God is kennis  

HET GOEDE NIEUWS ZENDING
Bron: Zechariah from The Banner of Truth ISBN 0 85151 078 7.Zechariah

Bijbelstudie van Zacharia

Zacharia 11  Zacharia 22  Zacharia 33  Zacharia 44  Zacharias 55  Zacharia 66  Zacharia 77  Zacharia 88  Zacharia 99  Zacharia 1010  Zacharias 1111  Zacharia 1212  Zacharias 1313  Zacharia 1414

ZechariahVoskleurige Paarden
ZechariahVoskleurige Paarden

Inleiding

De naam Zacharia (Jehova gedenkt, of één die Jevova herrinnert), het was een algemene naam onder de Joden. Dezelfde naam komt verschillende keren voor in het Oude Testament. De naamgenoten zijn: Zoon en opvolger van koning Jerobeam II; De grootvader van koning Hizkia; ook Zecharia geheten, een hoofd van de portiers of deurwachters van de tempel; Een Benjaminiet, ook Zecher genoemd; De zoon van de hogepriester Jojada, door de geest van God bezield, wegens zijn vrijmoedige taal door koning Joas gedood; Een profeet, een tijdgenoot van koning Uzzia. En de echtgenoot van de onvruchtbare Elisabet in het Nieuwe Testament (Lucas 1:5-25), die zwanger wordt van Johannes de Doper.
Zacharia, de zoon Van Berekja, de zoon van Iddo. Terwijl in Ezra 5:1 simpel genoemd wordt de zoon van Iddo. Deze referentie kan duiden op dat hij niet het kleinkind was van Iddo, maar zijn zoon. Anderzijds waarschijnlijk dat zijn vader Berekja was gestorven toen hij nog jong was, en hij grootgebracht is door zijn opa Iddo, welke in de priester genealogie erkend werd als de zoon van zijn grootvader. Zacharia was een profeet en priester die in de 6e eeuw voor Christus leefde, verder is weinig bekend over hem. Hij leefde tijdens het vriendelijke bewind van de Perzische koning Darius (die de Joden toestond terug te keren uit Babylonische ballingschap en hun tempel te herbouwen, die Darius financierde).
Uit Mattheüs 23:35 kennen we een Zacharia, zoon van Berekja, die vermoord is tussen het tempelhuis en het altaar, genoemd door Jezus, maar was waarschijnlijk niet deze profeet, maar in 2 Kronieken 24:21 (Zekarja, de zoon van de priester Jojada). In Het Hebreeuwse Oude Testament is namelijk 2 Kronieken het laatste Bijbelboek, zodat Zacharia daar de laatste martelaar was.
De familie van Zacharia schijnt tijdens de eerste terugkeer vanuit Babylonië tijdens het bewind van koning Cyrus te zijn teruggekomen, 18 jaar voor deze profetie. Mogelijk was hij zeer jong. En gezien de aanvang van de tempelbouw. Maar het volk had meer zelf interesse en verwaarlozing van religie en God. Hij had gezien de zwakheid voor de herbouw van de tempel onder het nieuwe initiatief onder koning Darius. Haggai was de eerste profeet tot aanzetting van herbouw, met twee maanden later gevolgd door Zacharia, die herinnerde aan de gevolgen van het zich afkeren van hun vaderen in het verleden. Daarbij het heden met het verleden met elkaar te verbinden. Dit vormde de aanzet tot de juiste weg tot God en herbouw van Zijn tempel.

Terug naar topTerug naar boven

Zacharia 1 Oproep tot bekering

Vers 1 Dit Bijbel boek is nauwkeurig gedateerd door Zacharia zelf, namelijk in de achtste maand, in het tweede jaar van koning Darius, 520 voor Christus. En Haggai 1:1 "In het tweede jaar van koning Darius, in de zesde maand, op de eerste dag dezer maand, kwam het woord des Heren door de dienst van de profeet Haggai tot Zerubbabel, de zoon van Sealtiël, de landvoogd van Juda, en tot Jozua, de zoon van Josadak, de hogepriester". Hij maakt zichzelf bekend als de zoon van Berekja en de zoon van Iddo tot wie het Woord van God kwam. Niets geen eigen profetie, maar duidelijk de Woorden die God (des Heren, Engel des Heren, Tweede persoon van de Drie-eenheid: Jezus) tot hem had gesproken.

Vers 2 Hij begint duidelijk met zijn taak als de profeet Zacharia: Kijk naar het verleden, in Deuteronomium 28 heeft God duidelijk gesproken over de zegen en de vloek. De vloek als jullie, zijn volk, niet naar Hem wenst te luisteren. Heden kennen jullie de vloek, jullie zijn door een vreemd volk weggevoerd in ballingschap naar Babylonië, vanwege dat God zeer toornig is geweest.

Vers 3 Maar er is een zegen mogelijk: "Zo zegt de Here der heerscharen: bekeert u tot Mij, luidt het woord van de Here der heerscharen, dan zal Ik tot u wederkeren". God weest te zegenen en niet toornig te zijn. Dat geldt ook vandaag. God wil niet dat er sommigen verloren gaan, doch dat allen tot bekering komen (2 Petrus 3:9). Helaas zien wij vandaag dat velen niet wensen te luisteren, maar als gevolg dat men door de Grote Verdrukking gaat. Nu is nog de tijd van genade en is bekering mogelijk en aanname van Jezus Christus als Verlosser en Heer.

Vers 4 Wees niet hardnekkig en gelijk aan jullie ouders en voorvaders tot wie de eerdere profeten hebben gesproken, luidt het Woord des Here der Heerscharen. Ja, door wie deze profeten zijn vermoord en gestenigd (uitspraak van Jezus). De Here roept op tot bekering van boze handel (oneerlijk zaken doen) en wandel van immoraliteit, goddeloosheid en aanbidden van afgoden. Heden roept de Here op middels Internet, televisie, radio, sociaal media, etc. op tot berouw te komen en zich af te keren van boze wandel en wandel. Afkeer van in de wereld te leven en te leven onder de controle van de Heilige Geest, naar Gods Wil. Een heilige levenswandel.
Voorbeeld van boze wandel. Wetenschappers hebben middels video's laten zien dat een baby (in de zwangere moederbuik) van 6 maanden al vieze gezichten trekt als het eten van de moeder niet bevalt, proeft dus al het gegeten eten van de moeder. Abortus in dit stadium is dus moord.
Wat zegt de Here? Zij luisteren niet en slaan geen acht op Mijn Woord. Dat gold toen en geldt nu zeker!

Vers 5 Hoe toepasselijk was het: waar zijn de vaders en de profeten leven zij eeuwig? Het land Israël vloeide van honing en melk bij de uittocht uit de woestijn (Egypte). Nu in de tijd van Zacharia was het land een verlatenheid en onvruchtbaarheid. Het volk was afgevoerd in ballingschap, er waren weinig bewoners achtergebleven, en het land was woest en onvruchtbaar omdat het niet bewerkt werd. Waar de heuvels volstonden met de wijngaarden vloeiden van druivensap en wijn, de olijfbomen bloeiden met olijven, was dorheid. De steden lagen in puin en verwoest. De tempel was verwoest en moest herbouwd worden. Gods toorn over de ontrouw van Zijn volk en vloek had zich waar gemaakt.
Gods Woord is eeuwig, bevat de Waarheid en is vol van Gods waarschuwingen. Kijk en lees het boek Openbaring. De mens is gewaarschuwd. Zij kunnen weten wat er staat te gebeuren. De ballingschap van de Israëlieten en Joden is het bewijs. God laat niet met Zich spotten. Alle plagen en verschrikkingen vermeld in het boek Openbaring GAAN GEBEUREN. Met de huidige kennis van de mens en wetenschap kunnen vele verschrikkingen reeds verklaard worden. Denk aan de tsunami's, aardkorst breuklijnen, vulkaan in Californië, meteorieten, etc. Maar de mens blijft er op los leven, slaan geen acht op waarschuwingen, alsof er niets aan de hand is. Dan zal hen ineens de Grote Verdrukking overvallen en de toorn van God over de zondige mens, die God verwerpt.

Vers 6 God heeft aan de mens Zijn geboden en inzettingen gegeven, reeds met de Tora en de 10 geboden aan Mozes. Vervolgens aan de profeten. Voorbeelden van ontrouw te over in het Oude Testament. Jezus heeft vele parabolen en voorbeelden gegeven. Het Nieuwe Testament is vol van hoe de mens zijn of haar heilige levenswandel moet uitoefenen. De profeten en de knechten van God (evangelisten, zendelingen, de Bijbel (gratis) via Internet, via televisie en radio, zij zijn niet achterhaald door de vaderen. Maar de mens kwam en komt nauwelijks tot inkeer en berouw. Alles is door God gegeven aan de mens naar het voornemen van God om de mens tot inkeer te brengen. Om zich te laten bekeren van de boze handel en wandel. Gods Woord is eeuwig, de profeten en knechten van God mogen sterven, maar het Woord van God blijft recht overeind staan en duurt voort. De ongehoorzaamheid van de vaders hebben geleid tot ballingschap en straf. Dat is ons ten VOORBEELD. We kunnen niet zeggen: "God is Liefde, Hij tolereert en vergeeft zonde, er is geen straf, er is geen hel, poel des vuurs". Het volk van God is verbannen geweest naar Babylonië en een 1900 jaar uit het beloofde land Israël. Na 1900 jaar is God Zijn volk weer terug aan het brengen naar het beloofde land Israël, het land bloeit weer. Het bewijs van Gods trouw en het houden van de mens en doen wat Hij zegt.
Menig Israëliet en Jood was begraven in Babylonië, aan de wateren van de Eufraat, ver vandaan en in in het beloofde land. Wat een straf, omdat zij geweigerd hadden naar de boodschap van de profeten te luisteren. Zelfs waren er geen profeten onder hen in het land van ballingschap.
Lessen:

  1. Ondanks dat God genadig is en Liefde, kunnen we niet vergeten dat God een verterend vuur is en de zonde niet onbestraft laat.
  2. Als men genade verwacht, zal men gehoorzaam dienen te zijn aan God. Erkennen van Jezus Christus als Verlosser en Heer.
  3. Men kan niet uitstellen. Het leven kan over een seconde beëindigd zijn. Het leven op aarde is kort vergeleken bij het eeuwige leven. Uitstel kan te laat bleken te zijn. Na de dood op aarde is geen terugkeer mogelijk en is berouw te laat. Je moet nu kiezen voor of tegen God, voor Jezus, of Hem verwerpen. De consequenties zijn jouw persoonlijke beslissing.
  4. Wat men zaait, zal men ook oogsten. Over al wat je doet hier op aarde, zul je verantwoording moeten afleggen na je dood aan God. Je oogst de poel des vuurs of het eeuwige leven bij God. Niemand ontkomt, geen arme, geen rijke, machthebber, regeerder, rechter, voorganger, gelovige!

Vers 7 Een nieuwe profetie van God kwam opnieuw tot Zacharia op de 24e dag van de elfde maand Sebat, overeenkomend met januari/februari volgens ons kalendersysteem.

Man op rood paardVers 8 Dit keer middels een gezicht (droom?). Hij zag een man gezeten op een rood paard, staande tussen de mirten in de diepte.
De man is een engel van God, die verschijnt in de vorm van een mens. Hij rijdt hier, als leider van de menigte die Hem volgt; aan Hem rapporteren de anderen, en Hij instrueert de engel die de profeet instrueert.
Rood, de kleur van bloed, symboliseert de wraak van God die moet worden toegebracht aan de vijanden van de Joden voor hun zonden die tegen de Joden zijn begaan, wat de mate van tuchtiging overtreft die door God is toegestaan.
Wit, de kleur van reinheid, kracht en overwinning.
De mirte symbool van de status van het Joodse volk: Een depressieve toestand die de Joden deed wanhopen; dit gezicht is om hen op te vrolijken met betere hoop. De engel van Jehova's tegenwoordigheid die onder hen staat, als een garantie voor haar veiligheid.
In de diepte vertegenwoordigt de lage, melancholische toestand van het Joodse volk.
De rode en witte paarden zijn bekende symbolen van oorlog en glorie, vanwaar Hij die op "het witte paard" zit (Openbaring 6:2).

Vers 9 Zacharia vraagt zich af wat de betekenis van dit gezicht is. De engel die met hem sprak, geeft het antwoord. De betekenis wordt niet in het duister gelaten. Zo is het met het christelijke leven. Wanneer de christen iets niet begrijpt wat in de Bijbel staat, die hij of zij te bidden voor uitleg. De Heilige Geest is immers gegeven om ons de Bijbel uit te leggen. Soms komt de uitleg snel doordat de Heilige Geest ons verstand opent. Soms door een prediking of Bijbelstudie. Zelf kunnen we actief zijn door Bijbel commentaren te lezen of onderzoek op Internet. En soms blijft het nog een tijdje duister omdat wij er geestelijk nog niet rijp voor zijn (en komt de uitleg na jaren (van gebed)).

Verzen 10-11 De man op het paard heeft de engelen van God gezonden naar de aarde om deze te onderzoeken. Deze engelen hebben de bevolking in volkomen rust gevonden en zij rapporteren dit aan de Engel des Heren.
Hoe toepasselijk voor onze tijd, de vijanden van God, die God verwerpen, Zijn bestaan en zijn inzettingen, achten alles rust en vrede. Zij ontkennen Gods bestaan, een straf van God over hun zonden, hun misdaden tegen hun medemensen. Denken dat hun wetten rechtsgeldigheid hebben en zetten opzij en verachten de wetten van God.

Vers 12 De Engel des Heren wordt in het Oude Testament vaak gezien als de persoon Jezus. De personage van God.
Gods toorn is over het Israëlitisch en Joodse volk gekomen omdat zij de sabbatsjaren niet respecteerde en zij de afgoden aanbaden, vandaar de 70 jaar van ballingschap in Babylon, de verwijdering uit het beloofde land Israël. De Here der heerscharen is God de Vader.
Er zijn drie manieren om de zeventig jaar van de ballingschap te berekenen. De eerste is, beginnend vanaf het vierde jaar van Jojakim tot het eerste van Cyrus: dit is Jeremia's verslag, Jeremia 25:1; Jeremia 25:11; die Daniël volgt, Daniël 9:2. Een andere kan worden berekend uit de belegering van Jeruzalem in het negende jaar van Zedekia, in de tiende maand, waarvoor de Joden plechtig vastten: vergelijk 2 Koningen 25:1 met Zacharia 8:19. Deze berekening eindigt met het tweede jaar van Darius, dat is de berekening die Zacharia hier volgt. Of ten slotte, als we het begin van de zeventig jaar berekenen vanaf de verwoesting van Jeruzalem en de eerste tempel, die plaatsvonden in het elfde jaar van dezelfde regering, dan zullen ze worden bereikt in het vierde jaar van Darius, en deze berekening stemt overeen met wat wordt gezegd Zacharia 7:1; Zacharia 7:5.
De zeventig jaar van de ballingschap, geprofeteerd door Jeremia 25:10-12; waren aan de vooravond van hun conclusie ten tijde van Daniëls grote voorbede Daniël 9:2; ze eindigden met de inname van Babylon en het edict van Cyrus, waardoor de Joden konden terugkeren 2 Kronieken 36:22-23; Ezra 1:1.

Vers 13 De Here Jezus heeft het welzijn van Zijn volk (toen Joden en Israëlieten, nu de christenen) voor ogen en pleit voortdurend bij God de Vader voor hen. Hier spreekt Hij met goede en troostrijke woorden. Door de gehele Bijbel vinden wij woorden van troost en bemoediging om ons bij te staan in ziekten, pijnen, vervolgingen en dood.

Verzen 14-15 Degene die denken dat alles in rust en vrede is, de vijanden van Gods volk, vergissen zich zwaar. Zij denken dat zij vrijelijk hun gang kunnen gaan met het martelen, pijnigen en doden van Gods volk. God, gebruikt de heiden (ongelovige) tot tuchtiging en opbouw van Zijn volk. Gods ijver ontbrandt wanneer de heiden zijn bevoegdheden door God gegeven te buiten gaat, dan zal God Zelf ingrijpen en de heiden straffen. Hitler dacht machtig te zijn en 6 miljoen Joden te kunnen vermoorden. Zijn bewind is beëindigd en zijn lot is de poel des vuurs. Vele landen denken ongestraft Gods volk het zwijgen te kunnen opleggen, christen in de gevangenis te kunnen werpen, te martelen en te doden, de verkondiging van het evangelie te kunnen verbieden, kerken te sluiten. Maar de verantwoordelijken zullen na hun dood voor God komen te staan, verantwoording moeten afleggen en Gods straf ontvangen. Dan zullen zij voor EEUWIG Gods toorn over hun daden ervaren.
De vijanden van Israël waren hun boek te buiten gegaan. Zij hadden gehandeld buiten Gods tuchtiging. Terwijl God een weinig vertoornd was, hielpen zij mee ten kwade en vernietiging. Zij hadden de steden in Israël verwoest, het land tot woestenij gemaakt, ja zelfs de tempel van God in Jeruzalem verwoest. Gods straf bleef niet uit, Babylon werd volkomen vernietigd.
Satan en zijn volgelingen denken in de Grote Verdrukking tot macht te komen. Satan treedt halverwege zelfs de tempel te Jeruzalem binnen en roept zich uit tot God. Wat een hoogmoed. Echter hun macht is beperkt tot zeven jaar. Na zeven jaren van verdrukking door Satan, het Beest en hun aanbidders, volgt de Komst van Jezus Christus. Dan komen deze aanbidders eeuwig in de poel des vuurs. En wordt Satan voor 1000 jaar gebonden, kan niets meer, om voor korte tijd losgelaten te worden, opnieuw verslagen te worden en ook voor eeuwig in de poel des vuurs te komen.

