens te zijn. Echter ook al is het tot opbouw,het kan toch soms verkeerd vallen bij de ander, omdat de tijd er niet rijp voor is. Soms moet de gelovige geduld uitoefenen om het later op een geschikte tijdstip te vertellen.Waarom?
Omdat zij die je woorden horen, genade ontvangen van God. Als we het evangelie op het juiste moment verkondigen, dan staat de ongelovige ervoor open, en zal hij/zij Gods genade aannemen en ontvangen en tot geloof in Jezus Christus komen.
Als de gelovige een mede-gelovige dient te vermanen, en dit op het juiste tijdstip doet, dan zal deze mede-gelovige er voor open staan en zal de Heilige Geest overtuigen en de mede-gelovige tot inkeer komen en Gods genade ontvangen.
Efeze 4:30
Ja, de wedergeboren christen is in staat de (werking van de) Heilige Geest uit te doven. Jesaja 63:10 zegt het als volgt: "Maar zij waren weerspanning en bedroefden de Heilige Geest; daarom veranderde Hij voor hen in een vijand".
Als de gelovige weigert zonde te belijden, weigert te luisteren naar zijn/haar geweten,naar wat de Heilige Geest vertelt, naar wat de Bijbel zegt en duidelijk maakt, zijn/haar eigen weg gaat, enzovoort dan bedroeft de gelovige de Heilige Geest en dooft deze tenslotte uit.
Dat is ZEER GEVAARLIJK !!! Wat de Heilige Geest leidt, stuurt, troost en maakt duidelijk Gods Wil. Jesaja geeft het gevolg aan: De gelovige vindt een vijand in God. Daar de Heilige Geest dooft, werkt Deze niet meer in de gelovige en stelt de gelovige zichzelf volledig open voor de machten der duisternis en satan. Dan kan de gelovige zeer diep zakken en kan het onmogelijk worden om zelf nog (als de verloren zoon) naar God terug te komen en om vergeving te vragen. Hopelijk zijn er in zulke situatie broeders en zusters in de Here die voor je bidden en je helpen om je terug te brengen bij de Heer.
Voorkom dat je hierin belandt en leef niet in het vlees!!!
De wedergeboren christen is verzegeld met de Heilige Geest, de inwoning is permanent en geeft de garantie dat je het eeuwig leven zal krijgen en je mee gaat (mits je leeft onder de controle van de Heilige Geest) naar de Hemel bij de Wederkomst van Christus (1 Thess.4:13-18). Dan komen de gelovigen voor de rechterstoel van Christus.
2 Cor. 5:10 Want wij moeten allen voor de rechterstoel van Christus openbaar worden, opdat een ieder wegdrage wat hij in zijn lichaam verricht heeft, naar dat hij gedaan heeft, hetzij goed, hetzij kwaad.
Dan zal de gelovige verantwoording moeten afleggen aan de Here Jezus Christus over zijn /haar leven op aarde en of hij/zij in de Heilige Geest heeft geleefd en de Geest Gods in hem/haar heeft laten werken. En als "Geestelijke christen" heeft geleefd of als "vleselijk christen" of ja zelfs de Heilige Geest heeft uitgedoofd. Dan zal elke gelovigen loon naar werken (des Geestes) ontvangen (1 Cor. 3:10-15) en misschien als door het vuur heen gered worden.
Efeze 4:31
Dit is overduidelijk wat de gelovige niet mag doen.
Efeze 4:32
En wat de gelovige wel dient te doen. En vergeef elkaar wat de ander je ook aangedaan heeft. Onze zonden tegenover God zijn veel talrijker.
Want een ieder zie toe, dat hij op het fundament bouwt. Want een ander fundament, namelijk Jezus Christus, kan niemand leggen. Is er iemand, die op dit fundament bouwt met goud, zilver, kostbaar gesteente, hout, hooi of stro, ieders werk zal aan het licht komen. Want de dag zal het doen blijken, omdat Hij met vuur verschijnt, en hoedanig ieders werk is, dat zal het vuur uitmaken. Indien het werk, dat hij erop heeft gebouwd, standhoudt | dan zal hij loon ontvangen. Maar als iemands werk verbrandt, zal hij schade lijden, doch hijzelf wordt gered als door het vuur heen. Weet gij niet dat u Gods tempel bent en dat de Heilige Geest in u woont? ( 1 Corinthiërs 6:19) Zo iemand Gods tempel schendt, God zal hem schenden. Want de tempel Gods dat bent u, en u is heilig! |
Want u zijt geroepen, broeders, om vrij te zijn, echter gebruik die vrijheid niet als een aanleiding voor het vlees, maar dient elkaar door de liefde. Want de gehele wet is in één woord vervuld, in dit: U ZULT UW NAASTE LIEFHEBBEN ALS UZELF. Indien u echter elkaar bijt en vereet, ziet dan toe, dat u niet door elkaar wordt verslonden. Dit bedoel ik: Wandel door de Geest en voldoet niet aan het begeren van het vlees. Want het begeren van vlees gaat in tegen de Geest en dat van de Geest tegen het vlees - want deze staan tegenover elkaar - zodat u niet doet wat u maar wenst. Indien gij u echter door de Geest laat leiden, dan bent u niet onder de wet (van Mozes). Het is duidelijk, wat de WERKEN VAN HET VLEES zijn: Hoererij Onreinheid Losbandigheid Afgoderij Toverij Veten Twist Afgunst Uitbarstingen van toorn Zelfzucht | Tweedracht Partijenschap Nijd Dronkenschap Brasserijen en dergelijken waarvoor ik u waarschuw, zoals ik u gewaarschuwd heb, dat wie dergelijke dingen bedrijven, het Koninkrijk Gods niet zullen beërven. maar de VRUCHT VAN DE (Heilige) GEEST is: Liefde Blijdschap Vrede Lankmoedigheid Vriendelijkheid Goedheid Trouw Zachtmoedigheid Zelfbeheersing. Tegen zodanige mensen is de wet niet. Want wie Christus Jezus toebehoren, hebben het vlees met zijn hartstochten en begeerten gekruisigd. Indien wij door de Geest leven, laten wij ook door de Geest het spoor houden. Wij moeten niet praalziek zijn, elkaar tarten en elkaar benijden. |
Doodt dan de leden, die op de aarde zijn: hoererij, onreinheid, hartstocht, boze begeerte en de hebzucht, die niet anders is dan afgoderij, om welke dingen de toorn Gods komt. Daarin hebt ook gij eertijds gewandeld, toen gij erin leefdet. Maar thans moet ook gij dit alles wegdoen: toorn, heftigheid, kwaadaardigheid, laster en vuile taal uit uw mond. Liegt niet meer tegen elkander, daar gij de oude mens met zijn praktijken afgelegd, en de nieuwe aangedaan hebt, die vernieuwd wordt tot volle kennis naar het beeld van zijn Schepper, waarbij geen onderscheid is tussen Griek en Jood,besneden of onbesneden, barbaar en Skyth, slaaf en vrije, maar alles en in allen is Christus. Doet dan aan, als door God uitverkoren heiligen en geliefden, innerlijke ontferming, goedheid, nederigheid, zachtmoedigheid en geduld. Verdraagt elkander en vergeeft elkander, indien de een tegen de ander een grief heeft; gelijk ook de Here u vergeven heeft, doet ook gij evenzo. En doet bij dit alles de liefde aan, als de band der volmaaktheid. En de vrede van Christus, tot welke gij immers in een lichaam geroepen zijt, regere in uw harten; en weest dankbaar. Het woord van Christus wone rijkelijk in u, zodat gij in alle wijsheid elkander leert en terechtwijst en met psalmen, lofzangen en geestelijke liederen zingende, Gode dank brengt in uw harten. En al wat gij doet met woord of werk, doet het alles in de naam des Heren Jezus, God, de Vader, dankende door Hem! | Vrouwen, weest uw man onderdanig, gelijk het betaamt in de Here. Mannen, hebt uw vrouw lief en weest niet ruw tegen haar. Kinderen, gehoorzaamt uw ouders in alles, want dit is welbehagelijk in de Here. Vaders prikkelt uw kinderen niet, opdat zij niet moedeloos worden. Slaven, gehoorzaamt uw heren naar het vlees in alles, niet als mensenbehagers om hen naarde ogen te zien, maar met eenvoud des harten in de vreze des Heren. Wat gij ook doet, verricht uw werk van harte, als voor de Here en niet voor mensen; u weet toch, dat gij van de Here tot vergelding de erfenis zult ontvangen. Gij dient Christus als heer. Want wie onrecht doet, zal zijn onrecht terugontvangen, en er is geen aanzien des persoons. Heren, betracht jegens uw slaven recht en billijkheid; gij weet toch, dat ook gij een heer in de hemel hebt. Volhardt in het gebed, weest daarbij waakzaam en dankt en bidt tevens voor ons, dat God een deur voor ons woord opene, om te spreken van het geheimenis van Christus, ter wille waarvan ik ook gevangen zit. Dan zal ik het zo in het licht stellen, als ik het behoor te spreken. Gedraagt u als wijzen ten opzichte van hen die buiten staan, maakt u de gelegenheid ten nutte. Uw spreken zij te allen tijde aangenaam, niet zouteloos; gij moet weten, hoe gij aan ieder het juiste antwoord moet geven. |
Efeze 5:1-21 Reinheid in het leven van de christen
1 Weest dan navolgers Gods, als geliefde kinderen, 2 en wandelt in de liefde, zoals ook Christus u heeft liefgehad en Zich voor ons heeft overgegeven als offergave en slachtoffer, Gode tot een welriekende reuk.
3 Maar van hoererij en allerlei onreinheid of hebzucht mag onder u zelfs geen sprake zijn,zoals het heiligen betaamt, 4 en evenmin van onwelvoegelijkheid en zotte of losse taal,die geen pas geven, doch veeleer van dankzegging. 5 Want hiervan moet gij doordrongen zijn, dat in geen geval een hoereerder, onreine of geldgierige, dat is een afgodendienaar, erfdeel heeft in het Koninkrijk van Christus en God.
6 Laat niemand u misleiden met drogredenen, want door zulke dingen komt de toorn Gods over de kinderen der ongehoorzaamheid.
