God is kennis  

HET GOEDE NIEUWS ZENDING

6 puntster symbool van Israël  Israël

Bidden voor Israël, het joodse volk

In huislijke kring wordt in Almere eens per maand een bidstond Israël gehouden voor de Joden en de staat Israël. Wij bidden voor het joodse volk. Verder ontdekken we op deze kring wat is Gods wil voor Israël. Dit is een interkerkelijk gebeuren, waarbij elke gelovige christen van harte welkom is. Voor meer informatie kun je contact opnemen met Jannie Hietland, telefoon (036) 5375915.

De avond wordt begonnen met een uur van Bijbelstudie, gericht op Israël en gebedspunten, waarna we een uur van bidstond hebben voor de Joden in het algemeen en de staat Israël.

Bidstond voor Israël

Als u bovenstaande regel leest, vraagt u zich misschien wel eens af, waarom moet je nu speciaal voor Israël bidden? Zijn dat soms een stel 'Israël-fanaten' en wat voor nut heeft dat? Wij geloven echter, dat op de bres staan voor Israël geen individuele zaak, maar een opdracht voor de gemeente is. God heeft met dit volk (Genenis 17:7-8) een eeuwig Verbond opgericht om hen tot een God te zijn en het ganse land Kanaän tot een altoosdurende bezitting te geven en de vele beloften, die in de Tenach (het O.T.) zijn beschreven, zijn in de eerste plaats voor Israël bestemd. In Romeinen 11 beschrijft Paulus, dat door hun val, het heil tot ons heidenen is gekomen, om hen tot na-ijver op te wekken! Verder, omdat wij als gemeente geënt zijn op de edele olijf en aan de saprijke wortels deel hebben gekregen, staan wij dus niet los van Gods oogappel. Al zijn ook heden nog vele takken wegens ongeloof weggebroken, wij ons niet moeten beroemen tegen deze takken, immers niet wij dragen de wortel, maar de wortel (Israël) draagt ons. De schrijver hiervan, Paulus, verklaart in Romeinen 9:1-3 zijn grote liefde voor zijn volk, hij had -een grote smart en voortdurend hartzeer-, omdat zijn broeders naar het vlees, ondanks hun vele voorrechten de boodschap van verlossing door de Messias Jezus niet konden of wilden verstaan. Ondanks de lastering en vervolging, die hij van zijn eigen volksgenoten ondervond, wilde hij hun met het evangelie bekend maken. Hij wijdde zich aan de prediking (Handelingen18:5,6), waarin hij de Joden betuigde, dat Jezus de Messias is. Maar toen deze zich verzetten en lasterden, schudde hij zijn klederen af en zeide tot hen: ...voortaan zal ik mij tot de heidenen wenden.
Maar heeft hij dit vervolgens ook werkelijk gedaan? Drie dagen na zijn aankomst in Rome (Handelingen 28:17-24) riep hij de voormannen van de Joden samen, -wie hij met nadruk het koninkrijk Gods voorstelde, pogende hen te overtuigen ten opzichte van Jezus uit de Thora van Mozes en de profeten, van de vroege morgen tot de avond toe-. Dat hij zich voortaan tot de heidenen zou wenden, betekende dus niet, dat hij zijn eigen volk was vergeten. Daarvoor was zijn liefde voor zijn broeders naar het vlees te groot en is hierin ons ten voorbeeld! Wij, gelovigen uit de heidenen, hebben de plicht om de Joden tot jaloersheid te verwekken, opdat ook zij de Messias als hun verlosser zullen aannemen. Wat hebben wij met deze opdracht gedaan? Helaas moeten wij in ootmoed erkennen, dat de geschiedenis, vooral de kerkgeschiedenis ons leert, dat wij vaak het tegenovergestelde hebben gedaan en door ons optreden de heerlijkheid van de Messias Jezus voor hen hebben verduisterd.
Laten we niet vergeten dat Israël Gods oogappel blijft en dat God nog een plan heeft met het Joodse volk en dat het Joodse volk uiteindelijk het Koninkrijk Gods over de ganse aarde zal gaan verkondigen.

Voor meer achtergronden, zie Waarom bidden voor Israël?