Vers 16 God is in barmhartigheid teruggekeerd na 70 jaar van toorn: het volk is aan het terugkeren uit Babylonië en Babylon. De tempel wordt herbouwd, gefinancierd door koning Darius. Het is aan het Joodse volk om God opnieuw te eren en te aanbidden. Zijn wetten en inzettingen te onderhouden en in ijver te ontbranden voor de bouw van Gods huis, de tempel in Jeruzalem.
Sinds 1948, een 1900 jaar na de vernietiging in 70 na Christus door de Romeinen (heidenen) van Gods tempel in Jeruzalem, keren de Joden door Gods genade en profetie (Ezechiël 37) terug naar het beloofde land Israël. Ook nu geldt Gods erbarming. Ook nu is alles gereed voor de herbouw van de tempel (met drie maanden) in Jeruzalem (mijn huis zal daarin gebouwd worden). Volgens profetie zal deze tempel herbouwd worden en gaat Gods Woord in vervulling. Niets dat kan stoppen dat de Israëlieten en Joden in het beloofde land Genesis 15:18-21) zullen wonen.

Vers 17 Het is God die de steden toen en NU herbouwd, zij zullen overvloeien van het goede. Heden zien wij de herbouwd steden in Israël, de woestijn die bloeit, het zoet water wat ondergronds naar de Dode Zee stroomt en de eerste vissen zwemmen. De wijngaarden en olijfbomen bloeien weer. Jeruzalem is de hoofdstad van Israël. Arabische volkeren sluiten vrede met Israël. Ja, God heeft Jeruzalem verkozen tot hoofdstad van de aarde. Het is God die Sion (het Israëlitisch en Joods volk) troost.
Satan zal nog een poging doen dit te verhinderen in de Grote Verdrukking. Maar het zal zijn laatste poging zijn, ook om het volk van God te vermoorden. God de Vader en de Here Jezus Christus zijn machtiger. Het lot van Satan en zijn aanbidders zijn reeds beslist. Jezus heeft de overwinning behaald aan het Kruis van Golgotha, daar is de kop van Satan reeds vermorzeld (Genesis 3:15 in vervulling). Heden heeft de mensheid nog de kans deze overwinning te erkennen en Jezus Christus als Verlosser en Heer aan te nemen.
Na de Grote Verdrukking, na het verslaan van Satan (Openbaring 19 en 20:7-10), volgt de Nieuwe Aarde met het Nieuwe Jeruzalem (Openbaring 21). Dan is het Nieuwe Jeruzalem is de hoofdstad van de aarde, waaruit God de Vader zal regeren voor eeuwig (Jeruzalem is verkozen)!

Verzen 18-19 De vier horens (de vier windhoeken, Noord, Oost, Zuid, West) die Juda, Israël en Jeruzalem verstrooid hebben, zijn uit het Noorden Assyrië, Chaldeeën en Samaria, Ammonieten en Moabieten in het Oosten, Egypte in het Zuiden, De Filistijnen in het Westen. Deze vier horens, die macht en trots symboliseren, omringde Israël.

Verzen 20-21 De smid die met zijn hamer het ijzer smeedt in het vuur. De vier horens hadden Israël hadden geteisterd en verstrooid. Nu komen de smeden die deze vier horens smeden, dat is verbrijzelen.
De vier windstreken vinden we terug in Openbaring 7:1 waar de vier engelen de vier hoeken der aarde vasthouden.
De Israëlieten komen vanuit de vier windstreken (Ezechiël 37:9-12), de gehele aarde terug naar Israël: blaas in deze gedoden zodat zij herleven, o mijn volk en u brengen naar het lands Israëls.
Jezus spreekt in Mattheüs 24:31 dat Hij zal zijn engelen uitzenden met luid bazuingeschal en zij zullen zijn uitverkorenen verzamelen uit de vier windstreken, van het ene uiterste der hemelen tot het andere. De uitverkorenen zijn de gelovigen die het merkteken van het Beest hebben geweigerd tijdens de Grote Verdrukking.
Openbaring 19:19 -21 En ik zag het beest en de koningen der aarde (dus vanuit de vier windstreken) en hun legerscharen verzameld om de oorlog te voeren tegen Hem, die op het paard zat, en tegen zijn leger. En het beest werd gegrepen en met hem de valse profeet, die de tekenen voor zijn ogen gedaan had, waardoor hij hen verleidde, die het merkteken van het beest ontvangen hadden en die zijn beeld aanbaden; levend werden zij beiden geworpen in de poel des vuurs, die van zwavel brandt. En de overigen werden gedood met het zwaard, dat kwam uit de mond van Hem, die op het paard zat; en al de vogels werden verzadigd van hun vlees. Hier is Hij (Jezus) die op het paard zat (denk aan vers 8) die het Beest en allen die het merkteken van het Beest hadden aangenomen, vernietigd en in de poel des vuurs werpt.
Profetieën gegeven aan Zacharia voor zijn tijd voor het volk Israël, maar tegelijk een grote overeenkomst met Openbaring, wat er in de toekomst met de GEHELE mensheid staat en gaat gebeuren.

Terug naar topTerug naar boven

Zacharia 2 De man met het meetsnoer

Verzen 1 en 2 Waarschijnlijk een nieuw visioen. Zacharia ziet een man met een meetsnoer in de hand. En hij vraagt: wat is het doel? De engel antwoordt: Deze persoon gaat Jeruzalem opmeten. De meting wordt verder niet vermeld: geen breedte en lengte worden gegeven.

Verzen 3 en 4 Een andere engel treedt de engel tegemoet om tot de jongeling (Zacharia) te spreken.
Als een open plaats zal Jeruzalem liggen, dat wil zeggen zonder muren rondom Jeruzalem. Kijken wij heden naar Jeruzalem dan zien wij de oude stad Jeruzalem met zijn oude muren. Echter de stad Jeruzalem is verder groter en ligt buiten de muren. De complete stad is niet ommuurt en ligt als een open plaats. Mogelijk waren er slechts 40.000 Israëlieten en Joden vanuit Babylonië teruggekeerd. De rest was gebleven, hadden mogelijk daar welvaart, een huis en een goede baan, maar hadden geen geestelijk leven. Niet bereid om hun broeders te helpen in de herbouw van de tempel en herbouw van de stad Jeruzalem. Hadden een veilig leven onder het bewind van koning Darius. Totdat koning Darius ten val kwam door de Meden en de Perzen. God moest ingrepen om zijn volk terug te brengen naar het beloofde land.
Wat een les! Hoe velen christenen leven niet in de wereld. Genieten van de aardse dingen, inclusief alcohol gebruik, vrije seks, rijkdom, etc. Gaan volkomen op in de wereld. En zijn niet bereid tot een heilig Goddelijk leven. Zij moeten door God wakker geschud worden wanneer zij achterbleven en door de Grote Verdrukking gaan.
Let op dat mens en vee in deze stad verbleven. Het Jeruzalem is uitgebreid met de omringde steden. Zoals Den Haag uitgebreid is met Scheveningen, Kijkduin, Leidschendam en Voorburg.
Het is een menigte die niet meer bestaat uit slechts 40.000 maar dient groter te zijn omdat na de val van Darius, ook de overige in Babylonië wonenden, terugkeren.

Vers 5 Sommige commentaren verklaren hier het Jeruzalem als het Nieuwe Jeruzalem waar God zal wonen en de poorten van de muren zullen open staan. Want het is God Die de stad beschermd en dus een open plaats kan zijn. Vergelijk Openbaring 21:15, 24-27.

Vers 6 Een vreemde overgang, een nieuw begin. Vlucht uit het Noorderland (Assyrië, Chaldeeën, Babylonië ?), of kunnen we zeggen uit Europa na de moord van 6 miljoen Joden door Hitler en vlucht naar de nieuwe staat Israël?
Het is de Heren, die door de eeuwen heen, Israëlieten over de gehele aarde (vier windstreken: Noord, Oost, Zuid en West van een kompas) heeft verstrooid. Door God uiteengedreven, vanwege hun zonden, hun overtredingen van Gods wetten en inzettingen.

Vers 7 Redt u naar Sion (Israël), gij die woont in Babylonië, zie commentaar verzen 3 en 4.

Verzen 8 en 9 De Israëlieten en de Joden zijn Gods uitverkoren volk, zij zijn Gods oogappel. Wie zich tegen Israëlieten en Joden keert, keert zich tegen God en Gods oogappel. Naties die niet voor Zijn volk zijn, zij worden niet gezegend door God. De persoon die zich tegen Gods oogappel keert, zal de gevolgen van zijn of haar afkeer en/of haat ervaren. Mogelijk niet onmiddellijk, zoals Hitler, maar uiteindelijk heeft Hitler verloren en zelfmoord gepleegd. God geeft de mens de kans tot berouw te komen en zich te bekeren van zijn of haar boze weg tegen Zijn volk. Maar zo niet, dan volgt het oordeel Gods na de dood. Velen naties die tegen Israël zijn, hebben het nationaal slecht, hebben geen welvaart. Kijk maar naar Nederland en Europa. Toen men daar Israël hielp en verdedigde, was er welvaart. Heden keert Nederland als staat en Europa zich af van Israël, en het is over met de welvaart.

Vers 10 Een verwijzing naar Openbaring 21:22. Het is God Die in (het Nieuwe) Jeruzalem komt wonen, te midden van Zijn volk (en de aarde). Daarom verheug en jubel gij volk van God.

Vers 11 De vervulling van Openbaring 21:24, Jesaja 60:3, Zacharia 8:23. Maar zover is het nog niet, eerst nog de Grote Verdrukking, voordat deze profetie waarheid wordt.

Verzen 12 en 13 Koning David uit de stam Juda koos de stad Jeruzalem als hoofdstad, zijn zoon Salomo bouwde er de tempel. Het is de Here die Jeruzalem heilig verklaart als Zijn woonplaats. Het is God Die Jeruzalem verkiest. Niet het Israëlitische, Joodse volk noch de Islamieten. Het is God Zelf, Hij zal het doen, geen mensenwerk. De mens dient te zwijgen.
Het is God Die het doet. Eerst de president van de Verenigde Staten, Donald Trump, die Jeruzalem bevestigt als hoofdstad van Israël. Gevolgd door andere landen die hun ambassades daarheen verplaatsen, inclusief Arabische landen. Dat is Gods werk!

Terug naar topTerug naar boven

Zacharia 3 Jozua gerechtvaardigd

Zacharia 3Vers 1 Het visioen gaat door. Zacharia ziet de hogepriester Jozua staan voor de Engel des Heren (Jezus) terwijl satan hem aanklaagt. Satan is de aanklager van elk mens, ongelovig maar vooral van gelovigen die trouw zijn aan God. Zie Job 1:6-11.
Jozua (Ezra 2:2; 3:8; 5:2), de zoon van Jozadak (of Josadak) was hogepriester bij de uit Babel teruggekeerde Joodse ballingen. Jozua was de zoon van Jozadak en de kleinzoon van de hogepriester Seraja. Hij was ook een bloedverwant van de Schriftgeleerde Ezra, die later dan Jozua in Juda terugkeerde na de ballingschap. Hij was de eerste hogepriester na de terugkeer van de Joden uit de Babylonische ballingschap. Het gelukte hem spoedig te bewerken, dat het altaar herbouwd, het dagelijks offer ontstoken en het Loofhuttenfeest gevierd werd. Hij schijnt zeer lang de hogepriesterlijke bediening vervuld te hebben; gedurende 51 jaren, circa van het jaar 538 tot 483 vóór Chr. bekleedde hij haar, en werd door zijn zoon Jojakim opgevolgd. Hij is een beeld van de Here Jezus Christus.
Het teruggekeerde volk had de herbouw van de tempel gestaakt. De hogepriester Jozua vertegenwoordigt voor de Engel des Heren, dit teruggekeerde volk, het volk te Jeruzalem. Het zondige volk dat niet naar de stem van God wenst te luisteren. Een herbouw van de tempel is zinloos, daartoe zijn wij niet in staat. Wij zijn een zondig volk, verbannen door God, hebben geen hoop op Gods gunst. Zij wisten dat zij en de priesters (onder andere getrouwd met vreemde vrouwen Ezra 9:1-2, Nehemia 13:23-27) trouweloos hadden gehandeld. Daarom klaagt satan hen aan, als niet waardig Gods volk te zijn en het priesterschap te vervullen. Het volk luisterde naar satan, hadden zij de herbouw van de tempel gestaakt. God zal zulk verachtelijk en trouweloos hart niet aanvaarden, zulke kreupele en verminkte dienst als je Hem bewijst, zegt de verleider satan, daarom kun je maar beter alles opgeven, genieten van de zonde tenminste als je niet van heiligheid kunt leven. Maar het is niet het volk wat God kiest, het is God Die Zijn volk kiest. Niet het volk kan zichzelf redden, de redding van het volk ligt in GODs handen! Dat is de kern van dit visioen.
Hoe treffend is dit niet heden? De gelovige ziet op zijn zondige status. De gelovige die zegt (en luistert naar de influisteringen van satan) mijn zonden zijn te groot, keer op keer zondig ik opnieuw, wat is de zin om te "vechten" tegen zonde, zinloos. De vergeving van zonde, het niet zondigen, ligt niet in de kracht van de zondaar, maar in het feit dat Jezus Christus voor zijn of haar zonde is gestorven en in de kracht van de Heilige Geest. Het niet toegeven en niet luisteren naar satan. Niet van het lukt mij niet, dus leef ik maar in de wereld, geef ik maar toe aan de zonde. Dat is een verkeerde instelling van de christen. Wij dienen satan aan te vallen en te pleiten op grond van het volbrachte werk van Jezus aan het kruis, de vergeving door Zijn bloed en daardoor zijn wij rein.

Verzen 2 en 3 De Here antwoordde satan: De Here bestraffe u. Zie Judas vers 9.
Het is de Here Die Jeruzalem verkiest, het Israëlitische en Joodse volk.
Satan wordt bestraft door Degene Die autoriteit heeft: de Here Jezus Christus. Hij heeft de prijs betaald met Zijn bloed, en Zijn volk vrijgekocht. Satan heeft zijn rechten verloren aan Jezus!
Het is als brandhout uit het vuur weggenomen. De zondaar lag in het vuur, het verterend vuur van Gods oordeel. Maar door het volbrachte werk van Jezus, is het uit dit vuur/oordeel weggenomen en gered. Het vuur maakt het hout zwart en vuil, daarom had Jozua vuile klederen. Vuil door het vuur, vuil door de zonden. God had het volk teruggebracht uit Babylonië, had Zijn genade getoond. Het was onjuist van satan om dit volk opnieuw te beschuldigen. Zij waren, het brandhout, gered uit het vuur. Omdat God hen wenste te gebruiken (vers 4).

Vers 4 Volgens de wet van Mozes, moest de priester en hogepriester in verheerlijkende kleding voor God in de tempel verschijnen. Hier staat Jozua in vuile klederen voor God. Het is de Engel (=Jezus) Die gebied de vuile kleren uit te trekken en te vervangen door feestklederen. Niet op grond van eigen werk, maar op grond van Jezus, Die reinigt. De Engel verwerpt NIET Jozua, MAAR verwerpt de vuile kleren. Jezus verwerpt NIET de mens, maar God de Vader verwerpt de zonden (vuile kleren). Jozua had zelf geen schone kleren, het wordt GEGEVEN door de Engel. De gelovige is een zondaar, kan zichzelf niet verlossen. Maar door God de Vader wordt hem of haar reinheid aangereikt door het geloof in Jezus als Verlosser van de zonde en Heer. Zij worden een koninklijk priesterschap (1 Petrus 2:9).

Vers 5 Zacharia vraagt hem nu te herstellen in alle priesterlijke waardigheid, met de tulband op zijn hoofd (Exodus 28:4, 37). De engelen, onder het toezienend oog van de Engel des Heren, trekken Jozua een staatsiegewaad aan (zie de priesterlijke kleding, Exodus 28).
Voor de christen geldt de verlossing van zijn of haar zondige lichaam bij de Opname van de Gemeente en een nieuw zondeloos en onvergankelijk lichaam ontvangt (1 Korinthiërs 15:51-52).

Verzen 6 en 7 Een vermaning volgt door de Engel des Heren persoonlijk: Jouw levenshouding en stijl MOET VERANDEREN. Je moet in mijn wegen (Gods geboden en inzettingen) wandelen en de door MIJ opgedragen taak waarnemen. Oftewel je bent mijn vertegenwoordiger op aarde, je dient mijn huis (het Israëlitisch en Joodse volk) te onderwijzen in mijn wetten en geboden en zelf tot een voorbeeld te zijn (jouw kinderen die getrouwd zijn met vreemde ongelovige vrouwen, die moeten zij wegdoen tezamen met uit hen geboren kinderen Nehemia 13:23-30). Mijn voorhoven te bewaken, geen aanvullende geboden, maar Mijn Woord te verdedigen. Toezien dat het volk naar Gods Wil leeft.
De christen moet het evangelie verkondigen, de Bijbel (Oud en Nieuw Testament, inclusief Openbaring) onderwijzen, zelf in de dagelijkse levenswandel tonen dat hij of zij Gods geboden respecteert en Jezus Christus dient in het dagelijkse leven zichtbaar te zijn evenals de negen vruchten van de Heilige Geest (Galaten 5:22). Voor de voorgangers, oudsten en diakenen gelden aanvullende eisen, zie 1 Timotheüs 3), zij moeten toezien dat hun schapen, hun kerkleden volgens Gods Woord leven. Niemand heeft het recht om Gods Woord te veranderen, zoals maar dat is niet van onze tijd, dat is verkeerd vertaald, een profetie die Gods Woord tegenspreekt, alle wijzigen die Gods Woord tegenspreken.
Ik (de Engel des Heren) zal u (Jozua) doen verkeren onder hen die hier staan (in de hemel, waar satan aanklaagt, en waar Mijn engelen Mij gehoorzamen). Het is de belofte van Jezus, dat als Jozua gehoorzaam is, hij bewaakt wordt door Jezus. Jozua is een medevolger, zoals de engelen (niet de gevallen engelen) volgers zijn van de Jezus.