7 Doet dan niet met hen mede. 8 Want gij waart vroeger duisternis, maar thans zijt gij licht in de Here; wandelt als kinderen des lichts, 9 (want de vrucht des lichts bestaat in louter goedheid en gerechtigheid en waarheid), 10 en toetst wat de Here welbehagelijk is.11 En neemt geen deel aan de onvruchtbare werken der duisternis, maar ontmaskert ze veeleer, 12 want het is zelfs schandelijk om te noemen, wat heimelijk door hen wordt verricht; 13 maar als dat alles door het licht ontmaskerd wordt, komt het aan de dag; want al wat aan de dag komt is licht. 14 Daarom heet het: Ontwaak, gij die slaapt, en sta op uit de doden, en Christus zal over u lichten.
15 Ziet dus nauwlettend toe, hoe gij wandelt, niet als onwijzen, doch als wijzen, 16 u de gelegenheid ten nutte makende, want de dagen zijn kwaad.
17 Weest daarom niet onverstandig, maar tracht te verstaan, wat de wil des Heren is.
18 En bedrinkt u niet aan wijn, waarin bandeloosheid is, maar wordt vervuld met de Geest,19 en spreekt onder elkander in psalmen, lofzangen en geestelijke liederen, en zingt en jubelt de Here van harte, 20 dankt te allen tijde in de naam van onze Here Jezus Christus God, de Vader, voor alles, 21 en weest elkander onderdanig in de vreze van Christus.
Wat betekent dit?
Efeze vers 5:1
De gelovigen dienen navolgers (Griek: imitators) van God te worden. Immers de mens is geschapen naar het beeld van God en door de Heilige Geest die in de gelovige woont, behoeft de gelovige niet meer toe te geven aan de zonde en werkt de Geest Gods het beeld van Christus in ons uit. En we zijn kinderen van God geworden, waardoor Gods liefde in ons stroomt.
Efeze 5:2
De gelovige dient in liefde te wandelen, ja een liefde tot in de dood, een alles overgevende en zichzelf opofferende liefde. Zoals ook Christus Zich tot in de dood voor de gelovige heeft overgegeven als offergave (het Ware Lam) en slachtoffer. Zie voor de offergave Leviticus 1 en 2, en voor het slachtoffer Leviticus 7 en de betekenis van Jezus Christus als het Ware Lam, zie de Tabernakel presentatie.
Als de christen rein en heilig wandelt, dan is hij /zij een welriekende reuk voor de Here God.
Efeze 5:3
Net zoals in het Oude Testament mag er van hoererij, onreinheid en hebzucht (=geen zin om je eigendommen met andere te delen, terwijl je overvloed heb en je de armen niet voedt), je jouw tiende niet geeft, etc.) geen sprake zijn bij de gelovigen, want de gelovige is tot heiliging geroepen, tot priester geroepen. En als priester dient hij/zij heilig te leven.
Zie Rom. 1:18-32, 1 Cor. 5:9-11, Gal. 5:5:19-21, Kol. 3:5, 1 Thes. 4:2-7, 1 Tim. 1:10.
Efeze 5:4
De gelovige dient zich van alle populaire taal, vloeken en taal te onthouden die aanstoot kan geven. Van elke taal waarvan de ongelovige kan zeggen is dat nu een christen?
De taal van een gelovige dient wel overwogen te zijn, de waarheid, zonder bedrog. Ja is ja, en nee is nee.
Een taal van dankzegging, zonder wee geklaag (hoe hebben de Here Jezus en Paulus niet geleden voor jouw zonden en om het evangelie te verkondigen), zij klaagden niet maar ondergingen het gedwee en met blijdschap.
Door dankzegging en blijdschap in moeilijke tijden wint de gelovige de ongelovige voor Christus. Vele ongelovigen worden voor Christus gewonnen door de blijdschap (door het lijden heen) van de gelovige die ging sterven (hij/zij weet immers dat er aan het lijden op aarde een einde komt en nu naar het paradijs/hemel gaat).
Efeze 5:5
Degenen die de dingen uit vers 3 en 4 bedrijven moeten er goed van doordrongen zijn dat zij geen deel krijgen aan het Koninkrijk van Christus en God (de Vader).
Openb. 21:27 En in haar (het Nieuwe Jeruzalem, de tempel) zal niets onreins binnenkomen, en niemand, die gruwel en leugen doet, maar alleen zij die geschreven staan in het boek van het Lam.
Openbaring 22:22:15 Buiten zijn de honden en tovenaars, de hoereerders, de moordenaars, de afgodendienaars en ieder, die de leugen liefheeft en doet.
Hoe je onder andere toegang kunt krijgen tot het Koninkrijk van Christus, zie 2 Petrus 1:3-11.
Ja, wat is het Koninkrijk van Christus en God? Algemeen is de opvatting dat het Koninkrijk van Christus en God is de gelovige die de wil van God doet en naar Gods Wil leeft en Gods inzettingen onderhoudt. Tonende dat Jezus Christus is rechtvaardig en Heer van deze wereld.
De Bijbel geeft geen beschrijving van een fysieke plaats, een gebouw of gebied. Het kan zijn dat het de Nieuwe Tempel is waar God woont (nieuwe aarde), en waar geweldige heiligheid heerst. Dat zou kunnen betekenen dat straks niet alle gelovigen in Gods nabijheid mogen komen, alleen zij die heilig geleefd hebben. Immers God is een Heilig God, en niets onreins kan in Zijn Heiligheid nabij komen.
2 Sam 6:6-7 Maar toen zij bij de dorsvloer van Nakon kwamen, strekte Uzza zijn hand uit naar de ark Gods en greep haar, omdat de runderen uitgleden. En de toorn des Heren ontbrandde tegen Uzza en God sloeg hem daar om deze onbedachtzaamheid; hij stierf daar bij de ark Gods.
Ps. 81:12-14 Daarom liet Ik hen gaan in de verstoktheid van huns harten, zodat zijn hun eigen raadslagen wandelden. Och, dat Mijn volk naar Mij luisterde, dat Israël (en gelovigen) in Mijn wegen wandelde !
Dit geeft wel aan hoe Heilig God is, de ark Gods was WAAR GOD WOONDE.
Kunnen we hieruit concluderen dat hoeren, hebzuchtigen, enzovoort geen toegang hebben tot het Koninkrijk van God? Ja, allen die dit bewust handhaven na hun wedergeboorte.
Matt. 21:31-32 Wie van de twee heeft de wil van zijn vader gedaan? Zij zeiden: De laatste. Jezus zei tot hen: Voorwaar, Ik zeg u, de tollenaars en de hoeren gaan u voor in het Koninkrijk Gods. Johannes heeft u de weg der gerechtigheid gewezen en gij hebt hem niet geloofd. De tollenaars en de hoeren echter hebben hem geloofd, doch hoewel u dat zag, hebt u later geen berouw gekregen en ook in hem geloofd.
Hier wordt aangegeven dat zij die berouw hebben en tot geloof in de Here Jezus Christus komen, het Koninkrijk Gods binnen zullen gaan, mits zij niet in het oude wereldse leven blijven leven.
Of er verschil is tussen het Koninkrijk van Christus en het Koninkrijk van God, daarop krijgen we geen antwoord vanuit de Bijbel.
Dus deze twee Koninkrijken blijven mystiek.
Kortom het dient duidelijk te zijn dat God een Heilig God is en de gelovige heilig dient te leven en niet bewust mag zondigen. Gelukkig bestaat er altijd vergeving van zonde. Maar hoe dat gaat met bewust zondigen en de consequenties daarvan in de Hemel, daarop verschaft de Bijbel geen antwoord. Maar een duidelijk voorbeeld zijn Ananias en Saffira, zie Hand. 5:1-11.
Efeze 5:6
De gelovigen zal zich niet laten misleiden door bedrieglijke ordeningen en valse leringen, immers de Heilige Geest woont in de gelovige Die waarschuwt als iets niet van God is. Luistert de gelovige niet naar Gods Stem (zoals toch gaan uitoefenen van yoga, lid worden bij de Children of God, etc.) dan kan hij/zij de toorn van God verwachten. Immers zij zijn tot kinderen van ongehoorzaamheid geworden.
Efeze 5:7
God stelt duidelijk dat de gelovigen daaraan NIET moet mee doen. De gelovige mag alles onderzoeken, maar hij/zij mag NIET onderzoeken waarvan hij/zij weet dat het niet van God is en/of het een gruwel is en het verkeerd in Gods ogen.
Efeze 5:8
De gelovige was vroeger een kind van satan, en wandelde in de duisternis want hij/zij was onbekend met Gods Woord. Hij/zij had geen deel aan het evangelie en verkeerde dus in de duisternis.
Toen werd hij /zij bekend met het evangelie en de verlossing door het bloed van de Here Jezus Christus en het eeuwige leven na de dood in de Hemel.
Na zijn/haar wedergeboorte kwam de Heilige Geest in hem/haar wonen, Die hem/haar het Woord van God, de Bijbel, uitlegt aldus ontvangt de christen het Licht van God. Het is de plicht van de christen om Gods Woord te lezen onder verlichting van de Heilige Geest en overeenkomstig naar de instructies van God gegeven in de Bijbel te wandelen, dus te wandelen in het licht als kinderen des licht.
De gelovige is geroepen in woord en in daad het licht (het evangelie) te verspreiden. Hij/ zij dient het licht in de duisternis (de wereld van ongelovige mensen) te laten schijnen door het evangelie te verkondigen en in daden te laten zien aan de ongelovigen dat de Heilige Geest zijn/haar leven heeft veranderd en de Geest Gods hem/haar leidt.
Efeze 5:9
De vrucht van het licht, of de vrucht van de Heilige Geest, is zuiver goedheid (toont medeleven, deelt met minder bedeelden), gerechtigheid (doet geen onrecht,) en waarheid (spreekt de waarheid).
Efeze 5:10
De gelovige toetst waarmee hij/zij de Here Jezus Christus en God de Vader kan behagen (een plezier doen). Vanuit de Bijbel weet de gelovige waarmee hij/zij God een plezier kan doen, onder andere door heilig en rein te leven, door Gods Wil te doen, door zijn/haar leven door de Heilige Geest te laten leiden, vol van de Heilige Geest, zich niet te mengen in wereldse zaken, losbandigheid en vrijheid, etc.