Verzen 8 en 9 Gij en uw metgezellen: Jozua en de priesters, of die zitten aan de voet van Jozua om Gods onderwijs te ontvangen en te leren. Zij zijn mannen geroepen ten wonderteken om tegen alle aanvallen en weerstand de tempel te herbouwen. En een belofte volgt, de ware Hogepriester, Mijn knecht, de Spruit (Jeremia 23:5-8), Jezus zal komen. Hij is de steen, de hoeksteen, het fundament (1 Korinthiërs 3:10-17). Door de bouwers verworpen, maar door God de Vader uitverkoren als fundament. Mogelijk was Jozua aanwezig geweest wanneer de eerste steen van de tempel werd gelegd.
Op die ene steen zijn zeven ogen. Zeven het getal van de volheid, volmaaktheid. Ogen, God ziet alles, niets in het hart van de mens is verborgen, zijn motieven en gedachten zijn volkomen open voor God, niets van de mens, zijn daden zijn verborgen voor God.
Op één dag zal de omgerechtigheid van dit land wegdoen. Vele offers werden dagelijks gebracht in de tempel. Op Grote Verzoendag bracht de hogepriesters voor de zonden van het volk het offer, eens per jaar en mocht het Heilige der Heilige binnentreden. Voor eens en vooral stierf het volmaakte offer, de Spruit aan het kruis van Golgotha, op één dag. Op die ene dag werd de ongerechtigheid weggenomen voor een elk die gelooft in Jezus als Verlosser van zijn of haar zonden.
Eens zullen alle Israëlieten en Joden tot geloof komen (Romeinen 13:26), op één dag bij de Wederkomst (Zacharia 14, Mattheüs 24:30) des Heren?
Het is God de Vader Zelf die graveert, namelijk Zijn Zoon Jezus heeft aangewezen om het volmaakte offer voor de zonden te brengen. Het is God de Vader Die dit offer heeft aanvaard en Zijn gestorven Zoon ten derde dage uit de dood heeft opgewekt.

Vers 10 Vervulling van Micha 4:4, Openbaring 21:24 dan zullen de natiën optrekken en elkaar uitnodigen om naar Jeruzalem te gaan. Onder de wijnstok en vijgenboom zullen zij God aanbidden.

Terug naar topTerug naar boven

Zacharia 4 De kandelaar en de twee olijfbomen

Zacharia4

Voor meer Bijbel commentaar, zie Matthew Henry.
Vers 1 Mogelijk door de overweldiging van het visioen in hoofdstuk 3, is de profeet in slaap gevallen. Dit zien wij terug bij de verheerlijking op de berg van Jezus waar de discipelen overweldigd worden. En de discipelen vallen in slaap in het hof van Getsemane, terwijl Jezus hen gevraagd had te waken in gebed. De engel wekt Zacharia om hem meer te tonen.

MenorahVers 2 De engel vraagt: Wat ziet gij? Zacharia antwoordt: Een gouden kandelaar. Deze gouden kandelaar kennen we vanuit de tabernakel. Dagelijks moest de priester deze kandelaar verzorgen, onder andere de lonten knippen zodat deze niet ging walmen. Hier is het God die zelf zorg draagt voor de kandelaar.
Goud duidt op volmaaktheid. Om zuiver goud te verkrijgen, moet het goud door vuur gelouterd worden om alle verontreinigingen te verbranden. Het volk van God, de Israëlieten en Joden, moeten door het vuur van God gereinigd worden van een zonde, de bestraffing van de ballingschap naar Babylonië. De gelovige dient door beproevingen van God, gereinigd worden van zonde tot een heilige levenswandel middels de kracht van de Heilige Geest, welke is de olie vanuit de twee olijfbomen. De kandelaar is het volk van God (Israëlieten en Joden, de Gemeente), die het licht van God op deze duistere aarde dient te laten stralen. In het Oude Testament en straks in de Grote Verdrukking: het Koninkrijk van God. De Gemeente dient het evangelie aan iedereen op aarde te verkondigen.
De kandelaar heeft 1 oliehouder aan zijn kop, die de zeven lampen voeden. Er is slechts 1 Heilige Geest die het volk van God voedt. De zeven lampen (van de kandelaar in de tabernakel/tempel) in het Oude Testament waren de twaalf stammen. In het Nieuwe Testament de gehele Gemeente van de Here Jezus Christus, welke we terugzien in de zeven brieven aan de gemeente, Openbaring 2 en 3.
Vanuit de oliehouder gaan zeven toevoerbuizen naar de lampen. Voor elke lamp is er een constante stroming van olie, zonder gebrek. Het is de verbinding van de gelovige met de bron, de oliehouder, de Heilige Geest. Het is de noodzaak om deze verbinding niet te verbreken, want anders dooft de lamp (1 Thes. 5:19).

Vers 3 Pas in de verzen 12-14 wordt verklaard wat de betekenis van de twee olijfbomen zijn.

Verzen 4-6 Zacharia begrijpt het gezicht niet en vraagt naar de betekenis aan de engel.
Zerubbabel was de leider van de eerste groep Joodse ballingen die uit het rijk van Babel terugkeerden. Hij was de zoon van Pedaja en waarschijnlijk op grond van leviraats- en erfrecht de zoon van de Seálthiël (Neh. 12:1; Hag. 1:14; 2;2), de zoon van Assir (1 Kron. 3:17), de zoon van koning Jechonia. Zerubbabel kreeg acht kinderen: zeven zonen en een dochter.
Het is de aanmoediging van God aan Zerubbabel om door te gaan met de herbouw van de tempel en deze te voltooien. Want is niet door eigen kracht, maar door de kracht van de Geest des Heren der heerscharen.

Vers 7 De stad Jeruzalem met de tempel ligt in puin door de vijanden verwoest. Het lijkt een grote berg, onbegaanbaar en onbeweeglijk, een puinhoop. De vijanden liggen op de loer om herbouw te stoppen. De vijanden van de Joden zijn trots en hard als grote bergen; maar wanneer God werk te doen heeft, zullen de bergen die in de weg staan ​​tot molsbergen slinken, want het werk is van God. Maar "Wie bent u, o grote berg, dat u God in de weg staat en denkt de voortgang van Zijn werk te kunnen stoppen? Voor Zerubbabel, hij is Gods vertegenwoordiger, zul u een vlakte worden. Alle moeilijkheden zullen verdwijnen en alle bezwaren worden overwonnen. "Elke berg en heuvel geslecht, en het oneffene worde tot een vlakte en de rotsbodem tot een vallei" Jesaja 40:4. Het geloof kan bergen verzetten en ze tot vlakten maken. Christus is onze Zerubbabel; bergen van moeilijkheden stonden zijn onderneming in de weg, maar voor hem werden ze allemaal geëgaliseerd; niets is te moeilijk om Zijn genade te doen.

Verzen 8 en 9 Het woord des Heren wordt vervolgd: De handen van Zerubbabel zullen het VOLTOOIEN. Waarom? Omdat het Gods is Die zendt en voltooid. Een gezonden christen mag weten dat hij of zij slechts gehoorzaam moet zijn aan Gods opdracht en het God Zelf is die het voltooid, ook wanneer er moeilijkheden zijn, jaren van strijd, gevecht tegen de machten der duisternis, uiteindelijk is het God Die voltooid. Kijk ik naar de gemeente in Almere, dat gevecht duurt al 28 jaar. Continue een gebrek aan mede-arbeid(st)ers, vanwege de groei. Maar keer op keer voorziet God in arbeid(st)ers en het werk is nog niet voltooid.
Mogelijk heeft Zerubbabel zelf de eerste hoeksteen gelegd, en bouwen de Joden verder aan de tempel.
Jezus heeft de hoeksteen gelegd, Hij is gestorven aan het kruis. Hij is de Christus Die ten derde dage uit de doden is opgestaan. Nu mogen Zijn arbei(st)ers reeds 2000 jaar het evangelie verkondigen tot de Opname van de Gemeente. Daarna gaat het werk door met de Twee getuigen en de 144.000 verzegelden uit de 12 stammen van Israël en zal het Koninkrijk van God verkondigd worden. TOT AAN ... Tot aan het einde van de Grote Verdrukking en satan definitief verslagen wordt!
Met het 1000-jarige rijk van Christus en de Nieuwe Tempel (van Ezechiël).

Geen kleine dingen mogen veracht worden. Iedereen bouwde mee aan de muur van Jeruzalem, inclusief de priesters en de goudsmeden (zie Nehemia). De discipelen begonnen op Pinksterdag met een 3000 personen, nu 2000 jaar later zijn miljarden tot geloof gekomen. Het mag klein lijken op de zondagsschool, maar daar worden de hoekstenen gelegd en komen uit evangelisten, dat zijn de pasloden.
De engelen juichen bij elk mens die tot geloof komt, zo juichten de Joden toen in 50 dagen de muur rondom Jeruzalem was voltooid.
De zeven lampen zijn de ogen van God voor Wie niets verborgen is. Niets van wat er in het hart van de mens, Jood en vijand, leeft. Niets van zijn of haar motieven en gedachten.

Verzen 11-14 De twee olijfbomen of olijftakken zijn de twee getuigen van God. In Openbaring 11:4 wordt dit gegeven: Dit zijn de twee olijfbomen met de twee kandelaren (daar zijn het er twee en slechts één in Zacharia) die voor het aangezicht des Here staan. Oftewel de Twee getuigen in de Grote Verdrukking (Mozes en Elia) die het Koninkrijk van God aan iedereen op aarde gaan verkondigen. Mozes vertegenwoordigt de Wet, en Elia de profeten. Kortom het complete Woord van God. De volledige geboden van God wordt aan IEDEREEN op aarde verkondigt. Het is God de Vader en de Here Jezus Christus zelf (de 2 olijfbomen) die middels de 2 olijftakken (Mozes en Elia) via de Heilige Geest (de ene oliehouder) Zichzelf bekend maken. Jezus Christus gezeten aan de rechterhand van God de Vader. Een olijfboom rechts, de ander links.

Terug naar topTerug naar boven

Zacharia 5 De vliegende boekrol

Vliegende Boekrol Zacharia 5Boekrol

Vers 1 Tot zover waren de visioenen bemoedigend en vredig. Echter de volgende zijn tegengesteld. God rekent af met zij die niet trouw zijn aan God.
Of Zacharia opnieuw in slaap was gevallen, is niet duidelijk, maar hij slaat zijn ogen op en ziet een vliegende boekrol. In zijn dagen was het Oude testament op perkament geschreven, en werd bewaard in de synagoge. Het was een kostbaar bezit, want het werd handmatig gekopieerd, en moest vanaf het begin herschreven worden als de kopiïst een fout maakte.

Vers 2 Hoe lang een Bijbelse el is, daarover variëren de meningen van 45 cm tot 52,5 cm. Gaan we uit van een gemiddelde van 49 cm dan is 20 el bijna 10 meter lang en 10 el is bijna 5 meter breed. Een vreemde afmeting voor een boekrol, normaal tussen de 25 tot 30 cm breed. De boekrol werd op papyrus of perkament. De Thora-rollen werden evenwijdig aan de langsrand beschreven in even brede kolommen, met een gelijk aantal regels, die van elkaar gescheiden zijn door tussenruimte (interkolom). Beide handen zijn nodig om een ​​boekrol te lezen. De te lezen tekst wordt met de rechterhand uitgerold, terwijl de reeds voorgelezen tekst met de linkerhand wordt opgerold, zodat deze niet zomaar los blijft hangen. Hebreeuwse rollen worden gebruikt in synagogediensten en is de leesrichting omgekeerd. In de tijd van Zacharia werd de boekrol voorgelezen in de voorhal van de tempel.

Vers 3 Het is een vliegende boekrol die gaat over het ganse land. Vergelijk de engel die vliegt in het midden des hemels om het eeuwige evangelie aan alle volken en taal op aarde re verkondigen, Openbaring 14:6. Het gaat om de geldigheid van de woorden van God, ook als mensen denken dat ze wel weg kunnen komen met gesjoemel. Mozes had al aan het einde van zijn wetgeving vervloekingen in de Tora geschreven (Deut. 29:26). Of Zacharia hieraan gedacht heeft, weten we niet. Zulke overeenkomsten helpen wel om te zien dat Gods aanwezigheid iets anders is dan een mooie droom. De Judeeërs die waren teruggekeerd van de deportaties hadden herinneringen aan die tempel, zoals zij ook ervaring hadden met de Tora en de vloekbepalingen aan het eind. De tempel wordt opnieuw gebouwd, zei het vorige visioen. Gods woorden gaan doen waarvoor ze bedoeld zijn, zegt dit visioen. Zacharia’s visioen gaat over vertrouwen in Gods aanwezigheid.
Er zijn allerlei uitleggingen van deze vliegende boekrol. In oude Griekse vertalingen is de boekrol veranderd in een sikkel (de beide Hebreeuwse woorden lijken erg op elkaar). Volgende generaties dachten veel meer aan Gods laatste en definitieve optreden, zoals in Joël 4 en Openbaring 14, waar de sikkel ook voorkomt. Op het internet: UFO’s, raketten. Waarom elkaar bedreigen met Gods werk? Zacharia’s visioen zelf zegt iets anders. Hier gaat het niet over het einde der tijden, maar over herstel en vernieuwing, het uitbannen van de corruptie, een vloek die uitgaat over het ganse land.
Het was een vloek voor degenen die aan het bouwen waren aan hun eigen huis en niet aan de tempel van God. Zij dachten allereerst aan zichzelf, beroofde tijd van God voor hun eigen werken, dat is stelen van God. Heden is het niet veel anders, de christen is meer bezig met zijn eigen plezier en rijkdom, dan zich in te zetten voor evangelie verkondiging, de arbeid in de kerk, tijd te besteden aan Bijbelstudie en gebed (voor het geestelijke werk en regeringen Gods wetten respecteren), geld voor evangelisatie en zendelingen.
De waarschuwing is GROOT, die van God steelt, zal van dit ogenblik weggevaagd worden!
1 Korinthiërs 6:8-10 zegt: Maar zelf doet gij onrecht en doet gij te kort, en dat aan broeders. Of weet gij niet, dat onrechtvaardigen het Koninkrijk Gods niet beërven zullen? Dwaalt niet! Hoereerders, afgodendienaars, overspelers, schandjongens, knapenschenders, dieven, geldgierigen, dronkaards, lasteraars of oplichters, zullen het Koninkrijk Gods niet beërven!
Die valselijk zweert bij de naam van God en meineed pleegt. Hij of zij zal worden weggevaagd is Gods belofte. Mogelijk wordt met "het ganse land" niet alleen Israël bedoeld, maar de ganse aarde.

Vers 4 Men kan geen loopje nemen met het Woord van God, het is het Woord des Heren der heerscharen. Het is vast en zeker. Men kan denken vrijelijk te kunnen zondigen, zich niet aan Gods wetten te houden, satan en demonen te kunnen aanbidden. Echter na de dood zal iedereen verantwoording moeten afleggen aan God. En heeft men God opzij gegooid, dan komt men niet in het Koninkrijk van God.
God komt in het huis van de dief en vals zweerder. Dat is in het huis, bij iedereen die daar aanwezig is, zij zijn medeverantwoordelijk. Zij hebben niet terechtgewezen. Zijn huis kan van hout, stro en steen zijn, dat houdt geen stand bij God Die een verterend vuur is (1 Korinthiërs 3:15). De les voor de voorganger, verkondiger van Gods Woorden, die zonden tolereert, zonden goed spreekt, in zijn huis komen de mensen God bezoeken. Is hij een dief van Gods Woord, spreekt de Waarheid niet in zijn huis, zijn kerk? Met hem zal God afrekenen.

Vrouw in efa

Terug naar topTerug naar boven

Vers 5 De engel komt dichtbij Zacharia en zegt: Sla toch uw ogen op en zie wat naar voren komt. Kortom de engel vraagt Zacharia aandachtig te kijken naar wat hij ziet. De gelovige kan geen vluchtige kennis nemen van de Bijbel. De Bijbel vraagt tijd, aandacht en studie!

Vers 6 Een efa is een inhoudsmaat voor droge waar, zoals koren, circa 40 liter. Een efa is een bat voor natte waar en een tiende chomer volgens Ezra 45:10-11 en tien omer volgens Exodus 16:36. Het is een beeld van het Joodse volk welke zijn ongerechtigheid vult. Het is niet alleen in Jeruzalem, maar in geheel Israël. Mogelijk ook een verwijzing naar de bedrieglijke wijze waarop de koren in de efa werd gemeten en verkocht. De fraude, bedrog, diefstal en afpersing in de handel. Hoe kunnen wij dat heden niet vergelijken met de woekerwinsten die door enkelen worden behaald en een slaatje slaan uit de oorlogen in de wereld en prijzen opdrijven.