Efeze 5:11
De gelovige mag niet deelname aan de werken van de duisternis. Dus geen occultisme, spiritisme, horoscopen, tatoeage, enzovoort. Maar ook al het overige, wat de duisternis is, zijn de wereldse zaken: hebzucht, gierigheid, egoïsme, house-parties, drugs, dronkenschap, nijd, haat, eigen belang en bedenk ze zelf maar.
Maar ook de werken der duisternis zoals yoga, acupunctuur, homeopathie, transcendente meditatie, en studie van de evolutie theorie, allerlei sekten (Mormonen, Children of God), Islam, Boeddhisme, enzovoort.
Ja, er volgt zelfs een instructie: Het is de taak van de gelovige de werken der duisternis te ontmaskeren en ze in het licht te stellen. Het is de plicht van de gelovige om deze openbaar (publiekelijk) te maken, zodat ongelovigen gewaarschuwd worden dat dit werken van demonen en satan zijn.
Efeze 5:12
Sommige dingen zijn zo verschrikkelijk zondig wat de ongelovigen en machten der duisternis praktiseren (denk eens aan pedofilie, offeren van kinderen en mensen aan de satan, satanische rituelen) dat het zelfs schandelijk is om ze te noemen. Want deze dingen worden heimelijk door de ongelovigen bedreven.
Efeze 5:13
Maar gelukkig zijn er speciaal door God geroepen mensen (die heel speciaal door God beschermd worden tegen de machten der duisternis en waar een gelovige nooit alleen mag openbaren, altijd in groeps opdracht van God) die deze duistere dingen aan het licht brengen en in het openbaar bekend maken.
Efeze 5:14
De gelovige mag NIET slapen, hij /zij dient continue waakzaam te zijn om de dingen der duisternis en dat er geen dingen van de wereld en machten der duisternis en satan in zijn/haar leven SLUIPEN. De gelovige dient te ontwaken uit zijn/haar lauwe christelijk bestaan en over te gaan vanuit de dood (voor God was hij/zij dood toen hij/zij nog een ongelovige was) en over te gaan in het volle licht van Christus. Bestudeer de 7 brieven aan de gemeenten in Openbaring 2 en 3. Deze brieven bevatten ernstige waarschuwingen ten aanzien van het geestelijk leven van de gelovige.
>Als de gelovige in het licht wandelt, dan volgt de belofte: Christus zal over u lichten. Dat wil zeggen Christus zal steeds meer het Woord van God openbaren en je meer en meer waarschuwen wat niet van Hem is.
Efeze 5:15
Het is de taak en plicht van de gelovige om toe te zien dat hij/zij Gods geboden en inzettingen onderhoudt, dat hij/zij niet wandelt op de wegen van duisternis zoals hier boven beschreven. De gelovige is immers niet meer onwijs, maar heeft de Geest van Wijsheid (de Heilige Geest) ontvangen. De gelovige dient dus als een wijs persoon te wandelen. En als hij/zij tekort schiet in wijsheid, dan vraagt hij/zij om wijsheid aan God.
Kol. 1: 9-10 Daarom houden ook wij sedert de dag, dat wij dit gehoord hebben, niet op voor u te bidden en te vragen, dat u met de rechte kennis van Zijn wil vervuld mocht worden, in alle wijsheid en geestelijk inzicht, om de Here waardig te wandelen, Hem in alles te behagen, in alle goed werk vrucht te dragen en op te wassen in de rechte kennis van God.
Het is de taak van de gelovige om Christus waardig te wandelen (Fil. 1:27).
Efeze 5:16
Elke gelegenheid dient de gelovige nuttig te maken om in zijn daden en handels wijze Christus waardig te zijn en te benutten om het evangelie (in woord en daad) uit te dragen. Waarom ? Omdat de gelovigen leeft in een vijandige wereld, de vijand van God, daarom zijn het de dagen van het kwaad (de kwaadheid van de machten der duisternis en satan, omdat Christus Jezus de dood heeft overwonnen en mensen uit hun machten vandaan haalt, uit de duisternis. En overbrengt in de blijde boodschap van goed nieuws: de verlossing door het bloed van Jezus en bevrijdt uit de machten der duisternis).
Kol. 4:2-6 Volhardt in het gebed, weest daarbij waakzaam en dankt en bidt tevens voor ons, dat God een deur voor ons woord opene, om te spreken van het geheimenis van Christus, ter wille waarvan ik ook gevangen zit. Dan zal ik het zo in het licht stellen, als ik het behoor te spreken. Gedraagt u als wijzen ten opzichte van hen die buiten staan, maakt u de gelegenheid ten nutte.
Uw spreken zij te allen tijde aangenaam, niet zouteloos; u moet weten, hoe u aan ieder het juiste antwoord moet geven.
Efeze 5:17
De opdracht van God aan de gelovigen: Wees niet onverstandig, maar doe je best om te begrijpen war de Wil is van de Here Jezus Christus.
Hoe?
Door in gebed te vragen voor wijsheid en inzicht als je de Bijbel begint te lezen en te vragen dat God jou wil laten zien, wat Hij jou wil leren en onderwijzen.
Door dagelijks de Bijbel te lezen en dagelijks te bidden. Hoe?
Door Gods te vragen wat Zijn Wil is voor jouw leven.
Door te onderzoeken wat Gods Wil is voor jouw leven.
Door je leven onder controle van de Heilige Geest te stellen en continue je zonden te belijden.
Efeze 5:18
Mag de gelovige niet drinken? Ja, maar in zeer beperkte mate. De gelovige dient zijn volle verstand te bewaren en blijven weten wat hij/zij zegt, nimmer mag het eindigen in dronkenschap en bandeloosheid. Paulus was een voorstander van geheel onthouding, maar gaf aan Timoteüs het advies om een beetje wijn te gebruiken in verband met zijn gezondheid (1 Tim. 5:23).
Het is de plicht en taak van elke gelovige om vervuld te zijn met de Heilige Geest en deze niet uit te doven.
Efeze 5:19
Met lofprijzing en gezang prijzen de gelovigen de Here God, en wees van harte blij (ook in moeilijke omstandigheden, want ook Jezus droeg Zijn kruis blijmoedig en kocht jou vrij).
Efeze 5:20
Dank ook in moeilijke omstandigheden, want God heeft er een doel mee!
Kol. 3:17 En al wat u doet met woord of werk, doe het alles in de nam van de Here Jezus Christus, God de Vader, dankende door Hem.
Efeze 5:21
Als gelovigen in Christus behoren we allemaal tot Christus Jezus. Hij is onze Heer en we zijn leden van Zijn Lichaam en daarom dienen we de Heer, en luisteren we naar elkaar.
Efeze 5:22-33 Het christelijke leven binnen het huwelijk
22 Vrouwen, weest aan uw man onderdanig als aan de Here, 23 want de man is het hoofd van zijn vrouw, evenals Christus het hoofd is zijner gemeente; Hij is het, die zijn lichaam in stand houdt.
24 Welnu, gelijk de gemeente onderdanig is aan Christus, zo ook de vrouw aan haar man, in alles.
25 Mannen, hebt uw vrouw lief, evenals Christus zijn gemeente heeft liefgehad en Zich voor haar overgegeven heeft, 26 om haar te heiligen, haar reinigende door het waterbad met het woord, 27 en zo zelf de gemeente voor Zich te plaatsen, stralend, zonder vlek of rimpel of iets dergelijks, zo dat zij heilig is en onbesmet. 28 Zo zijn ook de mannen verplicht hun vrouw lief te hebben als huneigen lichaam. Wie zijn eigen vrouw liefheeft, heeft zichzelf lief; 29 want niemand haat ooit zijn eigen vlees, maar hij voedt het en koestert het zoals Christus de gemeente, 30 omdat wij leden zijn van zijn lichaam.
31 Daarom zal een man zijn vader en zijn moeder verlaten en zijn vrouw aanhangen, en die twee zullen tot een vlees zijn.
32 Dit geheimenis is groot, doch ik spreek met het oog op Christus en op de gemeente.
33 Intussen ook gij, laat ieder voor zich zijn eigen vrouw zo liefhebben als zichzelf en de vrouw moet ontzag hebben voor haar man.
Wat betekent dit?
Efeze 5:22
Geldt dit nu nog voor onze tijd? Ja, zeker de Bijbel is niet geschreven voor een bepaalde tijd, maar is tijdloos, en geldt vanaf de Schepping door God totdat God de nieuwe aarde en nieuwe Hemel schept. Kijk naar Maria in Lukas 1:34, zij antwoordt de engel: "Hoe zal dat geschieden, daar ik geen omgang met een man heb?" Uit dit antwoord blijkt duidelijk dat zij het gebod Gods respecteert dat 4000 jaar geleden gegeven was: Geen seksuele relatie voor het huwelijk. Dus wat toen gold, geldt ook heden tendage!
Dit is een zeer rijk Bijbelgedeelte, want het geeft instructies aan zowel de man als aan de vrouw. Dit Bijbelgedeelte geeft rijke instructies voor het huwelijksleven (en door deze te volgen, voorkomt het (in de meeste gevallen) een echtscheiding).
Vrouwen wees uw man onderdanig ALS AAN DE HERE.
God heeft de mens met een vrije wil geschapen. Zoals de gelovige met de Here Jezus Christus kan praten en de gelovige zijn/haar eigen wensen en beperkingen aan de Here kan vertellen, zo ook is de omgang van de vrouw met haar man. Het is geen slaafse onderdanigheid. Net zoals de gelovige onderdanig is aan de Here Jezus Christus en Jezus Christus als zijn/haar Hoofd en Heer erkent, zo ook dient de vrouw haar man te erkennen.
Maar ook de gelovige heeft de plicht te onderzoeken of iets van de Heer is. Is de onderdanigheid van de vrouw niet dusdanig dat zij geen eigen verantwoording meer heeft. Als de man van haar dingen zou verlangen die niet overeenkomstig de Bijbel zijn, moet zij deze weigeren en haar man verwijzen op welke Bijbelse gronden zij weigert.
Efeze 5:23
De man is het hoofd van de vrouw, EVENALS CHRISTUS HET HOOFD IS VAN ZIJN GEMEENTE.
Dit is zeer duidelijk. De Here Jezus Christus is het Hoofd van Zijn Gemeente, Hij leidt, Hij stuurt, Hij bepaalt wie en wat elke gelovige doet. Elke gelovige dient zijn/haar wil ondergeschikt te maken aan de Wil van de Here Jezus Christus. De Here weet wat het beste is voor Zijn Lichaam en elke individuele gelovige. Hij bouwt elke individuele gelovige op, koestert en voedt het.
De Heer is zeer zorgzaam, respect de gelovige zijn/haar eigen wil, help hem/haar bij het sterven aan het eigen-ik, en schenkt zeer veel liefde (ja, tot de dood des kruizes), en verleent hulp en kracht in moeilijke tijden.
Christus is Degene, Die Zijn lichaam in stand houdt.
Efeze 5:24
Vers 22 en 23 beschrijven de omgang tussen een man en zijn vrouw.
De gemeente van de Here Jezus Christus is onderdanig aan de Heer, zij onderwerpt zich aan Zijn Wil, opdat de gemeente van Christus wordt opgebouwd.
Met de verzen 22 en 23 als uitgangspunt, zó dient de vrouw ook onderdanig te zijn aan haar man. Maar vers 23 geeft ook de verplichtingen aan haar man. De man dient Christus Jezus als zijn Hoofd te erkennen, dan weet hij ook de wil van zijn Heer Jezus Christus, en vanuit die positie mag hij het hoofd zijn van zijn vrouw. Hij dient immers het goede voorbeeld te geven, want hij onderwerpt zich in alles aan zijn Heer Jezus Christus. Hij verstaat de wil van zijn meester en dus kan en mag hij vanuit die positie zijn vrouw leiden en daarom kan zijn vrouw hem ook onderdanig zijn in alles.
Efeze 5:25
Dit is een zeer duidelijk opdracht. Als de man Christus Jezus als zijn Hoofd en Heer heeft erkent, dan laat hij zich volkomen leiden door de Heilige Geest. En de Heilige Geest geeft Liefde, waardoor de gelovige in staat is lief te hebben.
Hoe groot was Jezus liefde? Jezus liefde was zo groot dat Hij zich overgaf om onschuldig te sterven aan het kruis van Golgotha voor de zonde van Zijn Bruid, de Gemeente van Christus, de wedergeboren gelovigen.
Dus de opdracht van de Heer aan de man is duidelijk: met een zeer grote liefde, een alles overgevende liefde, dient de man zijn vrouw lief te hebben, máár de Here Jezus Christus dient de eerste plaats en liefde te hebben van de man.
Efeze 5:26
Waarom dient de man zijn vrouw zo lief te hebben ?
Daarvoor kijken we weer naar Jezus Christus. De taak van Christus Jezus is om de Gemeente heilig en rein te maken zodat Hij Zijn Gemeente heilig en rein en onbesmet kan voorstellen aan God de Vader (vers 27).
Hoe geschiedt deze reiniging? Door het waterbad van het Woord, dat wil zeggen door de doop met de Heilige Geest bij de wedergeboorte van de gelovige en doordat de gelovige zich volkomen laat leiden door de Heer middels de Heilige Geest.
Het waterbad verwijst naar de onderdompeling bij de doop nadat de mens Jezus Christus als zijn/haar verlosser heeft aangenomen (Matt. 28:19, Hand. 8:37-38, 16:14-15).
Zo dient de man te zorgen dat zijn vrouw heilig en rein leeft. Hij dient trouw te zijn en geen enkele aanleiding te geven dat zijn vrouw onheilig (ontrouw) wordt. De Heer heeft immers altijd tijd voor de individuele gelovige. Hij staat altijd klaar voor hem of haar. Zo dient de man er naast zijn (8-urige) werkdag, er te zijn voor zijn vrouw en zijn gezin. En natuurlijk zijn er situatie van overwerk, maar dan altijd in overleg met zijn vrouw. En bij dit alles dient Christus de eerste plaats te krijgen, want ook de man én de vrouw hebben ieder hun taak van de Here Jezus Christus gekregen (opvoeding van de kinderen, evangelisatie, bezoek aan mede-gelovigen, diensten als diaken en oudsten, etc.).
De man heeft een opvoedende taak om zijn vrouw (en kinderen) te onderwijzen in Gods Woord, de Bijbel, hij is het hoofd van zijn vrouw, dus hij dient te leiden. Want de man krijgt zijn instructies van zijn hoofd, de Here Jezus Christus, en deze dient hij door te geven aan zijn vrouw en kinderen.
Hij dient zijn vrouw (en kinderen) te onderwijzen om zich te laten leiden door de Heilige Geest.
De man dient toe te zien dat zijn vouw (en kinderen) heilig wandelen, doordat zij zich niet te buiten gaan aan losbandigheid, drugs, films die de Heer onwaardig zijn, vrienden en vriendinnen die de Heer onwaardig zijn. Dit alles dient hij te onderwijzen en te onderbouwen vanuit de Bijbel.
Efeze 5:27
Het doel van de Here Jezus Christus is om de gemeente (waarvan Hij het Hoofd is) zo voor God de Vader te plaatsen:
- stralend
- zonder vlek of rimpel of iets dergelijks
- heilig
- onbesmet.
Kortom een perfect lichaam zonder enige imperfectie (dus eigenlijk zonder zonde). Want dan pas kan de gelovige voor Gods aangezicht komen, namelijk voor God de Vader.
God is immers zó heilig dat niemand Hem kan zien of naderen zonder gedood te worden als er enige smet (zonde) zou zijn. Daarom kan de gelovige alleen tot God de Vader in gebed naderen, nadat hij/zij zijn/haar zonde heeft beleden en zichzelf gereinigd heeft met het bloed van de Here Jezus Christus. Dan mag hij/zij ook de vergeving van zonde verkrijgen en gebedsverhoringen verwachten.
Efeze 5:28
Net zo min als de man zijn eigen lichaam zou mishandelen, net zo min mishandelt hij zijn vrouw. De man heeft zijn lichaam lief, omdat hij een christen is, daarom zorgt hij goed voor zijn lichaam: geen overmatig drankgebruik (geen dronkenschap), geen drugs, rookt niet, voedt het gezond (geen dik vet lichaam), geeft het voldoende nachtrust, zorgt dat hij groeit in de Here Jezus Christus.
Kortom hij koestert zijn lichaam op een gezonde manier.
Zo dient hij ook goed zijn vrouw te koesteren, op een gezonde manier, waarbij hij op alle wijze de Here Jezus Christus behaagt.
Als hij zijn vrouw lief heeft, dan heeft hij zichzelf lief, en ontvangt hij ook liefde van zijn vrouw.
Efeze 5:29
Geen enkele christen mag ooit zijn eigen vlees haten (zichzelf pijnigen, uithongeren, zichzelf slaan of laten slaan). In Christus dient hij het alle goede, gezonde verzorging te geven. Hij voedt het wel doordacht, zoals de Here Jezus Christus dat van hem verlangt. Dus zo voedt en koestert hij ook zijn vrouw, gelijk de Here Jezus Christus Zijn gemeente koestert. Christus verzorgt de gemeente en onderhoudt het.
Lucas 12:7 Ja, zelfs de haren op uw hoofd zijn alle geteld. Wees niet bevreesd: u gaat vele mussen te boven.
Lucas 12:27 Let op de leliën, hoe zij spinnen noch weven, en Ik zeg u, dat zelfs Salomo in al zijn heerlijkheid niet bekleed was als een van deze.
Zo goed zorgt de Heer voor Zijn gemeente, dat geeft al aan hoe goed de man voor zijn lichaam, zijn vrouw (en kinderen) dient te zorgen.
Efeze 5:30
Waarom dienen wij zo goed zorg te dragen?
Omdat elke individuele gelovige een lid is van het Lichaam van de Here Jezus Christus. Daarom berust bij elke gelovige in Christus die plicht hetzij man, hetzij vrouw, hetzij jongen of meisje. Iedere wedergeborene heeft deze plichten, omdat hij/zij een kind is van God.
Efeze 5:31
Waarom trouwen?
Omdat vers 31 hier duidelijk is: de man zal zijn ouderlijk huis verlaten en de vrouw zal haar ouderlijk huis verlaten. Samen beginnen zij een nieuw leven, zonder de inmenging van wederzijdse ouders. Zelf gaan zij nu hun eigen verantwoording dragen tegenover de Here Jezus Christus.
En DAN pas zullen zij tot één vlees worden, dat wil zeggen dan pas na het huwelijk mogen zij lichamelijk gemeenschap hebben, tot één vlees worden. Dan zullen deze twee lichamen tot één lichaam (vlees) worden.
Ja, zeker, dat betekent dat er geen seks mag plaats vinden voor het huwelijk. Zie ook Gen. 2:24, Matt. 5:31-32 en 19:1-12, Lucas 16:18 1 Cor. 6:16.
Maar zul je zeggen, dat past toch niet meer in deze tijd? Waarom niet?
Waarom zou Gods inzettingen veranderen. Het gold ten tijde van de schepping en de Here Jezus herhaalt deze inzetting 4000 jaar na de schepping opnieuw. Dus waarom zou het 2000 jaar later na deze uitspraak van de Here Jezus niet meer gelden? Zeer beslist geleden deze geboden heden tendage!!!
De Here God wil dat je je slechts aan één partner hecht. Dan leer je de ware liefde en trouw kennen.
Wisselende relatie brengt geen echt geluk, geen oefening, brengt geslachtsziekten en Aids. Bovendien is het tegen Gods Wil en kun je Gods toorn verwachten en zul je als christen, wedergeboren gelovige, de werking van de Heilige Geest uitdoven.
De Here God vraagt een rein en heilig leven en dit is één van Zijn inzettingen, dat je pas na het huwelijk seksuele gemeenschap hebt met je partner (man en vrouw worden tot één vlees). Met het doel om kinderen te verwekken tot Gods eer en een verantwoord aantal zoals dat pas bij de huidige overbevolking.
Elke gelovige dient immers tot Gods eer en glorie te leven en naar Gods Wil.
Efeze 5:32
Dit geheimenis is groot, het geheimenis van de éénwording van man en vrouw. Zeker als dit resulteert in de bevruchting en de zaadcel één wordt met de eicel en het nieuwe menselijke leven is ontstaan.