Vers 7 Zacharia ziet een vrouw zitten in de efa. De vrouw is het zondige Joodse volk. Israël was een heilig volk voor de Heer (Jer. 2:3); maar nu is het goddeloos, en haar goddeloosheid is nergens zo schandalig, zo weerzinwekkend en in veel gevallen zo schandalig als wanneer het wordt aangetroffen onder belijders van religie.
Het loden deksel vergrendelt zodat de vrouw niet in staat is uit de efa te komen. Lood is een zwaar gewicht. Het toont dat de toorn van God tegen onboetvaardige zondaars is:

Verzen 8-11 De vleugels van een ooievaar zijn groot, in staat om een zwaar gewicht te dragen. Denk symbolisch de ooievaar die de baby bezorgt. Hier zijn het twee vrouwen (ooievaars) die de wind onder de vleugels hadden om de vrouw in de efa met haar gigantische goddeloosheid uit Israël weg te voeren naar Sinear. Sinear is het gebied in de benedenloop van de rivieren Eufraat en Tigris.
Dit visioen werd ongeveer 400 jaar later vervuld. Het beeld van de Romeinen die in 70 na Chr. de Joodse natie meedogenloos vernietigen en wegvoeren naar de vier windstreken van de aarde. De maat (van de efa) was vol, de zonde volkomen door de afwijzing van Jezus Christus als de Messias en Zijn kruisiging. Het volk was blind, dom, hardnekkig en in volkomen duisternis.
Om daar een huis voor haar te bouwen. Het is niet een beperkte tijd zoals de ballingschap naar Babylonië, het is een zeer lange tijd. De tijd die wij nu weten vanaf 70 na Chr. met de verwoesting van Jeruzalem en de tempel door de Romeinen tot aan 1948, na de vernietiging van 6 miljoen Joden in de Tweede Wereld Oorlog en in 1948 de staat Israël werd uitgeroepen. Sindsdien keren tot op heden terug naar hun beloofde land.
Voor de heiden de les dat God de zonde nimmer ongestraft laat. Het duurt totdat de maat vol is, dat geldt voor volkeren, natiën en individueel. Wij naderen nu heel snel dat de maat vol is voor de volkeren, de volkeren zullen overgeleverd worden aan satan, het Beest en de valse profeet. De 7 jaren van Grote Verdrukking staat vol de deur, waarin in de eerste drie en half jaar de mens individueel nog de kans krijgt zich tot God te bekeren via de prediking van de Twee Getuigen (Zacharia 4:13, Openbaring 11) en de 144.000 verzegelden (Openbaring 7:1-8) en bij afwijzing in de laatste drie en half jaar Gods toorn zich over de ganse aarde uitstort. Met het definitieve einde en men veroordeeld wordt tot de poel des vuurs.

Zacharia 6 De aankondiging van de Spruit

Zacharia 6
Zacharia 6

Dit hoofdstuk kunnen we onderverdelen in twee delen

  1. God, als Koning der volkeren, die de wereld regeert door de bediening van engelen. Verzen 1-8.
  2. God, als Koning der heiligen, regeert de Gemeente door de bemiddeling van Christus, in de figuur van de gekroonde hogepriester Jozua. Verzen 9-15.

Vers 1 Zacharia ziet een nieuw visioen. Twee bergen van koper. Koper had een hoge waarde in zijn dagen, veel meer dan vandaag.
Jeruzalem was bereikbaar tussen twee bergen. Mogelijk het dal van Jesofat, dichtbij de tempel, welke tussen de berg Moria en de Olijfberg ligt. Door deze toegang komen de vier wagens met paarden.

Verzen 2-6 In de dagen van Zacharia, werden wagens met paarden hoofdzakelijk gebruikt in de oorlogsvoering. Het getal vier kennen wij vanuit Daniel en de vier windstreken der aarde, en het kompas, de gehele aarde.
De paarden voor de eerste wagen waren rood, wat oorlog en bloedvergieten betekent.
De paarden voor de tweede wagen waren zwart, wat de melancholische gevolgen van oorlog aanduidde; het brengt rouw en dood, vernietiging en verwoestingen, veroorzaakt hongersnoden, en pestilentiën.
De paarden voor de derde wagen waren wit, overwinning, terugkeer van troost, vrede en voorspoed betekent na donkere en sombere tijden: hoewel God de mensenkinderen verdriet doet, zal Hij toch medelijden hebben.
De paarden voor de vierde wagen waren van een gemengde kleur, grijs en bruin; sommige gespikkeld en gevlekt en askleurig, wat betekent dat verschillende gebeurtenissen met elkaar verweven en tegengesteld zijn, een dag van voorspoed en een dag van tegenspoed zetten de een tegenover de ander.
Twee wagens gaan naar het Noorden, het sterke Babylonië, met een grotere wreedheid en schuld, dan Egypte, één wagen naar het zuiden.
Drie jaar na dit visioen, zal Babylonië volledig vernietigd worden door de Meden en Perzen, de witte paarden.

Verzen 7-8 De paarden doorkruisen de aarde: het is God Die zich bekommert om de gehele aarde en alles ziet. Na de val van Babylonië (Noorderland), komt er rust voor de Joden door koning Darius, die opdracht geeft dat de Joden terug mogen keren naar Israël en Jeruzalem met de tempel mogen herbouwen.

Verzen 9-11 Het woord van God komt tot Zacharia met een opdracht. Mogelijk waren er Joden uit Babylonië gekomen met gave, omdat zij gehoord hadden dat de herbouw traag was. Mogelijk hielden zij (zij, die komen uit Babel) verblijf in het huis van Josia. Josia dient de gave aan te nemen. Mogelijk was hij ook schatbewaarder van de tempel. De opdracht luidt om hieruit een kroon van zilver en goud te maken. Een kroon van zilver en een kroon van goud? En deze te zetten op het hoofd van de hogepriester Josia.

Verzen 12 en 13 Een kroon duidt op koningschap. Josia is het beeld van de Here Jezus Christus: Priester én Koning. De gelovige behoort tot een koninklijk priesterschap (1 Petrus 2:9). Christus, als priester, leeft in de Hemel om voor christenen te pleiten. Hij doet dat gezeten aan de rechterhand van Zijn Vader (Hebr. 8:1).
Jezus is de beloofde Spruit (Jeremia 23:5), Die in Zijn 1000-jarig Koninkrijk de tempel zal herbouwen en als Koning (heerser) over de gehele aarde zal regeren. Met majesteit bekleed: Hij is de Gezalfde en Uitverkoren door God de Vader. Hij en Zijn Vader hebben dezelfde gedachten, zij wensen niet dat er iemand verloren gaat (2 Petrus 3:9). Hun gedachten is het welzijn van de mens. Daarom hun heilzaam overleg tussen hun beiden.

Vers 14 De kronen, volgens Joodse traditie, werden voor het oog van iedereen opgehangen in de ramen van de tempel.
Dit visioen zal vervulling krijgen, als men (Jood, Israëliet en christen) aandachtig luistert naar het Woord van de Here God. Zie het volgende hoofdstuk.

Terug naar topTerug naar boven

Zacharia 7 Geen vasten, maar gehoorzaamheid

Zacharia 7
Zacharia 7

God had slechts één vasten gegeven, namelijk op Grote Verzoendag. Echter de Joden hadden meerdere toegevoegd: De inname door Nebukadnezar op de 17e dag van de maand Thammuz (juli). De verbranding van Jeruzalem door Nebukadnezar op de 9e dag van de maand Ab (augustus). De slachting van Gedalia op de 3e dag van de maand Tishri (oktober), zie Jeremia 41:1-10. De belegering van Jeruzalem door Nebukadnezar op de 10e dag van de maand Tebeth (januari).
Dit waren allemaal MENSELIJK instellingen, niet door God bevolen. Zij beheersten de menselijk geest, religie. En niet gericht op God. Het vasten was gericht op het VASTEN, en daarom moet God het verhoren. Een afdwingend vasten, niet gericht op de heiligheid van vasten. Meer een menselijk "plezier".

Vers 1 Twee jaar na het eerste visioen (1:1) spreekt God tot Zacharia. Mogelijk was de herbouw van de tempel (bijna) voltooid. Maar uit de volgende verzen blijkt dat het meer religie was bij de teruggekeerde Joden en Israëlieten, dan dat hun hart gericht was op God zelf.

Verzen 2 en 3 In Betel (Beth-el) was de ark lange tijd bewaard en behoorde daarom tot een van de meeste heilige plaatsen in Israël. Mogelijk dat daarom een afvaardiging namens geheel Israël naar de priesters en de profeet Zacharia werd gezonden. Om de gunst van de Here te vragen voor een antwoord. Moeten wij doorgaan met te vast en wenen in de vijfde maand nu dit "niet meer van toepassing is"? Immers de Israëlieten en Joden waren voor een deel uit Babel teruggekeerd, de tempel herbouwd, zo de rouw is voorbij.

Vers 4 Het is God Die tot de profeet Zacharia spreekt en het antwoord geeft.

Vers 5 Het antwoord van God is niet slechts aan de afgezanten van Betel, maar aan AL HET VOLK DES LANDS. Het is een grote aanklacht van God aan Zijn volk: "Hebben jullie werkelijk gevast en geweend, de afgelopen 70 jaar (van ballingschap in Babylonië)? Was het ECHT voor Mij?"
God ziet en kijkt in het mensenhart. Hij kent de ware motieven, voor Hem, of religie?
God antwoordt niet slechts op de gestelde vraag. Hij reageert op al de vier MENSELIJKE (zie boven) ingestelde vasten. Hij wijst hun vasten af, want het is gericht op zichzelf, hun droefheid, hun eigen medelijden, het is meer formeel, hun gedachte God MOET ons zegenen, ons gebed moet Hij verhoren. Het was een uiterlijk karakter, vroomheid en niet een innerlijk hart van berouw tot God. God wenst een persoonlijke relatie van nederigheid, heiligheid, God waardig. Voor de christen, een leven onder controle van de Heilige Geest, vol van de negen vruchten van de Geest (Galaten 5:22), een dagelijkse leven waarin Jezus Christus zichtbaar is (zie verzen 6-12). Een schuldbelijdenis en oprecht berouw, zie Daniel 10. Een werkelijk zoeken naar de Wil van God om deze te doen en gedaan gaat worden.

Verzen 6 en 7 Een zware aanklacht door God. Wanneer je eet en drinkt, is dat voor jezelf? Dien je niet Mij te danken dat ik voor jouw eten en drinken zorg draagt? Heb Ik jullie niet gezegend met melk en honing in Israël toen de profeten door Israël rondtrokken en er GELUISTERD werd naar Mijn Woord en men gehoorzaam was aan Mijn Woord. Toen hadden Jeruzalem met zijn steden rust. Jullie vragen: Dienen wij door te gaan met vasten? Nee, jullie moeten doen wat je nog niet hebt gedaan; jullie moeten je bekeren van jullie zonden en jullie leven hervormen. Dat is waartoe Ik jullie nu oproepen, en het is hetzelfde waartoe de vroegere profeten uwer vaderen riepen. Bedenk aan de vroegere bloeiende status van hun land: Jeruzalem was toen bewoond en in voorspoed, dat is nu verlaten en in nood. De omliggende steden, die nu in puin liggen, werden toen bewoond en leefden in vrede. Het land was dichtbevolkt: mensen woonden in het zuiden van de vlakte, die niet versterkt was, en toch leefden ze veilig, het was vruchtbaar, en zo leefden ze in overvloed. Maar toen riep God door de profeten tot hen, als één in alle ernst , en drong er bij hen op aan hun wegen en handelingen te veranderen, anders zou hun welvaart spoedig ten einde zijn. Welnu, zegt Zacharia, jullie hadden daar notitie van moeten nemen en hebben afgeleid dat wat van hen werd vereist tot het voorkomen van de oordelen, en wat zij niet deden, is vereist voor het verwijderen van de oordelen; en als jullie niets doen, betekenen al jullie vasten en wenen niets.
Heden zoeken vele christenen hun eigen welvaart, rijkdom en gezondheid. Sommige geven uit hun welvaart hun tiende. Maar hun hart is er niet bij. Sommige vasten uit angst voor de toekomst, vervolging, hun welzijn te verliezen, zien de neergang van hun land, de regeringen met hun ongehoorzaamheid aan God, soms onder het motto we dienen te denken aan het milieu. Maar zij protesteren niet tegen de regering die Gods wetten overtreden. Er is geen berouw en zelf leven ze niet in gehoorzaamheid aan God. Het is kerkgang op de zondag, maar hun hart is niet bij God. Christenen die weigeren te luisteren en een andere kant opkijken alsof er niet tegen hen gesproken is. De Bijbel niet als volle Waarheid aannemen en zeggen dat is niet van onze tijd, dat geldt niet meer. Zij denken het beter te weten dat de Almachtige God.

Verzen 9 en 10 God wenst eerlijkheid, recht gesproken wordt (geen corrupte rechters en regeringen), de naaste liefgehad wordt als jezelf, barmhartigheid bewezen wordt aan de armen, geen verdrukking van de naaste, geen bevooroordeling. God kijkt in je hart wat je motieven zijn om iets te doen voor God en jouw naaste. Is het egoïsme om er zelf beter van te worden? Ga je over lijken en beraam je onheil voor de ander (uit wraak)?
Geen slaatje slaan uit de rampen en oorlogen en woekerwinsten maken, prijzen opdrijven?
Een juiste maat en juiste eerlijke prijs voor de koopwaar.
Gods oordelen over Israël voor hun zonden werden geschreven ter vermaning aan ons christenen (1 Kor. 10:11).

Verzen 11 en 12 Deze hardnekkige zondaars verhardden hun hart met opzet, zij wensten niet te horen wat God tot hen zei door het geschreven woord, door de wet van Mozes en door de woorden van de profeten die tot hen predikten. Ze hadden Mozes en de profeten, het Oude Testament, maar besloten dat ze niet zouden horen. De woorden van de profeten werden door hen niet in acht genomen, hoewel het woorden waren die de Heer der heerscharen tot hen zond en opdroeg, zodat ze, door hen te verachten, God zelf beledigden en de Heilige Geest weerstonden. Hun harten maakten zij hard als diamant en stopten hun oren dicht om niet te horen naar de onderwijzing van God, de Almachtige. Met als gevolg dat jullie God toornig werd en jullie in ballingschap zond, weg uit het beloofde land van melk en honing.
Hoe zien wij het niet heden in de kerken. Berouw en onderwijzing van Gods Woord, de Bijbel ontbreekt in vele kerken, geen onderwijzing van zonden. Eerder het tegendeel, zonde wordt gerechtvaardigd en goed gepraat. Jezus is immers voor alle zonden gestorven. Maar 1 Korinthiërs 6:10, Galaten 5:19-21, Efeziërs 5:5 en anderen zijn zeer duidelijk. Alles wat God niet behaagt, IS ZONDE! Mag ik het zeggen sommige predikers, leiden de kerkgangers niet naar de Hemel, maar regelrecht naar de poel des vuurs. Door hun eigen schuld. Geen Bijbel kennis, luisteren naar wat anderen zeggen en uitleggen.

Vers 13 Onrechtvaardig van God. God is geduldig, maar er zijn grenzen. Honderden jaren stuurde God Zijn profeten die opriepen tot berouw, erkenning van zonden, de Wil van God te doen. Verkondiging van zegen en vloek. God RIEP tijdens hun mensenleven middels Zijn dienstknechten. Totdat de maat vol was bij God bij het hardnekkige volk en nu is het Zijn beurt om niet meer te horen wanneer Zijn volk tot Hem roept.
Wij leven nog in een tijd van Gods genade. Middels de Bijbel, gratis via Internet in vele talen, via social media, televisie, radio roept God op tot geloof in de Here Jezus Christus als Verlosser en Heer. Maar ook nu wensen velen geen gehoor te geven, keren zich tot demon en satan aanbidding, leven hun eigen leven, zoeken het beste voor zichzelf, wensen niets te weten on zonde en God. Nog is er Gods genade, maar we naderen heel snel dat de maat bij God vol is. Wij zien het in vele Latijns Amerikaanse landen, Cuba en andere landen. Door God overgegeven aan hun eigen (democratisch) wens van communisme en socialisme met als gevolg bittere armoede, honger en verdrukking. En niemand neemt het tot les, hardnekkig keert men zich af van God.

Vers 15 Israël is verbannen van 70 na Christus tot 1948 uit het beloofde land. God heeft Zijn Woord gehouden van vloek. Zijn volk bleef hardnekkig ondanks alle voorbeelden van hun voorvaderen. De straf van God: zij werden verdrijven onder alle volken der aarde, naar Noord, Oost, Zuid en West, de vier windstreken der aarde. Het land Israël werd verwoest en een woestenij. Door hun zonden hebben zij het land tot een woestijn gemaakt.
De les voor ons: Zijn wij hardnekkig en nemen het NIET als voorbeeld? De keus is volledig vrijwillig. God dwingt niemand, man noch vrouw. Maar zoals moord tot gevangenisstraf, doodvonnis leidt, zo heeft ook het afwijzen van God de Vader en de Here Jezus Christus zijn consequenties. Niemand kan God de schuld geven van de consequentie, het is een volkomen vrije keuze. Een gewaarschuwd mens, telt voor twee!

Terug naar topTerug naar boven

Zacharia 8 Heilsbeloften

Zacharia 8
Zacharia 8

Verzen 1 en 2 Opnieuw spreekt God tot Zacharia. God spreekt zijn woede uit over Zijn volk, Hij toont dat Hij de Here der heerscharen is, heilig en geen zonde tolereert, zoals men ook heden denkt dat God de zonde tolereert en niet aanrekent. Hoe dwaas kan men zijn. God is heilig. Daarom moest Jezus sterven aan het kruis. Later in dit hoofdstuk zien wij dat geen heilig leven van Israëliet, Jood en Christen zijn gevolgen heeft.
De Here is voor Sion in grote ijver ontbrand, dat is nog toekomst. Een vervulling zien wij heden met de staat Israël. De Joden keren terug naar het beloofde land. Israël is aan het bloeien en de woestijnen worden weer vruchtbaar. Maar dit hoofdstuk zal zijn vervulling krijgen in het 1000-jarig Koninkrijk van Christus, dat is pas na de Grote Verdrukking, maar mag ik het zeggen, het gaat gebeuren binnen een tien jaar?

Vers 3 Heden woont God nog niet in Jeruzalem. Eerst wordt de tempel herbouwd in de Grote Verdrukking. In de tweede helft van de Grote Verdrukking zal Satan de tempel binnen gaan en zichzelf uitroepen als god (Daniël 9:27). Aan het einde van de Grote Verdrukking zal Jezus met zijn heiligen (de Gemeente (en engelen?)) terugkomen naar de aarde (Mattheüs 24:30, Daniël 7:13, Openbaring 17:19-21) en satan verslaan en voor 1000 jaar in de afgrond werpen. Gedurende deze 1000 jaar regeert de Here Jezus Christus op aarde in Zijn Koninkrijk en gaat dit hoofdstuk in vervulling. Dan woont Jezus in Jeruzalem. De volledige vervulling is na deze 1000 jaar als Jezus en God de Vader beide in het Nieuwe Jeruzalem wonen (Openbaring 21:22-27).