Zo is ook het geheimenis groot dat een ongelovige tot geloof in Jezus Christus komt en hij/zij nieuw leven krijgt in Christus (de wedergeboorte).
Zoals niemand kan begrijpen hoe het komt dat na de bevruchting de cellen zich beginnen te delen en dit ontwikkelt tot een nieuw menselijk lichaam en leven, zo is ook de wedergeboorte van de christen een mysterie (geheimenis).
En zoals bij een man en een vrouw er meerdere kinderen komen, zo groeit ook de gemeente van Christus. Baby's groeien eerst met melk, daarna met pap, vervolgens nemen zij vast voedsel en groeien op tot volwassenheid tot "man". Zo ook de gemeente, de gelovige:
1 Cor. 3:1-2 En ik (Paulus) kon niet tot u spreken als tot geestelijke mensen, maar slechts als tot vleselijke, nog onmondige in Christus. MELK heb ik u gegeven, geen VAST VOEDSEL, want dat kon u nog niet verdragen.
Is het niet schitterend zoals de gemeente een geheimenis is van het huwelijk tussen een man en een vrouw. Het herbergt zoveel kennis en liefde.
Efeze 5:33
Nogmaals wordt duidelijk gemaakt dat een man slechts één vrouw zal hebben. Zijn eigen vrouw dient hij zó lief te hebben als zichzelf, met alle respect, eerbied (voor haar en haar wensen) en liefde.
En de vrouw dient ontzag voor haar man te hebben, want hij is immers als haar hoofd aangesteld, zoals het hoofd van de man, de Here Jezus Christus is.
Amen.
Efeze 6:1-9 Kinderen en ouders. Slaven en hun heren
1 Kinderen, weest uw ouders gehoorzaam in de Here, want dat is recht.
2 Eer uw vader en uw moeder (dit is immers het eerste gebod, met een belofte) 3 opdat het u wel ga en gij lang leeft op aarde.
4 En gij, Vaders, verbittert uw kinderen niet, maar voedt hen op in de tucht en in de terechtwijzing des Heren.
5 Slaven, weest uw heren naar het vlees gehoorzaam met vreze en beven, in eenvoud uws harten, als aan Christus, 6 niet met ogendienst, als mensenbehagers,maar door als slaven van Christus de wil Gods van harte te doen, 7 en bereidwillig dienstbaar te zijn als aan de Here en niet aan mensen.
8 Gij weet immers, dat een ieder, hetzij slaaf, hetzij vrije, al het goede, dat hij gedaan heeft, van de Here zal terugontvangen.
9 En gij, heren, handelt evenzo jegens hen; laat het dreigen na. Gij weet immers, dat hunen uw Heer in de hemelen is, en bij Hem is geen aanzien des persoons.
Wat betekent dit?
Efeze vers 6:1
Kinderen dienen hun ouders gehoorzaam te zijn, dat is de Wil van de Here Jezus Christus. Zoals ook de Here Jezus onderdanig was aan zijn ouders (in Lucas 2:51 Jezus was 12-jaar).
Lucas 2:49-51 En Hij (Jezus) zei tot hen: Waarom hebt gij naar Mij gezocht ? Wist gij niet, dat Ik bezig moet zijn met de dingen Mijns Vaders? En zijn ouders begrepen niets van de woorden die hij gesproken had. Hij ging met hen terug en kwam te Nazaret en was hun onderdanig. En zijn moeder bewaarde al deze woorden in haar hart.
Dienen de kinderen dan in alles gehoorzaam te zijn? Ja, want de Heer zegt dit hier. De Here Jezus was ook gehoorzaam aan zijn ouders, maar Hij wijst in Lucas 2:49 er wel op dat Hij bezig diende te zijn met Gods Woord (de dingen Mijns Vaders).
Kinderen mogen hun ouders erop wijzen dat zij bezig willen zijn met de dingen van God (De Bijbel, Bijbelstudie, gebed, etc.).
Lees ook Spreuken 1:1-4, 8; 3:11-12 (heel Spreuken is nuttig tot lering).
Als op latere leeftijd, het kind voldoende kennis heeft van de Bijbel en wedergeboren is, en de ouder(s) vragen van hem of haar iets wat tegen Gods Woord in gaat, dan heeft hij/zij het recht op met verklaring en verwijzing naar Gods Woord iets te weigeren en "ongehoorzaam" te zijn en God meer gehoorzaam te zijn. Echter deze ongehoorzaamheid dient met de ouder(s) besproken te worden en dan kunnen de ouders zelf ook inzien waarom je weigert en kunnen de ouders hun opdracht wijzigen en gehoor geven aan de Bijbel, zodat je als nog gehoorzaam kunt zijn. Vergeet niet dat je het mis kan hebben met jouw uitleg van de Bijbel. Je ouders kunnen door hun ervaring een beter inzicht hebben. Hoe het ook zij, laat de Heilige Geest in deze situaties leiden.
Efeze 6:2-3
Eer uw vader en uw moeder. Dit is een zeer oud gebod uit de 10 geboden met een belofte:
Exodus 20:12 Eer uw vader en uw moeder, opdat uw dagen verlengd worden in het land dat de Here, uw God, u geven zal.
Als je je vader en moeder eert, mag je Gods zegen verwachten.
Matt 10:37-38 Wie vader of moeder liefheeft boven Mij, is Mij niet waardig; en wie zoon of dochter liefheeft boven Mij, is Mij niet waardig; en wie zijn kruis niet opneemt en achter Mij gaat, is Mij niet waardig.
Maar dit "eren" heeft een grens. Als je geen kind meer bent, maar volwassen geworden bent, en de Heer vraagt je om Hem te volgen dan dient de Here Jezus Christus de eerste plaats te krijgen (en je misschien te vertrekken naar het buitenland de zending in).
Hierin volg je Gods leiding en kun je respect een eerbied voor je ouders blijven bewaren,en in al het andere je ouders blijven eren.
Efeze 6:4
Vaders (en moeders) verbitter je kinderen niet. Als de vader (of moeder) iets verbiedt, geef dan ook uitleg aan je kind waarom je iets verbiedt. Leg uit waarom, lees eventueel samen met je kind het Bijbel gedeelte door op grond waarop je het verbiedt. Dan begrijpt het kind, dat jij niet iets verbiedt, maar dat de Here God het verbiedt. Gods Woord heeft kracht en gezag.
Is een kind ongehoorzaam, en wil het niet luisteren (na herhaald verzoek), dan mag de ouder het kind tuchtigen en terechtwijzen in de Heer.
Vergeet bij jonge onwederomgeboren kinderen niet, dat zij nog moeten leren en speels zijn. Vaak dagen zij de ouder uit, omdat zij graag testen of het gezag geldt. Ervaren zij gezag, dan geeft hun dat zekerheid en geborgenheid. En het onwederomgeboren kind, heeft nog geen inwoning van de Heilige Geest en dus gehoorzaamt het moeilijker.
Straf het kind zoals de Here Jezus dat zou doen. Ga niet slaan, maar stuur het voortdurend bij of bij echte ongehoorzaamheid voor een paar uur naar zijn/haar kamer. Straf met wijsheid. Als het echt niet meer gaat, bidt voor wijsheid, vraag God om hulp, praat met de voorganger, oudste, diaken. Praat met andere wedergeboren ouders.
En is het echt een probleem, laat dan voorbede doen in de bidstond. Vergeet niet dat de Here God je in de totale opvoeding (van geboorte totdat het kind het huis uitgaat) je continue wil bijstaan. Opvoeding is een zware taak en verantwoording, waarbij de Heer je wenst te helpen.
En kinderen, wees je ouders gehoorzaam als aan de Here Jezus Christus !!!
Efeze 6:5
Slaven (=medewerker) wees gehoorzaam aan uw heer naar het vlees (dat is uw baas hier op aarde).
Dat is toch ongehoord. Slavernij behoort toch afgeschaft te zijn in deze 21ste eeuw. De Bijbel spreekt hier tot de slaaf, en ook de Here Jezus onderwierp Zich aan de Wil van God de Vader, en bleef volkomen gehoorzaam. De slaaf dient (zie vers 6) God te behagen, hij /zij dient het werk te doen als ware het voor God (en hij/zij doet het ook voor God).
We kunnen het doortrekken naar onze werk situatie. Vele van ons zijn slaven, namelijk werknemers bij zijn werkgever. Weinige zijn eigen baas of directeur.
Bij alles wat wij op het werk doen, dienen wij God te behagen (zie vers 6). Ook al is het geen prettig werk, misschien zelfs onaangenaam, bedenk dat God over je schouder mee kijkt en in je hart kijkt, of je jouw werk doet als voor de Here God. Daarom staat er ook wees gehoorzaam met vreze en beven. Wees gehoorzaam als aan Christus. Het is immers uit Gods hand dat je jouw loon ontvangt. Dank Hem voor het feit dat je werk hebt en voor Hem mag werken, ook al is dit werk voor je baas.
Vergeet niet dat door dit werk, je jouw gezin kunt voeden en je de gemeente van Christus mee kunt helpen op te bouwen (het geven van je tiende, waardoor de voorganger, de evangelist en zendeling hun werk kunnen doen).
Efeze 6:6
De christen moet zijn/haar werk niet doen met het doel er zelf beter van de worden, terwijl er in het hart afschuw is. Is de werk situatie zeer onaangenaam, breng het dan in gebed bij de Heer en vraag of je van werkomgeving mag veranderen en je naar een andere baan mag uitkijken.
Bedenk echter dat het best kan zijn, dat de Heer jou op die werkplek wilt gebruiken. Door je werk met vreugde (als voor de Heer) te doen (in barre omstandigheden) getuig je in daad van het christen zijn. Dat kan God gebruiken om mensen tot de Here Jezus te leiden (ook al duurt het soms jaren).
Wees geen mensenbehager, ga niet mee met de stroom, maar blijf getuigen van de Here Jezus Christus, God behagende.
Maar als slaven van Christus, de wil Gods van harte te doen. De Here Jezus Christus heeft de wedergeborene kocht en betaald met Zijn kostbaar en dierbaar bloed, daarmee zijn wij slaven van Christus geworden. De christen kan Christus behagen door zijn/haar werk van harte te doen, ja door het met vreugde en plezier te doen (ook in moeilijke werkomgevingen), door dat je bedenkt dat je het voor God doet en niet voor je werkgever.
Efeze 6:7
De wedergeborene is bereidwillig alles te doen voor zijn/haar Here. De christen is tot alle dienst bereid om het werk te doen wat hem of haar wordt opgedragen. Maar geen werk te doen wat in gaat tegen de Bijbelse normen (zoals verplichte house-parties met losbandigheid, seks, drugs en dronkenschap).
Behaag God en niet de mens. Bedenk, God kijkt mee vanuit de Hemel hoe jij jouw werk verricht.
Efeze 6:8
Elke christen, wedergeboren gelovige, of men een slaaf (werknemer) of een vrije (eigen baas) is, alles wat je verricht als voor de Heer, daarvoor zal de Heer jou belonen in de Hemel (zie 1 Cor. 3:10-15).
Efeze 6:9
Tot slot van dit Bijbel gedeelte, komt er nog een waarschuwing aan de (wedergeboren) eigenaar van de slaaf of aan de werkgever: Behandel uw slaaf of werknemer goed. Hij/zij mag niet dreigen (geen druk uitoefenen, van als je het niet doet, dan ....).
Waarom zal hij/zij niet dreigen ? Omdat de Here God vanuit de Hemel nauwlettend gade slaat hoe jij jouw slaven of werknemers behandelt. De Heer kent geen onderscheid tussen een slaaf of vrije, tussen werknemer en werkgever. Als baas heb je niet meer rechten. Ook de eigenaar van de slaaf of de werknemer is verantwoording schuldig aan de Here God. Ook hij/zij zal geoordeeld worden voor de rechterstoel van Christus (de christenen) of God (de ongelovigen).
Efeze 6:10-20 De wapenuitrusting van de christen
10 Voorts, weest krachtig in de Here en in de sterkte zijner macht.
11 Doet de wapenrusting Gods aan, om te kunnen standhouden tegen de verleidingen des duivels; 12 want wij hebben niet te worstelen tegen bloed en vlees, maar tegen de overheden, tegen de machten, tegen de wereldbeheersers dezer duisternis, tegen de boze geesten in de hemelse gewesten.
13 Neemt daarom de wapenrusting Gods, om weerstand te kunnen bieden in de boze dag en om,uw taak geheel vervuld hebbende, stand te houden.
14 Stelt u dan op, uw lendenen omgord met de waarheid, bekleed met het pantser der gerechtigheid, 15 de voeten geschoeid met de bereidvaardigheid van het evangelie des vredes; 16 neemt bij dit alles het schild des geloofs ter hand, waarmede gij al de brandende pijlen van de boze zult kunnen doven; 17 en neemt de helm des heils aan en het zwaard des Geestes, dat is het woord van God.18 En bidt daarbij met aanhoudend bidden en smeken bij elke gelegenheid in de Geest, daartoe wakende met alle volharding en smeking voor alle heiligen; 19 ook voor mij, dat mij bij het openen van mijn mond het woord geschonken worde, om vrijmoedig het geheimenis van het evangelie bekend te maken, 20 waarvoor ik een gezant ben in ketenen. Dan zal ik daartoe vrijmoedig kunnen optreden, zoals ik behoor te spreken.
21 Opdat ook gij van mij moogt weten, hoe het mij gaat, zal Tychikus, mijn geliefde broeder en getrouwe dienaar in de Here, u alles bekendmaken.
22 Met dit doel heb ik hem tot u gezonden, dat gij onze omstandigheden zoudt weten en hijuw harten zou vertroosten.
23 Vrede zij de broeders en liefde met geloof, van God, de Vader, en van de Here Jezus Christus.
24 De genade zij met allen, die onze Here Jezus Christus onvergankelijk liefhebben.
Wat betekent dit?
Efeze 6:10
De gelovige dient krachtig en sterk te zijn. Hoe? Door de Here Jezus Christus, immers Hij heeft de Heilige Geest gegeven en Deze heeft inwoning gemaakt in de wedergeborene. Het is de taak en plicht van de wedergeboren christen om de Heilige Geest in hem/haar te laten werken. Maar hoe ?
Door continue zonde te belijden. Elke zonde (waarvan men zich bewust of onbewust is) staat de werking van de Heilige Geest in de weg. Volhardt de gelovige in een zondig leven of een vleselijke levenswandel, dan dooft men tenslotte de Heilige Geest uit (Efeze 4:30).
De gelovige moet leren te luisteren naar de stem van de Heilige Geest, zijn/haar geweten, dagelijkse te bidden en te praten met God en dagelijks de Bijbel te lezen en te onderzoeken, én te zoeken naar Gods Wil voor zijn/haar leven, én zichzelf volkomen over te geven aan de werking van de Heilige Geest, zodat de vruchten des Geestes (Gal.5:22) zichtbaar worden in het leven van de gelovige.
Doe de wapenuitrusting van God aan (de wapenuitrusting wordt beschreven in de verzen 13-18 en Daniël 10:12-19). Dit is een actieve daad die de gelovige zelf dient te doen. Er staat immers: "DOE .... AAN".
Waarom moet je deze wapenuitrusting aan doen? Om stand te kunnen houden tegen de VERLEIDINGEN des duivels.
Sommige dingen kunnen de gelovigen makkelijk herkennen als zijnde van de machten der duisternis en van satan afkomstig. Dan kan de gelovige zich "makkelijk" weren in Gods kracht en sterkte.
Hier wordt benadrukt, waarom de gelovige zich moet wapenen, namelijk tegen de verleidingen. De satan was listig in het paradijs, hij verleidde niet de man, neen, de slang sprak tegen de vrouw Eva een halve waarheid. Door deze halve waarheid verleidde satan de vrouw. En Eva bood de vrucht aan haar man Adam, die een bewuste keuze moest maken, of kiezen voor zijn vrouw Eva, of kiezen voor God en gescheiden worden van zijn vrouw. Adam koos verkeerd, hij koos voor zijn vrouw, en toen werden hun ogen geopend en kwam door de man de zonde in de wereld en op aarde.
De inwonende Heilige Geest is de enige Die de gelovige voor deze listigheden kan waarschuwen. Vaak verleidt satan via een omweg, via listig bedrog, via halve waarheden, via een (ongelovig) gezins- of familielid.
Denk eens aan de yoga, waar in de wachtkamers christelijke posters hangen, en een Bijbel ligt op de tafel. Listig, nietwaar? Je zou denken als (vleselijk) christen dit is van God.
Hoeveel christenen lezen niet de horoscopen in de dagbladen of weekbladen. Dat is het begin van je open stellen voor de machten der duisternis en satan.
Sommige hebben een beeldje in hun woonkamer, meegenomen uit een vakantieland. Hoe weet je of dit geen afgoden beeldje is ? (zoals een boeddha beeldje), of dat er geen occulte machten achter schuilen ?
Efeze 6:12
De gelovige heeft niet te strijden tegen vlees en bloed, de zwakheden van de mens. De gelovige heeft te strijden tegen de overheden, de heerser/regeringen op aarde, en tegen de machten. Met machten wordt bedoeld de gevallen engelen, de machten der duisternis en satan. Zij zijn de wereldheersers die de duisternis beheersen.
De gelovige heeft te strijden tegen de boze geesten in de hemelse gewesten.
Overheden en regeringen zijn duidelijk zichtbaar. De gelovigen dient hier tegen ten strijde te trekken. Waar tegen? Denk maar eens aan de winkels en bedrijven die op zondag open zijn (en natuurlijk niet het gevangeniswezen en het ziekenhuis). Maar echt open vanwege puur winstbejag. Ten strijde tegen abortus en euthanasie. Binnen halen en toelaten van vergaderingen van fundamentalistische Islamieten. Tegen homo-huwelijken (helaas ook in de kerk). En het hebben van seks voor het huwelijk. En noem maar op, u kunt er voldoende bedenken, die tegen Gods Woord, de Bijbel in gaan.
De wereldheersers der duisternis, denk eens aan horoscopen, occultisme, yoga, acupunctuur, spiritualisme. Deze zijn zichtbaar in de wereld. Ook daar dient de gelovige tegen te strijden en (on-)gelovigen opmerkzaam te maken, dat dit machten van de duisternis zijn.
Ja, de gelovigen dienen ook te strijden tegen de boze geesten in de hemelse gewesten. Maar zul je zeggen, daar kan ik helemaal niet bij, deze geesten leven boven de aarde, ik weet zelfs niet waar fysiek deze hemelse gewesten zijn. Dat is het hemelse gebied.
Paulus draagt ons als gelovigen op om ook hier tegen te strijden. Vreemd?
Nee, immers de gelovige heeft een zeer krachtig wapen: HET GEBED.
Door het gebed van de gelovige activeert hij/zij God. En God geeft Zijn engelen de opdracht om te strijden tegen de boze geesten, de gevallen engelen en satan. Daar wordt de strijd gewonnen, door Gods engelen op verzoek van het gebed van de gelovige.
Een ongelovige kan niet door een gelovige voor Christus gewonnen worden, want de ongelovige is een kind van satan. Eerst moeten de machten der boze geesten gebroken worden in de hemelse gewesten, dan pas komt de ongelovige open te staan voor het evangelie. En kan God de gelovige mens gebruiken om via de menselijke taal de ongelovige Gods taal, het evangelie van Jezus Christus, te doen verstaan. Dan pas kan de ongelovige tot bekering komen.
Daarom is gebed zo belangrijk, ruimschoots voordat de evangelisatie (campagne) begint, en tijdens de evangelisatie dient een groep biddend achter te blijven, én (maanden) na de evangelisatie. De strijd in de hemelse gewesten dient door Gods engelen van de gevallen engelen gewonnen te worden. De ongelovige mag geen last hebben van aanvallen door de boze geesten, de gevallen engelen en satan. Hij/zij moet vrij zijn om een vrijwillige keuze, zonder boze invloeden, te kunnen maken.
Zo, hoe doet de gelovige dit alles, hoe kan hij of zij strijden?
- Door de wapenrusting van God aan te doen
- Door weerstand te bieden in de boze dag
- De taak geheel te vervullen
- En stand te houden.