Verzen 4 en 5 Of dit geldt in het 1000-jarige Koninkrijk of ook in het Nieuwe Jeruzalem, dat heb ik geen antwoord op.
De kinderen zullen gezond, sterk en actief zullen zijn; jongens en meisjes zullen niet ziek in bed liggen, maar (met een aangenaam gezicht en genot voor hun ouders) zullen met plezier en opgewekt op straat spelen. Zij overvloed zullen hebben, eten genoeg voor allen. Geen tijden van hongersnood want wanneer zij op straat spelen, is dat een goed teken dat het ze aan niets ontbreekt en zij gezond zijn.
Zij niet bang zullen zijn voor het alarm van de oorlog en terroristische aanvallen, maar een volmaakte zekerheid en vrede genieten. Want Jezus regeert als Koning en zorgt voor vrede en veiligheid.
Jongens en meisjes zullen vreedzaam spelen, niet op straat vechten, in volkomen harmonie. Geen overheersend gedrag van jongens over de meisjes.
De ouderen met stok, vanwege hun hoge leeftijd (200-900 jaar?) kijken met genot naar het spel van de kinderen in de straten en pleinen.

Vers 6 In de dagen van Zacharia was deze profetie te wonderlijk om in vervulling te gaan. Toen waren rondom Israël nog de vijanden, de verbannelingen in Babylonië. Hun vijanden die de herbouw van Jeruzalem en de tempel wensten te verhinderen. Heden is het niet veel anders. Europa, Moslim en andere landen haten, het Antisemitisme en nazisme zijn weer in opkomst. Vele landen wensen de vernietiging van Israël en vooral van Jeruzalem. Maar zij vergissen zich lelijk als zij denken dat zij succes zullen hebben, WANT het is het WERK VAN GOD. Zij strijden tegen een Almachtig God, een strijd die zij zullen verliezen. Want strijden tegen God is dwaasheid en zinloos.

Zacharia DoodsbeenderenVers 7 Het is God Die Zijn volk terugbrengt naar het beloofde land Israël. Het is geen mensenwerk! Ezechiël 37 is zich aan het vervullen. De dorre doodsbeenderen (de doodgraven van de vergaste Joden in de Tweede Wereld Oorlog?) worden bekleed met vlees, spieren en zenuwen: Het Joodse volk is vanaf 1948 aan het terugkeren naar Israël en is voortdurend tot heden (de groei van de spieren en zenuwen).
Van de opgang en van de ondergang der zon, dus vanuit het Oosten en het Westen, kortom uit de gehele wereld keren de Joden terug naar Israël. Waar de 10 stammen van Israël zijn, weet niemand. Persoonlijk denk ik aan de mogelijkheid dat zij niet terugkeren, omdat de 144.000 verzegelden (Openbaring 7) in de gehele wereld het Koninkrijk van God zullen verkondigen.

Vers 8 Volgens de apostel Paulus komt geheel Israël tot geloof (Romeinen 11:26), ongetwijfeld is dat het geval in het 1000-jarig Koninkrijk van Christus. Dan wordt dit vers 8 volledig vervuld, evenals in het Nieuwe Jeruzalem en op de Nieuwe aarde. Dan zullen de 12 stammen van Israël trouw zijn aan hun God en zal er gerechtigheid zijn.

Verzen 9 en 10 In de dagen van Zacharia was het volk bedroefd, zagen op de puinhopen en woestijnen. Maar God zegt: Laten uw handen sterk zijn om de tempel en Jeruzalem te herbouwen. Want vóór uw terugkomst uit Babylonië was er voor geen mens iets te verdienen en het vee leverde niets op en de komende (reizende door het land) man was niet veilig voor de vijand. Want het was God Zelf die alle mensen tegen elkaar opzette.
Maar Ik (God) heb een keer gebracht in jullie lot. Zo wees nu sterk en laat jullie handen werken.
Hoe was dat niet in 1948? Het land Israël was een puinhoop en met woestijnen. Toen moesten ook de teruggekeerden sterk met hun handen zijn en het land opnieuw bewerken, steden herbouwen, de woestijnen met water bevloeien. Nu is het land met een bloeiende en vruchtbare woestijn. Behoort tot de welvarende landen der wereld, rijk aan grondstoffen (schatten door God gegeven). Arabische staten sluiten vrede met Israël. Het is veilig om door Israël te reizen. Heel veel toerisme, ja vele mensen en christenen uit de gehele wereld bezoeken Israël. Er valt geld te verdienen. Veel kennis en wetenschap wordt naar anderen landen geëxporteerd, inclusief de vroegere Arabische vijanden!

Verzen 11 en 12 Reeds in de dagen van Zacharia is God niet meer toornig zoals in de vorige dagen. Want het zaad geeft vrucht, de wijnstokken geven weer druiven en wijn. Waarom? Omdat God dauw en regen geeft over het land op de juiste tijden. Hij doet de teruggekeerden (het overblijfsel van Zijn volk) het beloofde land beërven. Dat is de vervulling in de dagen van Zacharia.
Na de afwijzing van het Joodse volk van de Messias Jezus, werd het volk opnieuw verbannen uit het beloofde land. In 70 na Chr. vernietigde de Romeinen de stad Jeruzalem en de tempel en werden zij verstrooid over de gehele aarde. De christen is de geënte tak en een ieder dient tot geloof te komen in de Here Jezus Christus als Verlosser van zonde en Heer van zijn/haar leven. Hij of zij dient in gehoorzaamheid aan Jezus te leven. Het Joodse en Israëlitische volk is de christen ten voorbeeld wat de gevolgen zijn als men volhardt en hardnekkig is in zonde. Wat de consequentie zijn: een verwerping door God. Bedroeft niet en dooft niet uit de Heilige Geest!

Vers 13 Het Joodse volk was in Babel een vervloekt volk. In de Tweede Wereld Oorlog waren de Joden een vervloekt volk. Onder Antisemitisme en nazisme zijn de Joden vervloekt. In de Islam en Moslim landen is de Jood vervloekt.
Maar God zal heil schenken. Zijn belofte is dat Israël een zegen wordt voor de volkeren. Ten tijde dat Europa de staat Israël steunde, ging het voorspoedig met hen. Nu Europa zich tegenkeert, wordt Israël weer een vloek en gaat het bergafwaarts met Europa. Dat ziet men gebeuren met elk land die zich tegen Israël keert, dat is de hand van God.
In het 1000-jarig Koninkrijk van Christus en op de Nieuwe Aarde zal Israël een zegen voor alle volkeren zijn. Want het is Jezus die regeert en zegen brengt. Dus kijk naar de toekomst en laat jullie handen sterk zijn.
De "christen" die de Jood vervloekt, die zegt dat de Joden Jezus hebben vermoord en het Kruis hebben gehangen, zij zijn geen christen, want zij hebben geen besef wat het christendom betekent. De christen is de geënte tak op de wortel Israël. Jezus moest sterven voor de zonde van de mens. Elke individuele christen, heeft Jezus aan het Kruis genageld door zijn/haar zonde. Het was de heiden Pilatus die het alleen recht had om Jezus te veroordelen tot het Kruis (de Jood had dit recht niet!). De heiden is schuldig en elk mens individueel.
Jezus, de JOOD, is de zegen geworden voor alle mensen, voor elk die wenst te geloven in Hem als Verlosser en Heer. Zo wees sterk en neem Jezus Christus aan als jouw Verlosser en Heer.

Vers 14 Met God valt niet te spotten. Toen God heeft Zijn toorn getoond aan hun vaderen, hun voorgeslacht niet wenste te luisteren naar de profeten door God gezonden. Vanwege hun hardnekkigheid, berouwde het God niet om hen te verbannen uit het beloofde land en hen te straffen.
Heden denken vele regeringen en mensen individueel, OH wij kunnen onze gang gaan. Er bestaat geen God, want wij zien geen straffen. Hoe mis hebben zij het. God is lankmoedig, wacht en kijkt. Geef de mens de tijd om tot berouw te komen en zich af te keren van zijn of haar boze wandel. Totdat de maat vol is. Kijk maar naar Venezuela, Cuba, Nicaragua dat koos bewust de bevolking tegen God en voor links met communisme en socialisme. Nu komt de bevolking om in diepe armoede, geen voedsel in de supermarkten, kerken worden gesloten dan wel met communistisch leer. Dat is niet de schuld van God, maar een vrije "democratisch en vrijwillige" keuze van het volk.
In kerken wordt het Woord van God niet meer zuiver onderwezen. Predikers preken naar de mond van de gemeenteleden. Zonde is geen zonde meer. Zij misleiden en leiden hun kudde regelrecht de poel des vuurs binnen en satan lacht. Maar de mens is individueel schuldig, hij of zij moet zelf de Bijbel lezen, Oud en Nieuw Testament, inclusief Openbaring. God waarschuwt de mens VOLDOENDE, hij of zij kan zelf lezen, luisteren (de Bijbel is in vele talen in audio) en de Heilige Geest bidden om uitleg. De mens heeft geen excuus!

Verzen 15-17 In de dagen van Zacharia, heeft God Zijn toorn afgewend en zich voorgenomen de Joden (het huis van Juda) wel te doen. Helaas ondanks de terugkeerde zegen van God en de eerdere toorn, was het volk hardleers en wezen zij de Messias af. Zij wenste niets te weten over een leer van zonde. Zij wenste zelfstandigheid, door werken de toorn van God af te keren. Wensten hun eigen maten en waarde (vers 16) boven die van God te stellen. De Tora te houden alsof die verlossing van zonde brengt, allemaal gericht op eigen werken, zoals alle andere geloven in de wereld.
De gelovige die denkt dat hij of zij niet naar Gods geboden behoeft te leven, komt zichzelf tegen. God vergeeft zonde indien deze beleden wordt, maar de consequentie(s) neemt God zelden weg. Een gelovige die in de wereld leeft, niet naar Gods Wil, is een dwaze maagd (Mattheüs 25) en gaat niet in tot de bruiloft (naar de Hemel), maar blijft achter (Mattheüs 24:40-41).
Zij haten NIET, wat God HAAT. Eerder tegengesteld zij hebben lief, want God haat. Heden afgedaan met dat is niet meer van onze tijd. Alsof de mens een grotere wijsheid heeft dan de Alwetend God. De dwaze mens met zijn kennis van een mensenleven (of sinds de schepping 6000 jaar geleden), tegenover een God die Schepper is van het heelal en reeds miljarden jaren leeft. Kijk naar de door God gegeven kennis aan Salomo in zijn spreuken. Wat denkt de mens wel, dat hij of zij meer is dan God? Geen mens die in staat is alle talen der wereld te spreken, maar de Heilige Geest begrijpt en verstaat elke taal. Geen arts of specialist die een volledige kennis heeft van het complete menselijke lichaam en denken. Ieder heeft zijn eigen vakgebied. Maar God als Schepper kent de mens volkomen, Hij heeft geen vakgebieden! Hij WEET WAT HET BESTE IS VOOR DE MENS, daarom heeft Hij verboden gegeven. Seks voor het huwelijk leidt tot abortus en AIDS. Anale seks leidt tot vreselijke ziektes.

Verzen 18-19. Deze vasten zijn besproken in het commentaar van het begin Zacharia 7.

Verzen 20-21 Deze profetie gaat in vervulling tijdens het 1000-jarige Koninkrijk van Christus en op de Nieuwe Aarde. Mensen zullen bewoners uit andere steden uitnodigen om Jeruzalem (woonstede Gods) te bezoeken (zie ook Openbaring 21:22-27). Misschien kun je denken aan de reizen die heden georganiseerd worden door organisaties en kerken om Israël te bezoeken. Vele bezoeken de klaagmuur in Jeruzalem om Gods gunst af te smeken. Dan zullen velen God bezoeken (de tempel is niet meer in het Nieuwe Jeruzalem Openbaring 21:22), om de Here der heerscharen te zoeken.

Zacharia 8 slipVers 22 Het zal zich niet beperken tot individuele mensen uit steden, het zullen natiën en machtige volken (regeringsleiders) zijn die naar Jeruzalem gaan om Gods aangezicht te zoeken. Zij zullen Gods macht en Wijsheid erkennen. Zoals de koningin van Sheba de wijsheid van Salomo (door God geven) erkende. Zij zullen nederig zijn en de gunst van God voor hun land afsmeken.

Vers 23 Mannen uit allerlei taal zullen de slip (Hebreeuws tsietsiet: gedenkkwasten Num. 15:38-39) van een Judeese man vastgrijpen, en met hem meegaan naar God, omdat zij gehoord hebben dat God hem zegent. De mantel van de Judeese man heeft 10 gedenkkwasten. Numeri 15:39 "Dat zal u dan tot een gedenkkwast zijn; als gij daarnaar ziet, dan zult gij al de geboden des Heren gedenken en die volbrengen zonder uw hart of uw ogen te volgen, dat gij u daardoor tot overspel zoudt laten verleiden".

Terug naar topTerug naar boven

Zacharia 9 De Here en Israëls buren

Vers 1 God spreekt opnieuw tot Zacharia. Onduidelijk is wie met HIJ wordt bedoeld, waarschijnlijk het oog van de Here. Bron: biblicalcyclopedia Chadrak
Over de betreffende plaats bestaat grote verdeeldheid. Adrichoinius zegt: "Adrach, of Hadrach, alias Adra is een stad van Caelesyria, ongeveer vijfentwintig mijl van Bostra, en van daaruit neemt het aangrenzende gebied de naam Land van Hadrach. Dit was het land dat het onderwerp vormde van Zacharia's profetie". Rabbi Jose, een Damascener, verklaarde volgens Jarchi dat hij een plaats met deze naam kende ten oosten van Damascus; en Michaelis zegt: "Hieraan mag ik toevoegen wat ik in het jaar 1768 heb geleerd van Joseph Abbassi, een nobele Arabier van het land voorbij Jordanië. Ik vroeg of hij een stad kende die Hadrakh heette. Hij antwoordde dat er een stad met die naam was, die, hoewel nu klein, de hoofdstad was geweest van een groot gebied genaamd het land van Hadrakh', enz. De twee namen zijn echter totaal verschillend (הדר, Hadrach; Arab. Edhr' a), en er is geen historisch bewijs dat Edhr'a ooit de hoofdstad van een groot gebied was. Einde bron.
Kortom men weet niet waar dit land Chadrak is.
Damascus bestaat nog steeds in Syrië, waar de oorlog reeds 11 jaar duurt (maart 2022).
Het oog van de Here is niet slechts op de 12 stammen van Israël, maar op andere mensen, dat wil zeggen op alle volkeren op de aarde.

Verzen 2 en 3 Bron christipedia.nl 1. De stamvader van de Rechabieten; 2. Sedert de oudste tijden een aanzienlijke stad in Syrië. De stad Hamath lag aan de voet van de Antilibanon aan de rivier Orontes, 213 km ten noorden van Damascus en nabij Zoba, en heette daarom ook Hamath-Zoba. Door de Kanaänieten gesticht, werd de stad later door de Syriërs bezet. Einde bron. Heden is HAMATH, een van de meest charmante regio's van Libanon, een potentieel olijfbomenland.
Hamath, dat vanuit Damascus bij de ingang van Palestina ligt, grenst qua grondgebied aan Damascus. Zijn zuidelijke koers vervolgend bereikt het Tyrus en Sidon, wiens bedrog van wijsheid en goddeloze trots gestraft moeten worden. De Tyriërs werden gevierd vanwege hun wereldse wijsheid. Het oude Tyrus lag op het vaste land en had een tempel. Tyrus en Sidon waren de oudste steden en rijkste in de wereld. Tyrus bekend om zijn kunst en handwerken, speciaal van glas en pottenbakkerij. Sidon voor zijn handel. De haven van Tyrus had een rijke stroom van Aziatische handel, had bijna het monopolie van de Middellandse-Zeegebied. Haar rijkdom was enorm. De bewoners leefden luxueus, vandaar hun enorme trots. Tyrus had een grote bedreiging van indringers, daarom werd er een andere stad gebouwd op een 700 meter in de zee. De profetieën van Jesaja en Ezechiël werden door Nebukadnezar vervuld, die het oude Tyrus volledig verwoeste en de stad in ruïne achterliet. Na deze val, richtte de Tyriërs zich op het eiland. Omringde de stad met een dubbele muur van 45 meter in hoogte, gevuld met 8 meter aarde. Zodat met de omliggende zee, de stad onneembaar leek.

Vers 4 Echter de Heer zal het veroveren. Deze profetie werd 200 jaar later vervuld. Alexander gebruikte de ruïne (puin, stenen en hout) van het oude Tyrus om en pier te bouwen van het vaste land naar het eiland. Na een beleg van 7 maanden, werden 10.000 met het zwaard gedood en 30.000 slaaf gemaakt. De stad werd met vuur verbrand en daarmede werd dit vers/profetie letterlijk vervuld.

Verzen 5 en 6 Askelon en Gaza (het gebied van de Filistijnen, huidige gebied van de Gaza strook van de Palestijnen) zij zullen het zien en vrezen de val van Tyrus. De geschiedenis vermeld dat na een belegering van twee maanden Gaza, de koning Betis door de stad werd gesleept (koning uit Gaza zal verdwijnen). Bron wikipedie: Askelon (Hebreeuws: אשקלון, Arabisch: عسقلان, ʿAsqalān) is een badplaats in het zuidwesten van Israël, aan de Middellandse Zee. De stad ligt in de kuststrook in het uiterste westen van de Negev, net ten noorden van de Gazastrook en ten zuiden van Asjdod. Askelon ligt op 75 kilometer afstand van Jeruzalem en 56 kilometer van Tel Aviv. De moderne stad is in 1949 herbouwd op de overblijfselen van de Palestijnse stad Al-Majdal Asqalan. Kibboets Yad Mordechai ligt 10 kilometer ten zuiden van de stad. Hier bevindt zich een museum over het getto van Warschau.
Een bastaard volk zal in Adod wonen. Door de geschiedenis heen werd de stad bewoond door een opeenvolging van volkeren, waaronder Kanaänieten, Hurriërs, Assyriërs, Egyptenaren, Feniciërs, Hebreeën, Perzen, Grieken, Romeinen, moslims, kruisvaarders, Ottomanen en Britten.

Vers 7 Het bloed in de mond duidt op het drinken van offerbloed. De gruwelen tussen zijn tanden: het eten van bloedoffers aan de afgoden. Desondanks zal God het niet volledig vernietigen maar blijft er een overblijfsel. Het duidt op de onderwerping door koning David, stamhoofd van Juda.
De vervulling geschied in de tijd van Jezus, Lukas 6:17: een grote schare kwam uit Tyrus en Sidon (Ekron als Jebusiet).

Vers 8 Logisch dat de Joden bang waren voor de omringende volkeren om Jeruzalem en de tempel te herbouwen. God echter is Die beschermt, heb geen angst zegt God in dit vers. Een opmerkelijk feit is dat toen Alexander optrok naar Jeruzalem, hij verontrust werd door een droom, waarin hij bevolen werd Jeruzalem te sparen en grote voorrechten te geven. Herodes liet de tempel vergroten vlak voor de tijd van Jezus.
Heden zien wij Gods bescherming van de stad Jeruzalem. Vele malen zijn de omringende volken na 1948 opgetrokken tegen Jeruzalem, maar God heeft beschermd. Nu hebben vele landen hun ambassades in de hoofdstad Jeruzalem. En men kan dit met eigen ogen zien. Deze verzen 1 tot 9 hebben hun vervulling gekregen!

Zacharia 9

Vers 9 Zie de vervulling geschreven in Mattheüs 21 1-11. Mattheüs 21 vers 4 zegt: Dit is geschied, opdat vervuld zou worden wat door de profeet (Zacharia) gesproken is. Vervolgt door vers 5 een aanhaling van Zacharia 9 vers 9.
Geen machtsvertoon van het rijden op een paard, zoals vele koningen in de tijd van Jezus, met groots schouwspel, of met wagen en paarden. Maar een nederig rijdend op een ezelsjong. Maagdelijk. Een karakter van vrede en verlossing.
Hij (Jezus) is rechtvaardig en zegevierend. Het Engels heeft vertaald met "just and endowed with salvation". Met de betekenis van God was met Hem, ondanks alle nederigheid, onderhoudende Hem in het grootse werk die Hij te verrichten had als Verlosser van de zonde, schenkende krachten van macht (over demonen) en genezing.

Vers 10 Is nog toekomst. Zie Zacharia 14 vers 4 Zijn (Jezus') voeten zullen op de Olijfberg staan. Openbaring 19:19 De volkeren die het Beest aanbaden en de mensen die het merkteken van het Beest hebben aangenomen, zij vinden de ondergang. Dan zullen de wagens uit Efraïm en de paarden uit Jeruzalem (zij die zijn opgetrokken Openbaring 19:19) en de strijdboog teniet worden gedaan. Na deze overwinning van Jezus, zal Jezus vrede brengen in Zijn 1000-jarige Koninkrijk. Dat zal Zijn heerschappij zich uitstrekken vanuit Jeruzalem tot de einden der aarde.
De Joden kregen de kans om Jezus als Verlosser van hun zonde aan te nemen in Mattheüs 21. Echter zij wensten niets te weten van zonde. Zij wensten een verlosser van het Romeinse juk en verwierpen Jezus toen Hij niet kwam als Koning en bevrijder van het Romeinse juk. Zacharia 9 verzen 9 en 10 hadden aansluitend moeten zijn. Echter met hun verwerping, kwam als interval de periode van 2000 jaar met Jezus als Verlosser van de zonde, de prediking van het evangelie, de Gemeente.

Vers 11 Uw eigen verbondsbloed, dat is het verbond door God gesloten met de Israëlieten op de berg Sinaï. Waar God Zijn geboden en inzettingen via Mozes aan de Israëlieten heeft gegeven met de zegen en de vloek.
De put waarin geen water is: kerkers, diepe putten waarin geen water stond en in speciale gevallen gevangenen werden neergelaten. Denk aan Jozef die voordat hij door zijn broers verkocht werd, in de put als gevangene werd bewaard.
Onder de verwoestingen van Antiochus (een van de koningen van de Griekse monarchie) leden de Israëlieten verschrikkelijk. Hij trachtte het Joodse geloof uit te roeien met de plicht van aanbidding van Jupiter in hun tempel. Echter het maakte de Israëlieten slechts meer hardnekkiger in hun geloof.

Vers 12 God belooft dat als Zijn volk naar Hem terugkeert, Zijn wetten en inzettingen zal (blijven) onderhouden, Hij verlossing zal brengen en hen dubbel zal vergelden voor hun lijden.
Voor de Gemeente geldt dat Jezus Christus het verbondsbloed is. Met Zijn kruisdood en bloed, heeft Hij de gelovige gekocht. Zondaren zijn gevangenen van de zonde. Maar hoe zal de gelovige loon ontvangen naar zijn of haar werken als volhard wordt in het geloof met goud, zilver en kostbaar gesteente. De hoop is het vooruitzicht door God gegeven van een leven bij God en verlossing van de zonde door het kostbare bloed van de Here Jezus Christus. In Hem is de hoop op eeuwig leven en verlossing van het zondige lichaam.

Vers 13 God toont Zich hier als een strijder. De boog is Juda (2 Sam. 1:18) en de pijl is Efraïm (Ps. 78:9), Gods machtige wapen tegen de vijanden van Zion. Hier bij name genoemd: Griekenland. Zij worden het zwaard van een held, dat is onweerstaanbaar en onoverwinnelijk. God gebruikt Zijn volk om te strijden tegen de vijanden van Zijn volk. Hij gebruikt de Gemeente om Hem te verkondigen en de ongelovigen te bestraffen.

Vers 14 Dan zal de Here hun verschijnen, zie Zacharia 14:4, Mattheüs 24:30 en Openbaring 19:19. Zijn pijlen zullen als bliksemen de vijanden doden. Denk maar eens als tornado's, hurricanes en zware stormen, daar schieten de bliksem. Niets is tegen dit geweld bestond en laat een spoor van vernieling achter.
Stormen uit het Zuiderland waren de ergste stormen.
De bazuinen worden geblazen in Openbaring 8, 9 en 11.

Vers 15 Bij slingerstenen kunnen wij denken aan de gladde stenen, zoals David rapte van de grond en slingerde naar de reus Goliath. De steen drong in zijn hersenen en doodde hem. Het zijn kleine stenen op de grond en lijken onschuldig. Maar in de hand van God (David werd door God gebruikt) een dodelijk wapen.
Een sprengbekken is een schaal die bij het brandofferaltaar gebruikt werd om het bloed van de offerdieren erin op te vangen en het eruit te sprengen (Ex. 27:3).

Vers 16 God is het Die verlossing brengt van de vijanden. Na de verlossing, komt de vrede. Het Israëls volk is het uitverkoren volk van God. Zij zijn de kroonjuwelen van God. Zij zullen stralen in het Beloofde Land. Zij zullen de juwelen dragen in hun diadeem op hun hoofden.
De gelovige in de Here Jezus Christus, zij zullen met Jezus regeren in Zijn 1000-jarig Koninkrijk. Mogelijk zal de gelovige ook een diadeem dragen.

Vers 17 Het koren en de wijn duidt op de zegeningen van God. Het koren voedt de jongelingen, en maakt hen sterk en de jonkvrouwen vruchtbaar. Geen geweld meer en oorlog, maar vrede en overvloed in het 1000-jarig Koninkrijk van Christus.

Terug naar topTerug naar boven

Zacharia 10 Alleen de Here geeft regen

Zacharia 10
Zacharia 10

Vers 1 Vraagt de Here regen te geven. Hij maakt de bliksemschichten en geeft de stortregens ten tijde met als gevolg gewas op het veld. De eerste regen viel in de zaadtijd, in de herfst, de laatste viel in de lente, tussen maart en mei, waardoor het koren aan de aar kwam. Hoe moesten de Israëlieten niet herinnert worden dat het God is Die de regen geeft. Hoeveel christenen danken God vandaag voor hun eten en drinken? Eens per maand, op dankdag, eens per week of dagelijks? Beseffen wij dat zonder regen er geen eten en drinken en geen leven is? De regen in juiste hoeveelheid en op het juiste tijdstip, zorgt voor de rijst, de aardappelen en de groente. De vruchten van de bomen, appels, peren, sinaasappels. De wei die bloeit met gras en de koeien hun melk geven. Genoeg reden om God voor te danken. En te BIDDEN dat God in de juiste hoeveelheden en op het juiste tijdstip de regen geeft.
Maar tegengesteld als wij God verwaarlozen, de aarde plunderen en uitbuiten, het klimaat niet goed beheren, ervaart de mens de opwarming van de aarde, die volgens wetenschappers maken dat de oceanen warmer worden, er meer water verdampt met als gevolg de meerdere en krachtiger orkanen die Amerika teisteren en de tsunami's in Azië. Met miljarden dollars aan schade. Mensen hun huizen en bron van inkomsten verliezen. Winkels, supermarkten en fabrieken verwoest.
De Israëlieten moesten bidden voor de vroege en de late regen. Ontbrak een van deze, dan was de oogst armzalig. Geestelijk kunnen wij dit toepassen: Wij kunnen bidden dat mensen tot geloof komen in Jezus Christus, maar als het gebed voor geestelijke groei ontbreekt, dan is het als zaad wat langs de weg valt, steenachtige plaatsen en tussen de dorens (Mattheüs 13:1-23), zij gaan uiteindelijk verloren.

Vers 2 De terafim was een beeldje van huis- of familiegoden met menselijke gedaante. De exacte betekenis is onbekend. Het volk van God, die hun God opzij hebben gezet en afgoden aanbidden, profeten met valse dromen die valse hoop geven, naar waarzeggers luisteren (die God verboden had). Heden het (dagelijkse) raadplegen van horoscopen. Het occultisme an aanbidden van demonen, offeren aan demonen tot het offeren van kinderen. Zij zijn allen zonder God, en dwalen als verloren mensen, die geen uitkomst meer zien, echtscheidingen en zelfmoord brengen. Het wegvluchten in de alcohol, seks en drugs. De Israëlieten luisterden niet naar hun God en de door God gezonden profeten, zij daalden omdat het geen herder meer had die hen stuurde en leidden. Heden wensen vele mensen niets te weten van Gods wetten, van de Bijbel, wijzen de boodschap van de ware verkondigers van God af. Worden misleid door de valse verkondigers van de Bijbel, die naar de mond van de mensen praten, valse leraren zijn het. Die de mensen regelrecht naar de poel des vuurs leiden. In welke kerk wordt de Opname van de Gemeente verkondigd? Het boek van Openbaring, Daniël, Ezechiël en Zacharia uitgelegd. Aangedrongen op een leven onder de controle van de Heilige Geest? Opgeroepen tot een heilige levenswandel tot eer van God en Jezus Christus? Om een voorbeeld voor de ongelovige te zijn?

Daarom is de toorn van God ontbrand tegen de herders (voorgangers) en ZAL GOD (aan deze bokken van vers 2) BEZOEKING DOEN! Hebreeën 13:17 is duidelijk: Voorgangers zij zullen rekenschap aan de Here Jezus Christus moeten afleggen. Hoe weinigen leven in dit besef! Hoe vele voorgangers en anderen zwakken de Bijbel niet af, preken het Woord van God niet, geven zwakke prediking en geen onderwijs van heilige levenswandel. Duidelijk ziet men GEEN VRUCHTEN VAN DE GEEST (Galaten 5:22) in hun leven noch van hun gemeenteleden.

Verzen 3-5 Als het volk zich terugkeert tot God, dan zal God hen de hoeksteen, de pin geven die de tent vasthoudt, geven uit hun midden. Niet uit de vreemdelingen, maar uit hun eigen volk. Dit werd vervuld ten tijde van de Makkabeeën. En vindt zijn vervulling volledig plaats in het Messiaanse Koninkrijk, de hoeksteen is Jezus Christus.
Geestelijk is Jezus Christus reeds de hoeksteen (het fundament) van de Gemeente (1 Kor. 3:11). De gelovige gaat door het slijk heen van vervolgingen en martelingen, uit hen komt voort de Gemeente van een koninklijk priesterschap. En in het 1000-jarige Koninkrijk zullen zij machthebbers (koningen) zijn. De strijdboog van de verkondiging van het evangelie gaat over de gehele aarde. De strijdboog van de Twee Getuigen en de 144.000 verzegelden gaat over de gehele aarde in de Grote Verdrukking. Zij zullen strijden omdat de Here met hen is. Maar die op paarden rijden, het Beest en de valse profeet aanbidden, zij zullen beschaamd staan en vernietigd worden.
In de tijd van de Makkabeeën (tweede eeuw voor Christus), werd dit reeds gedeeltelijk vervuld door de nederlagen van Antiochus.
Een verdere vervulling zien wij in de nederlagen van de vijanden van Israël gedurende de oorlogen na 1948. Vooral de zesdaagse oorlog bracht een grote overwinning, en Egyptische soldaten getuigen dat zij de engelen zagen die voor Israël streden.

Vers 7 Efraïm was de vooraanstaande stam van de 10 stammen, waarvan de meeste nog niet waren teruggekeerd vanuit Babylonië. Zij hadden de meeste bemoediging van God nodig.

Vers 8 Ik zal hen tot Mij fluiten en hen vergaderen. De herder gebruikte een fluit om de schapen tot zich te roepen. Een bijenhouder fluit om de bijenzwerm bijeen te roepen. Het lijkt zwaar werk, maar schijnt makkelijk volbracht te kunnen worden. Het lijkt onmogelijk om de 10 stammen die zich verspreid hebben over de gehele wereld bijeen te brengen, maar wanneer God fluit, zullen zij zich verzamelen.

Vers 9 Het is God Die de 10 stammen tot verre streken op de aarde heeft verstrooid. Desondanks kennen we de vele Joodse wijken in vele steden overal ter wereld waar de (orthodoxe) Joden wonen, hun synagoges hebben, en hun Joodse religie beoefenen.

Verzen 10 en 11 Ik zal ze ook weer uit het land Egypte brengen. Sommigen denken dat dit letterlijk werd vervuld toen koning Ptolemaeus Philadelphus van Egypte 120.000 Joden uit zijn land naar hun eigen land stuurde, zoals de belofte was om hen uit Assyrië te halen door Alexander, de zoon van Antiochus Epiphanes. Maar het heeft zijn geestelijke prestatie in het bijeenbrengen van dierbare zielen uit een slavernij die erger is dan die in Egypte of Assyrië, en het brengen van hen in de glorieuze vrijheden van de kinderen van God en hun genietingen, die zijn als de prachtige vruchtbare weiden in het land van Gilead en Libanon.

Vers 12 Het is God Zelf, die bewerkt dat het Israëlische en Joodse volk tot Hem terugkeert in aanbidding. Ezechiël spreekt over de dorre beenderen waarop spieren, zenuwen en vlees groeien, MAAR er was nog geen geest. Dat komt later. We zien de terugkeer naar Israël, maar nog steeds met het houden van de Wet. Er is nog geen geest, geen ware aanbidding van God. Het aantal abortussen in Israël is schrikbarend hoog. Vele jongeren kennen God niet. Maar er komt een tijd (misschien pas in het 1000-jarig Koninkrijk van Christus) dat een ieder God zal kennen en in Zijn Naam zullen wandelen.

Terug naar topTerug naar boven

Zacharia 11 De twee herders

Gods profeet Zacharia, die in de voorgaande hoofdstukken een ambassadeur was die gezonden was om vrede te beloven, is hier een heraut die gezonden is om de oorlog te verklaren. De Joodse natie zal haar welvaart herwinnen, en zal enige tijd bloeien en aanzienlijk worden; het zal uiteindelijk heel gelukkig zijn bij de komst van de langverwachte Messias, bij de prediking van zijn evangelie. Maar wanneer daardoor het uitverkoren overblijfsel onder hen wordt geroepen tot berouw van, zal het lichaam van de natie, volhardend in ongeloof, volkomen verlaten en aan de ondergang worden overgegeven, omdat het Jezus heeft verworpen; en dit wordt hier voorzegd in dit hoofdstuk: de Joden die Christus verwierpen, wat hun maatvullende zonde was, en de toorn die vanwege die zonde tot het uiterste over hen kwam.
Het beschrijft de storm die over Palestina kwam, na de periode van de Makkabeeën, voor de komst van de Messias.

Verzen 1-3 Sommigen verstaan onder Libanon de tempel, die werd gebouwd van ceders uit Libanon, en de stenen ervan wit als de sneeuw van Libanon. Het werd door de Romeinen met vuur verbrand en de poorten werden opengebroken door de woede van de soldaten. Calvijn ziet het als een voorspelling van tumult en problemen als een storm die Palestina doorkruist.
Basan was een vruchtbare Overjordaanse landstreek. Een land oostelijk van het meer van Galilea en noordelijk van Gilead. Het strekte zich noordelijk uit tot de berg Hermon, en in het oosten tot Salcha, Deut. 3:10, Jozua 12:5. Basan behoorde oorspronkelijk aan de koning der Amorieten Og, Num. 21:33; doch werd veroverd door de Israëlieten en aan de halve stam Manasse toebedeeld, Num. 33:33; Jozua 21:6. Het land stond ook bekend om de uitstekende hoogte van haar eiken, Jes. 2: 13.
Herodes en de priesters waren herders in hun ambt, zulke mannen hadden Gods kudde moeten beschermen die aan hun taak was toevertrouwd. Echter de Hogepriester verklaarde Jezus schuldig aan godslastering en met hem de priesters en schriftgeleerde. Herodes verklaarde Jezus onschuldig en waste zijn handen in onschuld en gaf Jezus over om gekruisigd te worden. Zij waren de jonge leeuwen die brulden in hun hoogmoed tegen Jezus. De pronk van de Jordaan, de komende Koning en vergeving der zonde door Jezus, werd verwoest aan het Kruis van Golgotha.