Laten we eens kijken in Daniël 10:12-19. Daniël voerde een strijd tegen de hemelse gewesten. Daniël hield vol in gebed. En God had de opdracht gegeven aan de engelen Gods om te strijden tegen de gevallen engelen. Maar zelfs na 21 dagen van strijd was er geen overwinning. Door het volhardende gebed van Daniël, komt de aartsengel Michaël ten hulp en wordt de strijd gewonnen door de engelen Gods. Na deze 24 dagen (van gebed, Daniël10:4) wordt Daniëls gebed verhoord. Let op hoe Daniël bad in Daniël 10:2, geheel gewijd en gericht op God met een heel serieus gebed. De gevolgen hiervan worden zichtbaar in Daniël 10:17 :" Ik heb immers geen kracht meer". Het is dus een zeer zware geestelijk (en lichamelijke) strijd.
Soms wordt de gelovige overvallen door slaap tijdens zijn/haar intense gebed. Dan mag de gelovige om kracht vragen aan God.
Ook Daniël ontvangt kracht en wordt gesterkt (Daniël 10:18-19), en is dan weer in staat om verder te gaan.
In de geestelijke strijd staat de gelovige NIET alleen, maar hij/zij dient het niet in eigen kracht te doen, maar in Gods kracht en sterkte. Daarom moet de gelovige de wapenrusting Gods aan doen.
De gelovige moet niet opgeven, als hij /zij overvallen wordt door moeheid op de boze dag. Wees alert voor de aanval van de boze. Sommigen van ons, zijn door God begenadigd om uren per dag te bidden. Echter zij hebben een achterban van gelovigen nodig, die voor hem /haar bidden om deze geestelijke strijd vol te houden. Anders vallen zij ten prooi aan slaap en moeheid.
Een voorganger en een zendeling kan zijn/haar arbeid niet verrichten zonder de dagelijkse steun van het gebed van zijn/haar achterban/thuisfront !!!
En die achterban MOET zelf ook bedacht zijn op de aanvallen van de machten der duisternis en satan op hem/haar persoonlijk en zijn/haar gezin. Dus wapen je er tegen en wees erop voorbereid !!!
Daniël gaf niet op, ondanks de moeheid en zwakte, hij ging door totdat hij antwoord kreeg, en zijn taak volbracht was. Ook de Here Jezus zweette bloed in van hof van Getsemane (Lucas 22:44) en Jezus ontving bijstand van een engel (Lucas 22:43). Jezus had om bijstand gevraagd van Zijn discipelen, Lucas 22:40 "Bidt, dat u niet in verzoeking komt", maar desondanks vond Hij Zijn discipelen slapende in vers 45 en spreekt hen vermaand toe in vers 46).
Wees je ervan bewust dat een voorganger, maar vooral de zendeling, de uitgezondene, niet zonder de dagelijkse gebedssteun kan van zijn/haar achterban (ook niet tijdens jouw vakantie).
Daniël en de Here Jezus hielden stand, zij gaven NIET op!!!
Zij gingen door totdat hun taak volbracht was. Ook de gelovige dient niet op te houden met bidden totdat het gebed verhoord is. Soms kan het antwoord een NEE zijn van God, en dan dient de gelovige op te houden met bidden. Maar in principe bidt de gelovige alleen naar God Wil. Of maakt God een andere weg aan je duidelijk.
In principe gaat de gelovige door met bidden totdat het doel bereikt is. Totdat de ongelovige tot geloof is gekomen. Totdat de evangelisatie campagne is afgelopen en daarna blijf je bidden voor de uitwerking van het evangelie.
Je blijft bidden voor de voorgangers, oudsten en diakenen, en zendeling(e) totdat zij gestopt (gepensioneerd) zijn. Elke dag weer opnieuw met volkomen toewijding en volharding.
Nehemia bad tenminste negen maanden in voorbereiding (Nehemia 1 en 2).
1 Sam. 25:13 Daarop zei David tot zijn manschappen: Ieder gordt zijn zwaard aan; ook David zelf gordde zijn zwaard aan. Daarna trokken ongeveer vierhonderd man op achter David, terwijl tweehonderd bij het pakgoed bleven.
1 Sam. 30:24 ... het deel van wie bij het pakgoed blijft, zal hetzelfde zijn als wie ten strijde trekt; gelijk op zullen zij delen.
Hier zijn we duidelijk het belang van de achterban. Degenen die achterblijven bij het pakgoed, krijgen een gelijk aandeel in de buit als de strijders aan het front. Bij pakgoed dienen we te denken aan voedsel, brandstof en wapens. Als de vijand deze belangrijke voorraad, het pakgoed, weet te veroveren, dat zijn de strijders aan het front snel machteloos. Zonder voedsel en wapens kunnen de strijders aan het front niets uitrichten tegen de vijand.
Ook de voorganger en zendeling is snel machteloos als de achterban niet dagelijks bidt voor hun voorganger en/of zendeling. De achterban is verantwoordelijk voor het salaris, de evangelische middelen (Bijbels, traktaten), de hulpmiddelen (computers, drukwerk) en communicatie (contact tussen voorganger/zendeling met de achterban en familie in het thuisland).
Deze taak van de achterban is zeer essentieel, en zoals de pakgoed soldaten, dienen de leden van de achterban alert te zijn op onverhoedse aanvallen van de vijand (satan). Deze soldaten dienden 24-uur per dag waakzaam te zijn voor een aanval. Ook Timoteüs zegt het duidelijk:
2 Tim. 2:3-4 Lijd met de anderen als een goed soldaat van Christus Jezus. Tijdens de veldtocht wordt geen soldaat gemoeid in de zorg voor zijn onderhoud; hij heeft slechts hem te voldoen, door wie hij aangeworven is.
De achterban is verantwoordelijk voor de zorg van het onderhoud (het pakgoed) van de strijder (de voorganger, de zendeling). De strijder heeft al zijn/haar aandacht nodig voor de strijd, als hij of zij moet terugkeren om de munitie op te halen of voedsel te kopen dan verslaat de vijand hem/haar (en valt aan in de rug). Daarom is die achterban zo essentieel!!!
Efeze 6:14-17 Hoe strijd je tegen satan?
![]() | Door je op te stellen met:
Ook in het geestelijke leven is deze volgorde van belang. |
Efeze 6:14
De waarheid
Met deze waarheid wordt bedoeld de oprecht van het hart en het verstand, zonder hypocrisie. Ben je echt bereid te strijden voor Gods Koninkrijk, echt bereid om God te dienen, echt bereid het evangelie te verkondigen, of is het voor je eigen eer en aanzien?
De waarheid is ook het spreken, geen half waarheden, geen leugentje om best wil, zoals de duivel dat doet. Neen, de volle (Bijbelse) waarheid.
Bekleed met het pantser der gerechtigheid
Het pantser van de soldaat beschermde zijn nek tot en met zijn dijen. Het bestond uit twee delen, een voorkant en een achterkant.
Rom. 6:13 stel u ten dienste van God, stel uw leden als wapenen der gerechtigheid ten dienste van God, dus een heilig en gewijd leven aan de Here Jezus Christus.
Rom. 14:17 in rechtvaardigheid, vrede en blijdschap door de Heilige Geest, dus een correcte levenswijze.
1 Thess. 5:8 met het harnas van geloof en liefde.
Met gerechtigheid gewapend (en laat het oordelen over een ongelovige of mede broeder of mede zuster in de Here over aan Christus) ben je in staat de machten van de wereld en in de hemelse gewesten te bestrijden.
Efeze 6:15
De voeten geschoeid met de bereidvaardigheid van het evangelie des vredes.
De sandaal van een Romeinse soldaat was voorzien van spijkers voor een beter houvast op de glibberige wegen. Hierdoor kon hij onverwachts de vijand aanvallen als de vijand hem niet verwachtte (vanwege de modderige of slibberige wegen).
Het is de taak van elke gelovige om op elk geschikt moment het evangelie te verkondigen, elke gelegenheid die zich voordoet om van de Here Jezus Christus te getuigen. Dan is de aanval op satan onverwachts. Het behoeft niet altijd gepland te zijn door middel van een kerkdienst of evangelisatie campagne. De beste kansen zijn als je met iemand staat te praten en je een aanleiding ziet om over Jezus te spreken.
Je mag bevreesd en verlegen zijn, maar belangrijk is dat je bereid bent je te laten gebruiken door de Heilige Geest om door jou heen te spreken en je de Heilige Geest toestaat om door jouw mond het evangelie te verkondigen. God vraagt slechts bereidwilligheid, niet slechts grote sprekers met enorme bekwaamheden en vrijmoedigheden. Wees bereid op het moment dat God het van jou vraagt. En vraag om vergeving als je struikelt, en bidt dat de Here je de volgende gelegenheid helpt.
Het evangelie brengt vrede in de harten van mensen. Jezus geeft vrede aan hen, die Hem aanvaarden als de Verlosser voor hun zonde.
Efeze 6:16
Het schild des geloofs in de hand.
Kun jij je verdedigen tegen de machten der duisternis en satan? Ja, want het schild van de soldaat beschermde tegen pijlen die brandende. Het schild was bekleed met leer, waardoor de brandende pijlen werden gedoofd.
De duivel valt ook aan met brandende pijlen: met rampspoed, tegenslag, beproevingen, angst, vervolging, honger en dorst, boosheid, toorn, etc. Maar ook met rijkdom, haat, nijd, lusten, ijdelheid, verlegenheid, onzekerheid, jaloersheid (die broeder heeft meer gaven dan ik), etc. Of zie je "Je faalt" of zie je "Je bent onbekwaam".
Al deze pijlen moet je afslaan door op God te vertrouwen en NIET naar de omstandigheden te kijken. Alles leek hopeloos voor Jaïrus toen hij de boodschap kreeg: Uw dochter is gestorven, val Jezus niet meer lastig.
Maar Jezus sprak: Wees NIET bevreesd, GELOOF ALLEEN!!!