Verzen 4-17 De profeet wordt in eerste instantie geschilderd als een type van Jezus en eindigt als een dwaze herder.

Vers 4 De profeet en Jezus worden bevolen door God de Vader om het volk te weiden als een goede herder.

Vers 5 Hun kopers slachten ze zonder zich schuldig te voelen. Op het tempel plein in de dagen van Jezus, kochten de kopers de schapen die gefokt werden door de herders van Efraïm en verkochten deze met woekerwinsten aan de mensen die een offer wensten te brengen in de tempel. Zij kwamen van geheel Palestina en tijdens hun reis namen zij niet een schaap uit eigen kudde mee, maar kochten het op het tempel plein. De (ver)kopers wensten rijk te worden met hun woekerwinsten. Zij kochten in grote getallen van de herders van Efraïm.
In de tijd van Jezus werden de overpriesters en de oudsten, die de bezitters van de kudde waren, door hun tradities, de geboden van mensen en hun opleggingen aan het geweten van het volk, volmaakte tirannen, verslonden hun huizen, namen hun rijkdom in beslag en pelde de kudde in plaats van ze te voeden. De Sadduceeën, die deïsten waren, corrumpeerden hun oordeel, zij zetten op de stoel van Mozes. De Farizeeën, die onverdraagzaam waren voor bijgeloof, verdorven hun moraal door de geboden van God ongeldig te maken, Mattheüs 15:16.

Vers 6 God zal Zijn hardnekkig volk die niets van erkenning van zonde wenste te weten, niet sparen. Zij riepen (Joh. 19:12-15) Weg met Hem (Jezus)! Wij hebben geen koning, alleen de keizer. Jezus kwam on zijn volk te redden van de straf op de zonde, maar het volk verwierp Hem, zij wensten niet genezen te worden. Hun prijsgeving werd tot hun ondergang.
Bij de vernietiging van Jeruzalem en de tempel in 70 na Chr. werden anderhalf miljoen Joden vermoord door de Romeinen (lever de mensen over in de macht van hun koning=keizer Caesar). Het land Palestina werd een woestenij.
Trekken wij deze profetie door naar heden, ook nu is de wereld tegen God en wensen niets te weten over zonde erkenning. Dat geldt voor ongelovige en gelovigen. In de Grote verdrukking zal God hen overleveringen aan koningen, die satan dienen. De mensen zullen het Beest en de valse profeet gaan volgen en het merkteken 666 aannemen. Gods toorn komt over de mensheid met de vele verwoestingen beschreven in Openbaring. Hoogmoed ten top in Babylon en zijn enorme handel en rijkdom. Maar valt in Openbaring 16 met de uiteindelijke val van de opstandige mensen tegen God. God redt de hardnekkige en opstandige mens niet in de Grote Verdrukking.

Vers 7 Ik nam twee stokken mee, pastorale stokken; andere herders hebben maar één staf, maar Christus had er twee, wat duidt op de dubbele zorg die Hij voor zijn kudde had, en voor wat Hij deed voor zowel de zielen als de lichamen van de mensen. David spreekt van Gods staf en zijn staf (Ps. 23:4), een corrigerende staf en een ondersteunende staf. Een van deze stokken heette Lieflijkheid, wat de tempel aanduidt, die de schoonheid van heiligheid wordt genoemd, die Christus het huis van Zijn Vader noemde. En waarvoor Hij een grote ijver toonde toen hij het ontruimde van de kopers en verkopers. De andere noemde hij Samenbinding, waarmee hij hun burgerlijke staat aanduidde, en de geïncorporeerde samenleving van die natie, waarvoor Jezus ook zorgde door liefde en vrede onder hen te prediken.

Vers 8 In het algemeen lijkt het een daad van macht en gerechtigheid voor de straf van de zondige herders en het herstel van de grieven van de mishandelde kudde. Sommigen begrijpen het als drie orden van vorsten, priesters en schriftgeleerden of profeten, die, toen Jezus Zijn werk had volbracht, terzijde werden gelegd vanwege hun ontrouw. Anderen begrijpen het van de drie sekten onder de Joden, van Farizeeën, Sadduceeën en Herodianen, allen die Jezus het zwijgen oplegde in geschil (Mat. 22) en kort daarna afgesneden, allemaal in een korte tijd.

Vers 9 Er is een wederzijdse vijandschap tussen God en slechte mensen; ze zijn hatelijk voor God en haten God. Niets spreekt meer de zondigheid en ellende van een onwedergeboren staat dan dit. De vleselijke gezindheid, de vriendschap van de wereld, hun vijandschap jegens God, en God haat alle werkers van ongerechtigheid; en het is gemakkelijk te voorzien waar dit op zal eindigen. Ze zullen zichzelf tot prooi maken voor de wolf. Zij die Gods genade (en Jezus) verwerpen, zij worden prooi aan hun zonden en eindigen in de poel des vuurs. Zoals Mozes kwaad werd en de twee stenen van de 10 geboden kapot gooide, zo komt er een einde aan de terging van Gods genade.
In de eindtijd zal zoon zijn vader verraden, de naaste tegen zijn naaste opstaan. Heden zien wij reeds kerkleden die hun voorganger bij de politie aanklagen en verraden (de overblijfenden mogen elkaars vlees eten).

Vers 10 Ofschoon na de kruisiging van Jezus 30 na Chr. het Joodse volk nog 40 jaar kreeg om tot berouw te komen, werd het volk in 70 na Chr. op afschuwelijke wijze vermoord na de vernietiging van Jeruzalem en de tempel. Daarmede "eindigde" het verbond van God met het Joodse volk (mijn staf Lieflijkheid verbroken). Desondanks is het niet volledig opzij gezet en komen ook uit de Joden tot geloof in Jezus Christus als Verlosser en Heer.

Vers 11 Het Joodse volk werd het ellendigste onder de volken. Verbannen uit het beloofde land, anderhalf miljoen werden vermoord door de Romeinen in 70 na Chr. Verstrooid over de gehele aarde. Gehaat door vele volken in de wereld. Gedood door de Kruisvaarders. En als hoogtepunt de moord van de zes miljoen Joden in de concentratiekampen met hun verbranding (het ergst denkbare voor een Jood) in de Tweede Wereld Oorlog.
Laat de mens het bemerken. Dit was het Woord van God. En geldt voor IEDER MENS die God afwijst!

Vers 12 De overpriesters wogen het loon van Jezus af: 30 zilverlingen, de prijs van een slaaf (Marcus 14:10-11). Na het verraad door Judas en hij spijt kreeg van zijn daad, brengt hij het bloedgeld terug naar de overpriesters. De overpriesters weigerden dit omdat het geld was betaald voor een dood. Daarop smeet Judas de 30 zilverlingen in de tempel (Huis des Heren). Daarop verhing Judas zichzelf. De overpriesters verzamelden de 30 zilverlingen en kochten het land van de pottenbakker (Mattheüs 27:5-10) als begraafplaats voor vreemdelingen die in Israël woonden en geen begraafplaats konden betalen. Dit land is nog steeds in Jeruzalem (te bezichtigen). Daarmee werd deze profetie volledig vervuld.
Het dal Ben-Hinnom van de pottenbakker was een onreine plaats voor de Joden vanwege dat Josiah had het verontreinigd met aas en botten (2 Koningen 23:10 offeren van zonen en dochters aan de Moloch). De pottenbakker haalde zijn klei uit dit dal. Zie ook Jeremia 18 en 19.

Vers 14 Ten tijde van Rehobeam (de koning na koning Salomo) was reeds de scheuring tussen Israël (10 stammen) en Juda (2 stammen). Eerst waren de Israëlieten weggevoerd naar Babylonië, daarna de Joden (Juda). De Joden in de wereld zijn duidelijk herkenbaar door hun uiterlijk. Velen kunnen bewijzen (DNA) dat zij Jood zijn bij hun huidige terugkeer in Israël. Echter een duidelijk scheiding is er, niemand weet niet waar de 10 stammen uit Israël zijn. Die broederschap is teniet gedaan.

Verzen 15 en 16 De profeet Zacharia wordt door God bevolen: Neem u nog eens de uitrusting vav een dwaze herder. De dwaze herder heeft geen staf, geen zak (met stenen om de wolven op afstand te houden). Hij kijkt slechts naar zijn eigen welzijn en niet naar het welzijn van zijn schapen. Hij beschermt zijn schapen niet. De priesters, schriftgeleerden en farizeeërs bonden onmogelijke regels op het volk om hun eigen positie te verbeteren. Zij maakten de Wet van Mozes tot een ceremoniële wet.
Mattheüs 24:4-5 "En Jezus antwoordde en zeide tot hen: Ziet toe, dat niemand u verleide! Want velen zullen komen onder mijn naam en zeggen: Ik ben de Christus, en zij zullen velen verleiden".
Heden horen van het vele bedrog van het geven van tienden (geef een veelvoud). Dat wordt echter niet gebruikt voor evangelisatie en zending, maar ter eigen verrijking van de voorganger. De goede niet ten na gesproken.

Vers 16 De priesters, schriftgeleerden en farizeeërs in de dagen van Jezus zij waren nietswaardige herders. Zij kwamen om bij de vernietiging van de tempel. Maar ook de Romeinen blijven niet ongestraft, ook zij kregen het zwaard over zich en hun keizerrijk werd vernietigd.

Terug naar topTerug naar boven

Zacharia 12 Belegering en bevrijding van Jeruzalem

Vers 1 De woorden die volgen zijn van God, dus onbetwistbaar. Het is God, Hij is de Schepper van de wereld. De Schepper en daarom heeft Hij een onbetwistbare onweerstaanbare heerschappij. Hij schiep de aarde, planten, bomen, gewassen, vissen, vogels en de mens. Hij is de Almachtige. Hij kent elke gedachte en motivatie van de mens. Hij vormt de mens in het binnenste van de buik van de vrouw. Daarmee is Zijn gezag gevestigd. Geen mens noch gevallen engelen kunnen Hem imiteren. Hij is uniek. En daarmee zullen deze profetieën in vervulling gaan.

Verzen 2 en 3 Een schaal (beker) der bedwelming als een beker wijn leidt tot bedwelming en dronkenschap. Een betere vertaling is "drempel" in de zin van iemand die een huis binnengaat, de drempel breekt en het gehele huis ineenstort, op zijn hoofd valt en sterft. Veel landen nemen aanstoot aan de staat Israël en vooral de stad Jeruzalem. Aan het einde van de Grote Verdrukking zullen alle naties van de aarde naar Jeruzalem gaan en het belegeren. Maar zoals de drempel breekt, zo zullen deze naties bedwelmd raken, zwaar gewond raken en de dood vinden.

Vers 4 Ja, hoe we dit vers moeten uitleggen, is moeilijk. Vandaag hebben we de gevechtsvliegtuigen, de bommenwerpers, de tanks. Maar als we dit doorzetten, zal God al deze bemanningen met blindheid slaan, ze zullen neerstorten en niet in staat zijn om de tanks te bedienen.
Aan de andere kant heeft de christelijke jood Meno Kalisher een andere uitleg en zegt dat we de Bijbel letterlijk moeten nemen. Volgens hem zal er door de wereldregering aan het begin van de Grote Verdrukking vrede komen, die een einde zal maken aan de biljoenen verslindende bewapening van elk land, resulterend in welvaart door het vrijgekomen geld. Alle wapens worden vernietigd. Dit optrekken naar Jeruzalem van alle volkeren der aarde is dan niet met vliegtuigen en tanks, maar inderdaad zoals de ridders in de middeleeuwen met paard en ruiter. Een interessante uitleg. Degenen in de Grote Verdrukking zullen de juiste uitleg zien.

Vers 5 Het is interessant dat er over de hoofden van Juda wordt gesproken. Waar zijn de 10 stammen? Oké, Jeruzalem behoort tot het grondgebied van Juda, koning David. Ze kijken niet naar hun eigen kracht, maar vertrouwen volledig op hun God Jehovah.

Vers 6 God zal ze maken als hout, ja, als garven (die meer brandbaar zijn), want dit vuur, niet alleen om erdoor te worden verteerd, maar om daardoor sterker te branden. Zij zullen alle volken rond Jeruzalem verslinden, want het is God die de plaats van Jeruzalem heeft bepaald. Geen enkel land op aarde kan die plaats veranderen. De Verenigde Naties kunnen van alles beslissen. Als het niet in overeenstemming is met de Wil van God, is het vruchteloos en komt het niet tot stand.
Zoals vuur uit de mond van de twee getuigen komt en allen verteert die zich tegen hen verzetten (Openbaring 11:5).

Verzen 7 en 8 Op die dag zal de zwakste van de inwoners van Jeruzalem zijn als David, zij zullen krijgslieden zijn, stoutmoedig en dapper, bekwaam en sterk als David zelf. Ze zullen grote dingen bereiken zoals David, en het bewaken als David zelf was bij het stichten ervan, en even formidabel als hij was voor zijn vijanden. Goddelijke genade maakt kinderen niet alleen mannen, maar ook kampioenen, maakt zwakke gelovigen niet alleen goede soldaten, maar ook grote soldaten, zoals David.
Het is de engel van de Heer die de zwakken sterk en overwinnaars maakt.

Vers 9 Volkeren komen in opstand tegen Jeruzalem, vele en machtige naties, maar ze zullen allemaal worden vernietigd, hun macht zal worden verbroken en hun inspanningen worden verijdeld. Het onheil dat ze plannen, zal op hun eigen hoofd terugkeren. Bij de tweede komst van Christus zal Hij hun vernietiging voltooien, wanneer Hij alle tegengestelde heerschappij, vorstendom en macht zal vernietigen. De laatste vijand zal worden vernietigd van allen die tegen Jeruzalem hebben gevochten.

Vers 10 De zegeningen worden uitgestort over het huis van David. Ze zijn niet meer en niet beter dan de genade van God ze maakt. Het huis van David is geheel samengevat in Jezus Christus, de Zoon van David. Allen die Jezus Christus erkennen als Verlosser en Heer, zowel Oud- als Nieuwtestamentische gelovigen.
Het is Gods genade dat we verzoend zijn in Jezus Christus. De Geest van genade wordt aan de gelovige gegeven als een onderpand en tot heiliging van de gelovige, zodat hij of zij overtuigd wordt van de zonde, en het is de kracht van de Heilige Geest om niet meer te zondigen, dat wil zeggen, te leven volgens de Wil van God, om God de Vader te loven en te eren. Om een heilig leven te leiden.
De Geest van gebeden. Er gebeurt niets zonder gebed. Ook al heeft God ons Zijn beloften gegeven en God weet wat we nodig hebben, het is Zijn Wil dat de gelovige Hem in gebed erom vraagt. Het is voor Zijn glorie om gebeden te beantwoorden, maar het is aan de mens om in geloof te bidden. God had beloofd het verbannen volk na 70 jaar terug te brengen, maar Daniëls gebed was nodig om God ertoe te bewegen dit te doen en Zijn belofte na te komen. Daniël pleitte op basis van Gods belofte. Het zijn de gebeden van de gelovigen die ervoor zorgen dat Gods engelen vechten tegen Satan en demonen, tegen heersers die Gods Woord en wetten verwerpen.
Ze zullen Hem aanschouwen die ze hebben doorstoken (zie Johannes 19:16-37). De Joden riepen: Kruisig Hem, Kruisig (Johannes 19:6). Op bevel van Pilatus werd Jezus gekruisigd en werden Zijn handen en voeten aan het kruis genageld. Deze littekens zijn blijvend (Johannes 20:24-29) bij Jezus. En alle naties zullen Jezus zien bij Zijn tweede Wederkomst (Matteüs 24:30).
Elke individuele persoon is SCHULDIG voor de kruisiging van Jezus door zijn of haar zonde, niemand uitgezonderd.
Bij deze wederkomst zullen ze rouwen als de rouw van een enig kind. Zoals de rouw van een ouder om de dood van een enig geliefd kind. Zoals iemand rouwt om een enige zoon, in wiens graf de hoop van zijn familie is begraven, en innerlijk bitter zal zijn als iemand die bitter is voor zijn eerstgeborene, zoals de Egyptenaren in heel hun land vanwege de dood van hun eerstgeborene.

Verzen 11-14 Hadadrimmon was de plaats van een vlakte van Esdraelon in de tijd van Hiëronymus. Hier werden veel veldslagen geleverd en ligt in de buurt van Megiddo.
Elk individu en elk gezin afzonderlijk zal rouwen. Allen droegen bij aan de schuld. Iedereen is schuldig aan zonde.
Twee van hen zijn koninklijke families: het huis van David en het huis van Nathan, een andere zoon van David (2 Sam. 5:14), de broer van Salomo, van wie Zerubbabel afstamde, zoals blijkt uit de genealogie van Christus, Lukas 3:27-31.
Twee zijn heilige families (vers 13), de familie van het huis van Levi, die Gods stam was, en vooral de familie van Simi (Numeri 3:18 en 21), die een tak was van de stam van Levi (1 Kron. 6:17), en waarschijnlijk waren enkele van de afstammelingen van die familie nu bekend bij predikers bij het volk of dienaren van het altaar. Zoals de vorsten moeten treuren om de zonden van de magistratuur, zo moeten de priesters treuren om de ongerechtigheid van de heilige dingen.
Volgens de joodse traditie rouwen de vrouwen apart, zoals we weten van koningin Esther (Ester 4:10-17).