Door het geloof van Jaïrus, kwam zijn dochter weer tot leven (Lucas 8:49-55). Door geloof, sla je de aanvallen van de machten der duisternis en van satan af. Twijfel niet aan Gods beloften in de Bijbel. God is immers Almachtig. De Here God heeft immers de aarde en de hemel geschapen met alle dieren, vogels en mensen. Zo groot is Hij. En hoe groot is niet het heelal, onmetelijke lichtjaren. We hebben geen idee van de omvang van de Hemel, waar God woont. De mens is niet in staat de engelen te zien, en deze zijn legio (In Openb. 5:11 worden reeds 101 miljoen engelen genoemd), waarschijnlijk zijn het miljarden, die ter bescherming staan van gelovigen. Daarom verdient de Here God ons geloof en vertrouwen.
Efeze 6:17
De helm des heils
De helm beschermde de soldaat tegen de brandende pijlen die van boven (vanuit de strijdwagens) op hem kwamen.
In 1 Thess. 5:8 identificeert Paulus het met de hoop van zaligheid (redding). Sta vast in het geloof dat je gered bent door het bloed van de Here Jezus Christus. Wat er ook gebeurd in jouw leven (hoe groot je zonde ook moge zijn), door de vrije gift van Gods genade, ben je door het geloof in Jezus Christus een kind van God geworden. Dat is iets wat geen mens, ook de machten der duisternis en ook satan niet van jou kan afnemen. Door je wedergeboorte ben je Gods kind geworden en heb je je als onderpand en verzegeling de inwoning van de Heilige Geest ontvangen. Daardoor kom je in de Hemel en ontvang je het eeuwige leven.
Hoe de duivel je ook mag aanvallen op je zonden, het keer op keer struikelen en opnieuw zondigen, wat voor erge zonde je ook in het verleden heb begaan, er is ALTIJD vergeving van zonde mogelijk bij de Here Jezus Christus.
1 Joh. 1:9 Indien wij onze zonden belijden, Hij is getrouwen rechtvaardig, om ons de zonden te vergeven en ons te reinigen van alle ongerechtigheid.
Daarom kun je de aanval van de satan afslaan door naar bovenstaand Bijbelgedeelte te verwijzen. Niets kan je het eeuwige leven in de Hemel ontnemen.
Het zwaard des Geestes, dat is het Woord van God
Je verslaat de machten der duisternis en satan, door vast te gaan staan in Gods Woord, de Bijbel (Daniël vertrouwde op God in de leeuwenkuil, Daniëls vrienden vertrouwde op God in de brandende oven). Door niet te twijfelen dat de Here God jouw gebed zal verhoren (mits je bidt naar Zijn Wil. En Zijn Wil ken je vanuit de Bijbel). Door je gebed te ondersteunen met Bijbelteksten (Nehemia 1:4-11).
Daarom is Bijbel kennis en Bijbelstudie van zo enorm belang. Als je een goede kennis hebt van de Bijbel en Bijbelgedeelten uit je hoofd kent, kun je veel gemakkelijker de aanvallen van de duivel afslaan.
Efeze 6:18
Dit is een zeer belangrijke opdracht aan alle gelovigen: bidt met aanhouding. Dus niet één keer voor iets bidden, of een persoon, voor een onderwerp, voor een zieke. NEEN, aanhoudend bidden totdat het gebed is verhoord!!!
En hoe bid je? Smekend bij elke gelegenheid in de Geest.
Normaal bid je op je knieën hardop. Maar bij dingen die op je hart leggen, smeek je de Here God bij elke gelegenheid. Dus mag je op elk geschikt moment, elk ogenblik als het in je gedachte komt, vanuit die houding waarin je op dat moment zit of staat of rijdt, je gebed bij de Here Jezus Christus brengen. Laat je leiden door de Heilige Geest.
Rom. 8:26 En evenzo komt de Geest onze zwakheid te hulp; want wij weten niet wat wij bidden zullen naar behoren, maar de Geest zelf pleit voor ons met onuitsprekelijke verzuchtingen.
De gelovige dient er voor te waken dat hij/zij niet verslapt in het gebedsleven. Hij/zij dient met volharding dagelijks te bidden, wakende met ALLE volharding, dat hij/zij niet ten prooi valt aan de duivel, die probeert wijs te maken dat bidden geen zin heeft, dat God je gebed niet verhoort, en het allemaal teveel inspanning is
Want de duivel gaat rond als rond als een brullende leeuw, zoekende wie hij verslinden kan (1 Petrus 5:8).
Daarom bidt bij elke gelegenheid en met volharding.
Samuël Chadwick zei: "De enige zorg van de duivel is christenen ervan te weerhouden te bidden. Hij heeft niets te duchten van studies, werk en godsdienst ZONDER GEBED. Hij lacht om onze inspanningen, spot met onze wijsheid, maar HUIVERT wanneer wij BIDDEN !"
Bestudeer ook Exodus 17:16: Als Mozes verzaakt, dan verliezen de Israëlieten, als Mozes zijn armen omhoog heeft, winnen de Israëlieten. Bidt de achterban, dan wint de evangelist of zendeling(e), dan is hij of zij geestelijk sterk. Maar ook Mozes redde het niet alleen, hij werd ondersteund door Aãron en Hur.
Verslapt de achterban in gebed, dan verliest de evangelist of zendeling(e), en wordt hij/zij slap.
Een aantekening omtrent harop bidden. Wanneer wij een teken vragen (wat slechts bij hoge uitzondering mag) of iets specifieks wat wij wensen in Gods dienst of een bevestiging, dan bidden wij NIET hardop. Satan luistert niet onze gebeden en kan MISLEIDEN door een VALSE gebedsverhoring. In deze gevallen, bidt in gedachten, want de Heilige Geest hoort en verstaat!
En voor wie bidden wij?
Voor alle heiligen, dus voor alle gelovigen, voor onze voorgangers, oudsten, diakenen, zendelingen, zieke gemeenteleden, gemeenteleden die het moeilijk hebben, huwelijken waar spanningen zijn, evangelisten, herders en (zondagsschool) leraren, jeugdwerkers enzovoort.
Efeze 6:19
Ja, Paulus een man van God, vraagt ook gebed voor zichzelf. Hij had gebed nodig om met vrijmoedig te kunnen spreken in de gevangenis waarin hij gevangen zat.
Elke gelovige dient voor zichzelf te bidden en special voor degenen die in de dienst van de Here Jezus Christus staan dat de Here God hen vrijmoedigheid geeft om het evangelie van Jezus Christus te verkondigen. Zoals Paulus het hier aangeeft, is dat niet iets vanzelfsprekend.
Het is een strijd tegen de machten der duisternis en satan, en het zijn de engelen Gods die de strijd voeren in de hemelse gewesten. En de Heilige Geest die vrijmoedigheid schenkt, en de juiste woorden om het evangelie te verkondigen.
Efeze 6:20
Paulus schreef zijn brief vanuit de gevangenis in Rome, waar hij 24 uur per dag vastgeketend zat aan een Romeinse soldaat. Paulus wilde graag aan al die soldaten het evangelie brengen (Deze gevangenschap duurde 2 jaar, dus hij heeft er zeer vele bewakers gehad).
Paulus vraag gebed om vrijmoedig te kunnen optreden, zodat hij zal spreken zoals hij behoort te spreken. Het evangelie dient dusdanig gebracht te worden dat het aansluit bij de belevingswereld van die persoon, bij zijn of haar cultuur, op het juiste ogenblik als die persoon er voor openstaat. Zodanig dat een vervolg gesprek mogelijk is, zonder die persoon tegen je in het harnas te jagen. Daarom is gebed nodig dat de prediker op de juiste wijze het evangelie zal brengen.
Efeze 6:21-24
Paulus eindigt de brief aan de Efeziërs met een slot woord. En vrede en genade in de Here Jezus Christus aan allen toe te wensen, die de Here Jezus Christus liefhebben.
En hij zei tot mij: Vrees niet, Daniël, want van de eerste dag af, dat gij uw hart erop gezet had om inzicht te verkrijgen en om u voor uw God te verootmoedigen, zijn uw woorden gehoord, en ik ben gekomen op uw woorden. Maar de vorst van het koninkrijk der Perzen stond eenentwintig dagen tegenover mij; doch zie, Michaël, een der voornaamste vorsten, kwam mij te hulp, zodat ik daar, bij de koningen der Perzen, de overhand behield; en ik ben gekomen om u te verstaan te geven wat uw volk in het laatst der dagen overkomen zal; want wederom is het een gezicht aangaande de toekomst. Toen hij op deze wijze met mij sprak, boog ik mijn gelaat ter aarde en was verstomd. | Maar zie, iets als een menselijke gedaante raakte mijn lippen aan; toen opende ik mijn mond en begon te spreken, en ik zei tot hem die voor mij stond: Mijn heer, vanwege het gezicht hebben mij weeën overvallen, en ik heb geen kracht meer over. Hoe kan ik, de knecht mijns heren, spreken met u, mijnheer? Ik heb immers geen kracht meer en alle adem is mij benomen. Toen raakte hij, die er uitzag als een mens, mij wederom aan en gaf mij kracht en hij zei: Vrees niet, gij zeer beminde man, vrede zij u, wees sterk, ja, wees sterk! En terwijl hij met mij sprak, werd ik gesterkt en ik zei: Mijn heer spreke, want gij hebt mij kracht gegeven. |
In die dagen bracht ik, Daniël, drie volle weken door met rouw bedrijven; smakelijke spijze at ik niet, vlees noch wijn kwamen in mijn mond en ik zalfde mij in het geheel | niet, tot er drie volle weken verlopen waren. Op de vierentwintigste dag nu van de eerste maand |
39 En Hij verliet de stad en ging, zoals Hij gewoon was, naar de Olijfberg. En ook zijn discipelen volgden Hem. 40 En toen Hij aan die plaats gekomen was, zeide Hij tot hen: Bidt, dat gij niet in verzoeking komt. 41 En Hij zonderde Zich van hen af, ongeveer een steenworp ver, knielde neder en bad 42 deze woorden: Vader, indien Gij wilt, neem deze beker van Mij weg; doch niet mijn wil, maar de uwe geschiede! 43 En Hem verscheen een engel uit de hemel om Hem | kracht te geven. 44 En Hij werd dodelijk beangst en bad des te vuriger. En zijn zweet werd als bloeddruppels, die op de aarde vielen. 45 En Hij stond op van het gebed en ging tot zijn discipelen en Hij vond hen slapende van droefheid. 46 En Hij zei tot hen: Waarom slaapt gij? Staat op, bidt, dat u niet in verzoeking komt. |
|