Terug naar topTerug naar boven

Zacharia 13 Uitroeiing van afgoderij en valse profeten

Vers 1 Een bron zal ontsloten zijn ter ontzondiging en reiniging. Commentaren leggen dit uit als de bron die kwam toen de soldaat zijn speer in de zijde stak van Jezus, met als gevolg dat er bloed en water uit Zijn zijde kwam, de reiniging van de zonde van de mens, het bewijs dat Jezus was gestorven voor de zonde van de mens. Zonde maakt de mens onrein, bevuild de gedachten, maakt de mens haatvol en opstandig tegen God. Jezus is de bron middels de Heilige Geest die de gedachten van de mens reinigt en maakt dat de gelovige tot eer en glorie naar de Wil van God wenst te leven. De Gemeente is het spirituele zaad van het huis van David.

Vers 2 Heden in Israël zijn er geen stenen afgoden meer, beelden die aanbeden worden door Joden. Ook niet door de verstrooide Joden en Israëlieten. Dit in tegenstelling van de Rooms Katholieken die heilige en hun beelden aanbidden. Ook in Zuid-Amerika is er veel aanbidding van "heiligen" met daar achter demonen en spiritisme. Offeren van dieren, tot zelfs baby's, kinderen en mensen toe. Ja, zelfs door "gelovigen". Dit alles zal uitgeroeid worden in het 1000-jarige Koninkrijk. Alle valse profeten en mensen met een onreine geest. IK, Jezus Christus, zal het wegdoen uit het land wanneer IK regeer op aarde.
Onreine geest, zijn satan en zijn gevallen engelen, de demonen. Zij die de mensen misleiden in horoscopen, kaartleggen, yoga, Pilatus, spiritisme, etc.

Vers 3 Als eerste zullen de vader en moeder, volgens Deut. 13:6-11, de valse profeet ombrengen. Dit kwaad mag niet voort blijven leven, omdat de leugen(s) gesproken zijn in de naam des Heren. Met het zwaard zal deze leugenaar doorstoken worden. Hij sprak een woord dat NIET van God afkomstig was en bedrog het volk. Een zeer kwalijk misdrijf.
Laat dit een les zijn voor hedendaagse profeten. Zij moeten zeker zijn dat het woord welke zij spreken, inderdaad van God afkomstig is. Allereerst bij een toetsing aan de Bijbel, geen tegenspraak. Voor gelovigen geldt de toetsing dat ELKE PROFETIE MOET VERVULD WORDEN, GEEN ENKELE UITGEZONDERD.

Vers 4 Als de valse profeet zichzelf openstelt voor God, zal hij beschaamd staan. Zelf tot de conclusie komen dat hij een valse profeet is, want zijn profetie kwam niet uit. Dan zal hij zijn haren mantel uittrekken. De haren mantel dateert uit Elia en zette zich voort tot aan Johannes de Doper, als een teken van onthouding van het wereldse leven van plezier, eten en drinken (geen wijn).

Vers 5 Amos (7:14-15) was een veehouder, maar werd door God aangesteld als profeet. Hier het tegenovergestelde, de valse profeet erkent geen profeet van God te zijn, maar verklaart veehouder te zijn, een man die de akker bewerkt. Vanaf zijn jeugd geleerd om de akker te bewerken of om het vee te hoeden.
Les voor degenen die niet de waarheid hebben verkondigd, hun schuldbekentenis en openbare verkondiging dat zij het Woord van God verdraaid hebben. En als nog de waarheid verkondigen en recht zetten. En disciplinaire straf aanvaarden (vers 6).

Vers 6 De vrienden van de valse profeet moeten zware discipline uitoefenen. Hier uitgedrukt met wonden en slagen, de man werd gebonden en geslagen.Blijkbaar hadden de ouders van de valse profeet hem niet gedood (Deut. 21:18), maar zijn vrienden de kans gegeven tot correctie.
Denk aan Jezus die gebonden werd en gegeseld door de Romeinse soldaten. Gebonden (genageld) aan het Kruis, beschuldigd van valse profetie en godslastering, veroordeeld tot de doodstraf door Zijn eigen volk (vrienden). De wonden van Jezus waren zichtbaar na Zijn opstanding uit de dood.
De kerk dient eerst onder vier ogen te spreken tot correctie, daarna de kerkraad en indien dat niet helpt openbare verkondiging in de kerk. Als alles niet helpt, zal helaas tot ontzegging van de toegang tot de kerk moeten worden besloten. De apostel Paulus ging zelfs zover tot het overgeven aan satan, omdat men zich van zijn afgedwaalde weg bekeerde (1 Korintiërs 5:4-5, 1 Timotheüs 1:20).

Vers 7 Hier is de profetie over de Herder Jezus. Tegen de man die mijn metgezel is: Jezus is de metgezel van God de Vader. Vanaf eeuwigheid was Jezus bij Zijn Vader. Hij en de Vader zijn één. Jezus is ook de metgezel van de gelovige voor wie Hij Zijn leven gaf aan het kruis. Het zwaard (de speer) trok op tegen Jezus. Zonder bloedstorting is er geen vergeving (Hebr. 9:22). Het zwaard van gerechtigheid, Jezus was zondeloos, zonder schuld, maar de straf op de zonde moest vervuld worden. De straf op de zonde van de mens, werd overgenomen door Jezus.
Sla de herder, Jezus is geslagen in het gezicht tijdens zijn verhoring door de priesters, geslagen aan het kruis. De schapen verstrooid, de vlucht van de discipelen in Getsemane bij de gevangenneming van Jezus in de nacht. De christenen die na de opstanding van Jezus verstrooid werden naar Judea, Samaria, Griekenland, Italië, Azië en over de gehele wereld. De schapen Joden en Israëlieten die verstrooid zijn over de gehele wereld.
Een goede uitleg van "Ik zal mijn hand keren tegen de kleinen" heb ik niet gevonden. Wie "de kleinen" zijn, is onduidelijk. De kleinen zijn de priesters, Farizeeërs en schriftgeleerden die Jezus veroordeelden? Gods hand keerde zich tegen heen? Het ongelovige Joodse volk, die in 70 na Chr. uit het land verdreven werden en verstrooid over de wereld?

Vers 8 In 70 na Chr. sloeg het Romeinse leger tenminste twee derde van het Joodse volk. Een derde vluchtte over de gehele wereld en bleef over. Sommige commentaren zien dit een derde deel als de Gemeente. Maar daar ben ik het niet mee eens als wij kijken naar vers 9.

Vers 9 Als uitlegging van vers 8 ziet men de Gemeente die vervolgd, gemarteld is reeds in de tijd van keizer Nero en door de eeuwen heen. Dit loutert de gelovige en in de Grote Verdrukking zullen zij door het vuur heengaan (marteling en vervolging, het merkteken van het Beest weigeren) om door het vuur heen gered te worden. Zilver en goud worden door het vuur gereinigd en verbrandt alle verontreinigen zodat zuiver zilver en goud achterblijft. Zo brengt ziekte, moeilijke omstandigheden, vervolgingen de zuivering van de christen om dichter bij God te komen en werkt de heiliging van de christen uit. De christenen zij zullen de Naam van Jezus uitroepen. En Jezus Christus zal hen Zijn volk noemen en zij zeggen: De Here is mijn God.
Maar ik ben van mening dat hoewel het bovenstaande waar is, toch een letterlijke interpretatie nodig is: Het betreft het Joodse en Israëlische volk. Het overblijfsel van Gods volk zal God louteren in de Grote Verdrukking. De Twee getuigen en de 144.000 verzegelden komen uit Gods volk. De Joden en Israëlieten zullen de Naam van God aanroepen, en gans Israël zal behouden worden en zij zullen zeggen: De Here is mijn God.

Terug naar topTerug naar boven

Zacharia 14 De voeten van Jezus op de Olijfberg

Jezus op Olijfberg
Jezus op Olijfberg

Vers 1 Vele commentaren nemen dit hoofdstuk niet letterlijk maar vergeestelijk het naar de Joden die zich tot het christendom bekeren. Ik zie hiervoor absoluut geen reden. Dit is het Oude testament geschreven voor en met profetieën voor de Joden en Israëlieten. Wanneer de dag des Here komt, is alleen bekend bij God. Kijkend naar de inhoud van dit hoofdstuk, denk ik dat er gesproken wordt over de dag dat Jezus Christus terug komt voor het Joodse volk als de Messias.

Verzen 1-5 Een goede verklaring voor deze verzen heb ik niet. Kijkend naar de tekst, denk ik dat er gesproken wordt over het einde van de Grote Verdrukking, want dit is niet geschied in de geschiedenis van Israël in het verleden en dient dus nog zijn vervulling te krijgen. De helft van de stad zal wegtrekken (mogelijk gemaakt doordat de Olijfberg zich in tweeën splijt?).
De Olijfberg speelde een belangrijke rol in het leven van Jezus op aarde. Vanaf deze berg preekte hij vaak, sprak dat geen steen van de tempel op de andere gelaten zal worden, en vanaf deze berg vond Zijn Hemelvaart plaats (Hand. 1:12). Op deze berg zal Hij dan ook wederkomen. Niet voor de Gemeente maar voor Zijn eigen volk: de Joden en Israëlieten als de Messias en Koning der Joden. Voor die tijd, verzen 2 en 3, zal het een verschrikkelijke tijd zijn waar vrouwen verkracht en aangerand worden, huizen geplunderd.
Dit zal door God niet ongestraft blijven en de Here zal strijden tegen de opgetrokken volken. Waarschijnlijk gaat het hier over de slag bij Armageddon, Openbaring 16:16 en Openbaring 19:19-21. Daar wordt gesproken over dat Jezus komt met Zijn heiligen (in overeenstemming met vers 5 hier). Wie zijn de heiligen, daarover verschillen de meningen. Sommigen zeggen dat zijn de engelen Gods. Mijn mening is mogelijk OOK de engelen Gods (Mattheüs 24:31), maar ik denk in eerste instantie aan de Bruid van Jezus: de Gemeente, de christenen die zijn opgenomen bij de Opname van de Gemeente. Openbaring 19:19 zegt om oorlog te voeren tegen Hem (Jezus) en tegen zijn leger. Zijn leger komt met Hem vanuit de Hemel, dus dat zijn de christenen die opgenomen zijn bij de Opname van de Gemeente. Zij die tijdens de Grote Verdrukking in de Hemel verbleven.
Mogelijk vluchten de inwoners uit Jeruzalem weg omdat de geweldige slag van Armageddon gaat plaats vinden met de natiën, en tussen de Satan en demonen enerzijds en Jezus met de heiligen (de Gemeente die op witte paarden (Openbaring 19:19) Jezus vergezellen) anderzijds.

De breuklijn bevindt zich in de Olijfberg, dus deze splitsing naar het oosten en westen behoeft geen verbazing. De Olijfberg vormt een obstakel voor de vlucht uit Jeruzalem en splijt zich tot een groot dal, een veilig heenkomen voor het volk? Het dal der bergen zal reiken tot Asel. Er is geen plaats Asel bekend in Israël. Asel betekent stilte, rust. Dus mogelijk duidend op de lengte van het dal, waar de vluchtelingen rust en bescherming vinden, mogelijk ten oosten van Jeruzalem.
Israël is de laatste 20 jaar tien keer getroffen door aardbevingen te maken met de Afrikaanse en Arabische plaat die samenkomen in het Jordaandal, die uitloopt in westelijke richting. In 1964 werd de breuklijn in de Olijfberg ontdekt tijdens de bouw van een hotel.
De aardbevingen in de dagen van Uzzia vinden we niet terug in het Oude Testament, slechts in Amos 1:1 vinden we een verwijzing naar een aardbeving. Volgens Fl. Josephus (Oudheden IX, 10, 4) had deze aardbeving plaats toen Uzzia de tempel ontheiligde (2 Kron 26:16-20), als dat zo is kan dat in het jaar 749 v.C. zijn geweest. Uzzia regeerde van ongeveer 779 tot 738 voor Christus. Bij archeologische opgravingen van de Israëlische Oudheidkundige Dienst in het nationale park van de Stad van David kwam een laag van verwoesting aan het licht uit de tijd van Uzzia. Daarin bevonden zich verbrijzelde vaten, waaronder kommen, lampen, kookgerei, opslag- en voorraadpotten, die werden verpletterd toen de muren van een gebouw instortten. Volgens de onderzoekers werden daar geen tekenen van brand bij aangetroffen. Daaruit zou blijken dat het niet om een moedwillige, maar een natuurlijke gebeurtenis ging, een aardbeving.

Verzen 6 en 7 Een duidelijke uitleg is er niet van deze verzen. Nemen we aan dat dit de slag van Armageddon is en de strijd tussen satan en Jezus, dan kunnen wij bedenken dat het gevecht de dag en nacht verduisterd. Maar tegen de avond de overwinning van Jezus nadert en het lichter wordt. Mattheüs 24:29 zegt dat terstond na de verdrukking der dagen, zal de zon verduisterd worden en de maan zal haar glans niet geven en 24:30 dan zal de Zoon des mensen verschijnen.
Het is het één na laatste gevecht tussen satan en Jezus. De laatste keer zal zijn na het 1000-jarig Koninkrijk van Jezus Christus, als satan nog één keer wordt losgelaten. Hier is het gevecht tussen het Beest, de draak, de valse profeet, satan en zijn gevallen engelen tegen de Here Jezus Christus en Zijn heiligen. Een strijd reeds beslist in de Bijbel en zal de Here Jezus Christus de strijd winnen.

Vers 8 In overeenstemming met Ezekiel 47 en Openbaring 22 zal er levend water stromen uit de stad Jeruzalem. Heden stroomt er reeds ondergronds water vanuit Jeruzalem naar de Dode Zee. Het zal een eeuwige stroom zijn, in de zomer zowel als de winter. De helft naar het oosten (Dode Zee), de helft naar het westen (Middellandse Zee), het is voor alle volken der aarde. Jeruzalem ligt 51 km van de Middellandse Zee en 37 km van de Dode Zee.

Vers 9 Na deze overwinning volgt het 1000-jarige Koninkrijk van Christus, waarin de Here Jezus Christus de enige zal zijn. God de Vader is nog in de Hemel, pas nadat de satan aan het einde van dit Koninkrijk is losgelaten en opnieuw verslagen wordt, komt de Nieuwe Aarde waarbij en Jezus en God de Vader bieden zullen wonen in het Nieuwe Jeruzalem. Dat is hier nog toekomst. Hier is het de Naam van Jezus Die de enige is. Hij is Koning der koningen.

Vers 10 Geba was de noordelijke grens van Juda (2 kon. 23:8) en Rimmon van Simeon (Jozua 15:32) de zuidelijke grens. De Benjamin poort (Schaapspoort) was in het Noorden, de Chananeltoren in het Zuidoosten, de Hoekpoort in het westen.

Vers 11 Onder het bewind van de Here Jezus Christus zal er geen ban meer zijn. Dan zal er vrede en zegen heersen. Rechtvaardige rechtspraak door Hem en zijn onderdanen (de christenen die met Hem regeren).

Zacharia Armageddon
Zacharia Armageddon

Verzen 12-14 Tijdens de strijd (van Armageddon) zal de Here de opgetrokken volken slaan met een plaag. Hun ogen teren weg en zonder ogen kun je niet vechten. Een ieder zal zich tegen de ander keren. En hun rijkdom zal achtergelaten worden voor de bewoners van Jeruzalem.

Vers 15 Zoals reeds eerder uitgelegd, zullen er geen van de huidige wapens die wij heden kennen, meer zijn. De volkeren zijn opgetrokken op paarden, muildieren en kamelen. Ook hun ogen teren weg en worden blind en zullen zich tegen elkaar keren.

Vers 16 Klaarblijkelijk zijn er volken die de strijd hebben overleefd. Of zijn het de achtergebleven inwoners van de volken die zijn opgetrokken tegen Jeruzalem? Duidelijk is dat niet alle inwoners van deze landen allemaal naar Jeruzalem gaan om de Here Jezus Christus te aanbidden (neer te buigen), maar hun afgezanten, regeringsvertegenwoordigers.
Het loofhuttenfeest dat zeven dagen duurt en op de achtste dag er geen arbeid mag worden verricht, is een herinnering aan het 40-jarige verblijf in de woestijn na de uittocht van Israël uit Egypte. Dit feest wordt jaarlijks gevierd in Israël en verblijft men gedurende zeven dagen met het gehele gezin in een tent.

Verzen 17-19 Zoals ook heden tendage volkeren die tegen Israël zijn, door God niet worden gezegend, zo zal dit zijn in het 1000-jarige Koninkrijk. Hun land zal geen regen ontvangen, het zal de plaag des Heren zijn. Hun landen worden mogelijk dor als de woestijn, zoals de Sahara. Zonder voedsel en water. Afhankelijk van andere landen. Het is een directe straf van de Heer over hun ongehoorzaamheid.
Dit verbaast mij, omdat volgens mij de landen der aarde geregeerd worden door koningen, dat wil zeggen door christenen die in het Koninkrijk van Christus regeren. Zij zijn aangesteld door de Here Jezus Christus. Waarom trekken zij niet op naar Jeruzalem om hun Heer te aanbidden?

Verzen 20-21 De bellen kennen we van de bellen die aan het priesterlijke kleed waren bevestigd en de komst van de priester aankondigde. De sprengbekken was een schaal die bij het brandofferaltaar gebruikt werd om het bloed van de offerdieren erin op te vangen en het eruit te sprengen.
Kanaänieten zijn de afstammelingen van Kanaän, de zoon van Cham en de kleinzoon van Noah. Ook de inwoners van Kanaän worden in de Bijbel Kanaänieten genoemd, of ze nu van Kanaän afstammen of niet. Van Kanaän stammen af de Jebusieten, de Amorieten, de Girgasieten, de Hethieten, de Hevieten, Arkieten, Sinieten, de Arvadieten, de Tsemarieten, en de Hamathieten. Zij zullen geen toegang hebben tot het huis des Heren.

Terug naar topTerug naar boven